zaterdag 28 mei 2011

Kwartierstaat van Amelia Morales y de Grecia Quintana

Generatie 1 (proband)

1 Amelia Morales y de Grecia Quintana, geboren op vrijdag 26 oktober 2007 in Barcelona.
Doop van Amelia Morales y de Grecia Quintana

Generatie 2 (ouders)

2 Carlos Morales Quintana.
Hij trouwde op vrijdag 9 juli 1999 in Londen met de 33-jarige

3 Alexia van Griekenland en Denemarken, geboren op zaterdag 10 juli 1965 in Monrepos (Korfoe).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Arrietta Morales y de Grecia Quintana, geboren op zondag 24 februari 2002 in Barcelona.
II. Ana-Maria Morales y de Grecia Quintana, geboren op donderdag 15 mei 2003 in Barcelona.
III. Carlos Morales y de Grecia Quintana, geboren op zaterdag 30 juli 2005 in Barcelona.
IV. Amelia Morales y de Grecia Quintana, geboren op vrijdag 26 oktober 2007 in Barcelona (zie 1).

Generatie 3 (grootouders)

6 Constantijn II, koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 2 juni 1940 in Athene.
Notitie bij Constantijn: Constantijn werd in 1940 geboren als zoon van prins Paul, de jongere broer en troonopvolger van de toenmalige koning George II. Zijn moeder was Frederika van Brunswijk, een dochter van hertog Ernst August van Brunswijk en een kleindochter van keizer Wilhelm II.

Constantijn besteeg in 1964 als opvolger van zijn vader de troon, op een moment dat, door de schuld van koningin-moeder Frederika, de bodem voor de Griekse monarchie te verzuurd was om haar nog een kans te bieden zich te ontwikkelen volgens de constitutionele principes van de West-Europese en Scandinavische koningshuizen.

Toch had de jonge koning alle vereiste kwaliteiten om populair te worden. Hij had gestudeerd, was sportief (olympisch kampioen zeilen) en dynamisch, en was in 1964 gehuwd met Anne Marie, dochter van Frederik IX van Denemarken, een prinses met onberispelijke democratische geloofsbrieven.

Het bleef roerig in Griekenland. Reeds in 1965 ontsloeg de koning de socialistische regering van premier Papandreou wegens een conflict over het door Papandréou gewenste ontslag van bepaalde legerofficieren. Een omstreden beslissing, waarachter men de hand van Frederika vermoedde. Vele Griekse politici betwistten het recht van de koning om een regering te ontslaan die een parlementaire meerderheid achter zich had. Langdurige kabinetscrises en onlusten waren het gevolg.

In mei 1967 zouden nieuwe verkiezingen worden gehouden. Conservatieve krachten in het land vreesden dat links daarbij wel eens de absolute meerderheid zou halen waardoor Griekenland het gevaar liep geleidelijk onder communistische invloed te geraken.

Op 21 april 1967 kwam door een staatsgreep een groep rechtse, conservatieve legerofficieren – “de kolonels” – aan de macht. De ’sterke mannen’ waren Georgios Papadopoulos en Stylianos Patakos. In Washington keek men oogluikend toe: alles was beter dan een links Griekenland.

Onder druk ging de koning in op de eisen van de kolonels, maar in het geheim werkte hij een plan uit voor een tegencoup. In december 1967 kwam koning Constantijn II in verzet tegen de militaire junta maar mislukte in zijn opzet door verraad. Constantijn rekende ook vergeefs op steun en sympathie van het volk. Als gevolg daarvan werd de koninklijke familie het land uit gezet. De kolonels hieven de grondwet op, verboden alle politieke partijen en zegden de Conventie voor de Rechten van de Mens op.

In 1973 verving de Griekse regering de monarchie door een republiek met Georgios Papadopoulos als president. Bij het referendum van juli 1973 keurde de meerderheid van de Griekse kiezers de nieuwe republikeinse grondwet goed.

Maar de dagen van het Kolonelsregime waren geteld. Na het verzet van de studenten van de Polytechnische School te Athene volgde in november 1973 een militaire staatsgreep die zonder bloedvergieten verliep. Papadopoulos werd door zijn medestanders van 1967 ten val gebracht: sindsdien zat hij een levenslange gevangenisstraf uit tot aan zijn dood op 27 juni 1999.

Toen in 1974 oud-premier Karamanlís de democratie herstelde wachtte de koning op een uitnodiging om terug te keren, maar die bleef uit. Bij een nieuw referendum bleek dat het Griekse volk Constantijn niet meer vertrouwde: 70% van de Grieken koos voor een republiek. De koning aanvaardde het verdict en leeft sindsdien als een succesvol zakenman in Londen. Door zijn verwantschap met haast alle Europese vorstenhuizen is hij een welkome gast op alle plechtigheden aan de Spaanse, Britse en Scandinavische hoven.
Heerlijkheid:
was van 1964 tot 1974 (sinds 1967 in ballingschap) de laatste koning van Griekenland
Hij trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 18 september 1964 in Athene met de 18-jarige

7 Anne Marie Dagmar Ingrid van Denemarken, geboren op vrijdag 30 augustus 1946 in Kopenhagen.
Notitie bij Anne: Op 18 september 1964, ze was toen net achttien jaar oud, trouwde ze in Athene met Constantijn II, die even daarvoor de Griekse troon had bestegen. Ze zou niet lang koningin van Griekenland zijn. Onlusten in het land, gevoegd bij niet altijd even democratische trekjes van de Griekse koning, leidden eerst in 1967 tot een staatsgreep van een aantal kolonels onder leiding van Georgios Papadopoulos. De koninklijke familie werd meteen het land uitgezet. In 1973 werd de monarchie definitief afgeschaft. Toen in 1974 de democratie in Griekenland werd hersteld, hoopten Constantijn en Anne Marie, tevergeefs op een uitnodiging het koningschap weer te gaan uitoefenen. Bij een referendum bleek dat 70 procent van de Grieken geen vertrouwen meer in hen had. Sindsdien woont het paar, dat vijf kinderen kreeg, in Londen.

Kinderen:
Prinses Alexia (10 juli 1965), gehuwd met Carlos Morales en moeder van drie dochters en een zoon:
Arrietta Morales (24 februari 2002)
Ana Maria Morales (15 mei 2003)
Carlos Morales jr. (30 juli 2005)
Amelia Morales (26 oktober 2007)

Kroonprins Paul (20 mei 1967), gehuwd met Marie-Chantal Miller en vader van één dochter en vier zonen:
Prinses Maria Olympia (25 juli 1996)
Prins Constantijn Alexios (29 oktober 1998)
Prins Achilleas Andreas (12 augustus 2000)
Prins Odysseas Kimon (17 september 2004)
Prins Aristidis Stavros (29 juni 2008)

Prins Nikolaos (1 oktober 1969), gehuwd met Tatiana Blatnik

Prinses Theodora (9 juni 1983)

Prins Philippos (26 april 1986)
Kind uit dit huwelijk:
I. Alexia van Griekenland en Denemarken, geboren op zaterdag 10 juli 1965 in Monrepos (Korfoe) (zie 3).

Generatie 4 (overgrootouders)

12 Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland, geboren op zaterdag 14 december 1901 in Athene. Paul is overleden op vrijdag 6 maart 1964 in Paleis Tatoi, 62 jaar oud.
Notitie bij Paul: Hij werd geboren in 1901 als jongste zoon van koning Constantijn I. Paul besteeg de Griekse troon in 1947, nadat zijn broer George II kinderloos gestorven was. Toen hij koning werd, was zijn land verwikkeld in een burgeroorlog, die veel menselijk leed aanrichtte. Ook na de burgeroorlog had het land te kampen met grote problemen: veel huizen waren verwoest, het vee weggevoerd, een verbitterde verdeeldheid heerste onder de bevolking. Het koningspaar spande zich hard in om de door de burgeroorlog verslechterde leefomstandigheden te verbeteren.

Maar het eigenzinnige en heerszuchtige karakter van koningin Frederika maakte haar niet geliefd bij haar onderdanen. Zij was een kleindochter van de Duitse keizer Wilhelm II en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij verdacht van enige nazi-sympathieën. Koning Paul daarentegen was een eerlijk en beminnelijk man, maar rond 1950 werd het duidelijk dat hij volledig door zijn bemoeizieke vrouw werd gedomineerd. Ze hield zich persoonlijk met staatszaken bezig, en kreeg het herhaaldelijk aan de stok met verschillende eerste ministers. Zelfs de meest overtuigde royalisten bracht zij tot republikeinse ideeën.

De laatste jaren van zijn leven was Paul I zich voornamelijk met theologie en filosofie gaan bezighouden. Hij schreef zelfs een boek over Plato. Toen hij in 1964 overleed en opgevolgd werd door zijn 24-jarige zoon Constantijn, was de populariteit van het Griekse koningshuis tot een dieptepunt weggezakt.
Hij trouwde, 36 jaar oud, op zondag 9 januari 1938 in Athene met de 20-jarige
13 Frederika van Brunswijk, geboren op woensdag 18 april 1917 in Blankenburg. Frederika is overleden op vrijdag 6 februari 1981 in Madrid, 63 jaar oud.
Notitie bij Frederika: Als afstammeling van de Britse koningin Victoria werd zij opgevoed in een Engelse kostschool, waar zij naar eigen zeggen "elke dag opnieuw met ijzeren wilskracht rebelleerde tegen de onwrikbare orde".

Frederika werd koningin van Griekenland toen haar echtgenoot op 1 april 1947 de Griekse troon besteeg als Paul I, nadat zijn broer George II kinderloos gestorven was.

Toen Paul vrij onverwacht koning werd was zijn land verwikkeld in een burgeroorlog, die veel menselijk leed heeft aangericht. Het koningspaar spande zich hard in om de door de oorlog ontstane menselijke wonden te helen, en daarmee ook de sympathie voor het vorstenhuis te wekken.

Maar het eigenzinnige en heerszuchtige karakter van koningin Frederika maakte haar niet geliefd bij haar onderdanen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij, een kleindochter van Wilhelm II, reeds verdacht van enige nazi-sympathieën. Haar vier broers waren bovendien officier bij de Wehrmacht. Rond 1950 werd het duidelijk dat koning Paul volledig door zijn bemoeizieke vrouw werd gedomineerd. Ze hield zich persoonlijk met staatszaken bezig, en kreeg het herhaaldelijk aan de stok met verschillende eerste ministers. Zelfs de meest overtuigde royalisten bracht zij tot republikeinse ideeën. Toen koning Paul in 1964 overleed en opgevolgd werd door zijn zoon Constantijn, leek haar bemoeizucht zelfs nog toe te nemen, hetgeen haar de haat van linkse en rechtse politici opleverde.

Na de val van Constantijn II (13 december 1967) verliet zij met de koninklijke familie het land. Zij overleed in Madrid op 6 februari 1981. Zij werd begraven op het koninklijke landgoed Tatoi, even buiten Athene.
Heerlijkheid:
Prinses van Hannover, Hertogin van Brunswijk-Lüneburg, was koningin van Griekenland van 1947 tot 1964
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Sophia van Griekenland, geboren op woensdag 2 november 1938 in Athene.
Notitie bij Sophia: Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de Griekse koninklijke familie verbannen en verbleef ze met haar familie eerst in Egypte en later in Zuid-Afrika. De middelbare school volgde ze in Duitsland, waarna ze in Griekenland nog allerlei studies deed. In 1960 nam ze met het Griekse zeilteam deel aan de Olympische Spelen in Rome.

Sofía houdt zich voornamelijk bezig met liefdadigheid. Zij is erelid van de Club van Rome.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken en sinds haar huwelijk koningin van Spanje
Sophia trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1962 met Juan Carlos I van Spanje, 23 of 24 jaar oud. Juan is geboren op woensdag 5 januari 1938 in Rome, zoon van Juan van Spanje en Maria de las Mercedes van Bourbon-Sicilië.
Notitie bij Juan: Juan Carlos werd geboren in ballingschap gedurende de Spaanse Burgeroorlog. Francisco Franco haalde hem in 1948 naar Spanje, waar hij een speciale opleiding kreeg. Franco had in 1947 formeel de monarchie hersteld, zonder echter een koning aan te wijzen. Lange tijd leek de logische kandidaat Juan Carlos’ vader Juan, maar ook zijn oom Jaime, diens zoon Alfonso en Xavier van Bourbon-Parma maakten aanspraak op de Spaanse troon. Juan was het tweede kind van vier. Hij had een jongere broer Alfonso die op jonge leeftijd (14 jaar) stierf doordat het pistool van Juan Carlos afging in het gezicht van Alfonso.

Juan behaalde in Madrid zijn baccalaureaat en volgde een speciale opleiding in de Militaire Academie. In 1962 trouwde hij met prinses Sophia van Griekenland. Samen met zijn vrouw onderhield hij goede betrekkingen met de Generalissimo.

In 1969 ratificeerde de Cortes Franco’s voorstel om aan Juan Carlos de koningstitel te verlenen en legde hij de eed op de grondwetten af. Hij nam de functie als staatshoofd waar onder het franquisme (19 juli tot 2 september 1974 en van 30 oktober tot 20 november 1975) tijdens periodes van ziekte van de dictator. Na diens dood werd hij, door te zweren op de Bijbel en de wetten van de Movimiento, opvolger van de fascistische en franquistische Falange, tot koning uitgeroepen op 22 november 1975 en velen zagen in hem een marionet van de dictator. Tot verbazing van velen sloeg hij echter al snel een democratische koers in; toch heeft hij het franquisme nooit in gesproken of geschreven woord, veroordeeld. Hij sprak al vrij snel na zijn aantreden verzoenende woorden met de (tijdens Franco verboden) socialistische en communistische partijen.

De koning heeft daarmee een belangrijke rol gespeeld in de grotendeels geweldloze overgang naar een modern democratisch bestel in het land. Op 28 december 1978 werd de nieuwe democratische grondwet van Spanje aangenomen.

Tijdens de poging tot een staatsgreep in 1981 van enkele conservatieve militairen en kolonel Antonio Tejero van de Guardia Civil verscheen de koning binnen een dag op de televisie waar hij, gekleed in het uniform van opperbevelhebber van de strijdkrachten, de coup veroordeelde, onder andere door de militairen uitdrukkelijk te bevelen, zich van anti-constitutionele daden te onthouden. Van tevoren had hij zich wel verzekerd van de steun van het merendeel van het leger. Hiermee verloor de couppoging snel de steun van potentiële sympathisanten en mislukte uiteindelijk. Ook hiermee verwierf Carlos veel respect van zijn eigen onderdanen en ook buiten Spanje.

Politiek in Spanje
Grondwet
Estatuto de autonomía
Koning
Juan Carlos I
Premier
José Luis Zapatero
Ministerraad
Cortes Generales
Congres · Senaat
Staatsraad
Bestuurlijke indeling
Autonome gemeenschappen
Provincies · Gemeenten
Partijen

BNG · CC · CiU · ERC · FE
ICV · IR · IU · PP · PNV
PSC· PSOE · UPD · NaBai


Hierdoor kwam de weg vrij voor een definitieve verzoening tussen de strijdende partijen van de Burgeroorlog en voor toetreding van Spanje tot de Europese Unie. Het verzekerde ook de positie van de constitutionele monarchie in Spanje. Tijdens een poll (2005) onder de Spanjaarden beoordeelt meer dan 75% van de bevolking hun koning als ’goed tot zeer goed’.

Juan Carlos is een sportieve man; hij nam deel aan de Olympische Zomerspelen 1972 bij het zeilen en hij kreeg karateles van de Nederlander Jon Bluming.
In 2007 ontving hij de Deutscher Medienpreis, dit als opvolger van Bono, Koningin Silvia en koningin Rania.

Juan Carlos is erelid van de Club van Rome.
Heerlijkheid:
sinds 22 november 1975 koning van Spanje
II. Constantijn II, koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 2 juni 1940 in Athene (zie 6).
III. Irene van Griekenland en Denemarken, geboren op maandag 11 mei 1942 in Kaapstad.
Notitie bij Irene: Irene is buitengewoon muzikaal. Zij volgde onder meer piano-onderricht bij Gina Bachauer, om daarna zelf een loopbaan als concertpianiste te beginnen. Nadat haar broer Constantijn II van Griekenland gedwongen werd te abdiceren, verbleef ze enige jaren met haar moeder in India. Daarna vestigde ze zich bij haar zuster in Madrid.

Irene is ongetrouwd en houdt zich voornamelijk bezig met liefdadigheid.
14 Frederik IX van Denemarken, geboren op zaterdag 11 maart 1899 in Sorgenfri. Frederik is overleden op vrijdag 14 januari 1972 in Kopenhagen, 72 jaar oud.
Notitie bij Frederik: In 1922 verloofde de kroonprins zich met de Griekse prinses Olga, maar de verloving hield geen stand. Het zou nog tot 1935 duren tot hij zich verloofde met de Zweedse prinses Ingrid, dochter van kroonprins Gustaaf VI Adolf en kroonprinses Margaretha.
Heerlijkheid:
was van 1947 tot 1972 koning van Denemarken
Hij trouwde, 36 jaar oud, op vrijdag 24 mei 1935 in in de Storkyrkan, de domkerk van Stockholm met de 25-jarige
15 Ingrid Van Zweden, geboren op maandag 28 maart 1910 in Stockholm. Ingrid is overleden op dinsdag 7 november 2000 in Fredensborg, 90 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Margaretha II van Denemarken, geboren op dinsdag 16 april 1940 in Kopenhagen.
Notitie bij Margaretha: Margaretha kon in eerste instantie geen koningin worden, omdat de erfopvolging via de mannelijke lijn ging, maar na een referendum onder het Deense volk werd de Salische Wet afgeschaft. Vanaf dat moment was Margaretha kroonprinses van Denemarken.

Na de dood van haar vader in 1972 werd zij als Margaretha II (Deens: Margrethe 2.) koningin van Denemarken. Ze werd in Denemarken zeer populair.

Margaretha is de doopmeter van de Nederlandse kroonprins Willem-Alexander. De koning van het buurland Zweden, Karel XVI Gustaaf, is een volle neef van Margaretha.
Heerlijkheid:
sinds 1972 koningin van Denemarken
Margaretha trouwde, 27 jaar oud, op zaterdag 10 juni 1967 met Henri de Laborde de Monpezat, 32 jaar oud. Henri is geboren op maandag 11 juni 1934 in Talence.
II. Benedikte van Denemarken, geboren op zaterdag 29 april 1944 in Kopenhagen.
Notitie bij Benedikte: Prinses Benedikte en haar man wonen op het slot van de familie in het Duitse Bad Berleburg.
Benedikte trouwde, 23 jaar oud, op zaterdag 3 februari 1968 met Richard zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg, 33 jaar oud. Richard is geboren op maandag 29 oktober 1934 in Gießen.
Notitie bij Richard: Hij is de zoon van Gustav Albrecht Prinz zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg en de Zweedse gravin Margareta Fouche d’Otrante. Tijdens het huwelijksfeest van zijn zuster Tatjana met Maurits Prinz von Hessen leerden de Nederlandse kroonprinses Beatrix en prins Claus elkaar kennen. Om de pers te misleiden werd lange tijd de suggestie in de lucht gehouden dat niet Claus, maar Richard zu Sayn-Wittgenstein zelf de aanstaande verloofde van de Nederlandse prinses was.
III. Anne Marie Dagmar Ingrid van Denemarken, geboren op vrijdag 30 augustus 1946 in Kopenhagen (zie 7).

Generatie 5 (betovergrootouders)

24 Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 2 augustus 1868 in Athene. Constantijn is overleden op donderdag 11 januari 1923 in Palermo, 54 jaar oud.
Notitie bij Constantijn: Constantijn besteeg na de moord op zijn vader op 18 maart 1913 de Griekse troon. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak wilde de Griekse eerste minister Eleftherios Venízelos zich aansluiten bij de geallieerden, maar koning Constantijn, als zwager van keizer Wilhelm II, was pro-Duits. Dat gaf aanleiding tot vele strubbelingen en tot het ontslag en de verbanning van Venízelos.

Onder druk van de geallieerden moest koning Constantijn op 12 juli 1917 troonsafstand doen, en met kroonprins George verliet hij het land om erger te voorkomen. Het Griekse volk deed zijn koning met bloemen uitgeleide. Franse troepen rukten Athene binnen, Venízelos keerde naar zijn land terug en verklaarde Duitsland de oorlog.

Intussen was Constantijns tweede zoon als Alexander I (1917-1920) koning geworden. Het volk beschouwde echter de verdreven koning Constantijn als een martelaar en noemde Alexander geen koning maar prins regent. In 1920 stierf Alexander I aan de beet van een aap. Een volksstemming op 5 december riep Constantijn terug: hij werd met laaiende geestdrift ontvangen en besteeg opnieuw de troon op 19 december. Venízelos moest het land weer verlaten.

In 1922 speelde zich de hoogst ongelukkige oorlog tegen Turkije af, waartegen koning Constantijn zich steeds had verzet. De Grieken waren vol van hun eeuwenoude droom: herovering van Istanboel en herstel van het Byzantijnse Rijk. De oorlog werd voor Griekenland rampzalig, het leed verpletterende nederlagen, de Turken staken de stad Smyrna in brand en de Griekse bevolking vluchtte bij honderdduizenden, het Griekse leger sloeg aan het muiten. Constantijn kreeg van alles de schuld en hij trad op 27 september af om een burgeroorlog te voorkomen. Zijn oudste zoon volgde hem op als George II (1922-1923). Constantijn I overleed in ballingschap te Palermo aan een hersenbloeding, in 1923.
Heerlijkheid:
van 1913 tot 1917 en van 1920 tot 1922 koning van Griekenland
Hij trouwde, 21 jaar oud, op zondag 27 oktober 1889 in Athene met de 19-jarige
25 Sophie van Pruisen, geboren op dinsdag 14 juni 1870 in Potsdam. Sophie is overleden op woensdag 13 januari 1932 in Frankfurt am Main, Duitsland, 61 jaar oud.
Notitie bij Sophie: Sophie werd geboren op 14 juni 1870 te Potsdam als prinses Sophie Dorothea Ulrike Alice van Pruisen; ze was het zevende kind en de derde dochter van de toenmalige kroonprins Frederik Willem van Pruisen en kroonprinses Victoria van Saksen-Coburg en Gotha. De vader van Sophie was de zoon van koning Wilhelm I van Pruisen, die vanaf 1871 Duits keizer werd, en koningin Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach. De moeder van Sophie was de oudste dochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en diens man prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha.

In haar jeugd stond Sophie bekend als Sossy. Haar familie kwam op de naam om dat het rijmde op Mossy. Mossy was de bijnaam van haar jongere zusje, prinses Margaretha.

Op 27 oktober 1889 huwde Sophie met kroonprins Constantijn van Griekenland, de latere koning Constantijn I. Het huwelijk vond plaats in Athene, Griekenland. Ze waren beiden afstammelingen van tsaar Paul I van Rusland en koning Frederik Willem III van Pruisen. Het huwelijk zorgde voor spanningen binnen de familie van Sophie. De problemen werden vooral veroorzaakt door keizerin Augusta Victoria, binnen de familie beter bekend als Dona, de vrouw van haar broer Willem. Toen prinses Sophie in 1890 bekend maakte dat ze haar protestantse geloof wilde afzweren, en toe wilde treden tot de Grieks-orthodoxe Kerk, werd ze door Dona op het matje geroepen. Dona vertelde Sophie dat wanneer ze dit deed, ze uit Duitsland verjaagd zou worden en dat haar ziel zou eindigen in de hel. Wilhem, Sophies broer, was het ook niet eens met haar besluit, dit kwam omdat hij het hoofd was van de Pruisisch Protestantse Kerk. Sophie reageerde fel, en zei tegen Dona, dat het niet haar zaken waren en dat zij er zich niet mee moest bemoeien. Dit maakte Dona ontzettend boos en hysterisch. En haar jongste zoon, prins Joachim van Pruisen, werd te vroeg geboren, en als de baby was overleden dan zou Sophie de baby hebben "vermoord".

Het huwelijk tussen Sophie en Constantijn werd een succes en er werden zes kinderen geboren, waaronder drie koningen.

Op 18 maart 1913 werd de schoonvader van Sophie, koning George I van Griekenland, vermoord in Thessaloniki. Daardoor werden Constantijn en Sophie koning en koningin van het Koninkrijk Griekenland. In 1916 resideerden de koning en koningin in Tatoi. Er ontstond toen een mysterieuze brand, die een groot deel van het kasteel en de omgeving er van, vernietigde. Koningin Sophie nam haar jongste kind, prinses Catharina, mee en rende er bijna 2,5 kilometer mee in haar armen. De brand duurde achtenveertig uur en er werd vermoed dat het een opzettelijke daad van brandstichting was.

Ze verliet Griekenland op 11 juni 1917 met haar man, die gedwongen was om af te treden vanwege zijn pro-Duitse sympathieën tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze gingen in ballingschap in Zwitserland. Echter konden ze in 1920 alweer terug keren naar Griekenland, omdat hun zoon, koning Alexander, plotseling was overleden. Alexander was op 25 oktober 1920 overleden aan bloedvergiftiging, als gevolg van de beet van een aap. Constantijn werd opnieuw koning op 19 december 1920. Van 25 oktober tot 19 december werd Griekenland geregeerd door de moeder van Constantijn I, koningin-regentes Olga Konstantinova van Rusland.

Echter was de tweede periode die Constantijn koning was van korte duur. Hij moest voor een tweede keer afstand doen van de troon op 27 september 1922 na de verloren oorlog met Turkije, de Grieks-Turkse Oorlog. Nog geen jaar later op 11 januari 1923 stierf Constantijn te Palermo in Italië.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Sophie verkeerd in geschat door het Griekse volk. Ze werd ervan beschuldigd eveneens haar man, pro-Duits te zijn, dit vanwege haar broer, Wilhelm II. Echter was ze net als haar moeder, hartstochtelijk pro-Brits.

In haar laatste jaren werd er bij Sophie kanker gediagnosticeerd. Ze stierf uiteindelijk op 13 januari 1932 te Frankfurt in Duitsland. Tijdens de restauratie van de Griekse monarchie in 1935 werd haar stoffelijk overschot in 1936 naar Griekenland overgebracht. Ze werd herbegraven in de Koninklijke Begraafplaats te Tatoi, naast haar man, koning Constantijn.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. George II, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 20 juli 1890 in Athene. George is overleden op dinsdag 1 april 1947 in Koninklijk Paleis, Athene, 56 jaar oud.
Notitie bij George: Hij was de oudste zoon van koning Constantijn I en koningin Sophie. Na zijn vaders abdicatie op 27 september 1922 kwam hij op de Griekse troon.

Geen enkel Europees land heeft zo gesold met zijn koningen als Griekenland. In 1923 schafte het Griekse parlement de monarchie af en riep de republiek uit. Na één jaar koning geweest te zijn, vertrok George II naar Londen.

De Tweede Griekse republiek (1924-1935) slaagde er niet in de problemen het hoofd te bieden. Onlust heerste er in het land: militaire opstanden, voortdurende wisselingen van ministeries, staatsgrepen en dictatuur. Venízelos werd in 1928 teruggehaald en bracht enige verbetering in de politieke, economische en financiële toestand. Maar in 1932 werd hij door de royalisten ten val gebracht en weer verbannen.

In 1935 besliste een volksraadpleging over het herstel van de monarchie en George II keerde terug naar Athene. De ernstige, eenvoudige en spaarzame vorst leefde als een eenzame in zijn geplunderde paleis. Na veertien ongelukkige huwelijksjaren (1921-1935) had koningin Elisabeth, oudste dochter van koning Ferdinand I van Roemenië, zich van hem laten scheiden.

George II bestreed de corruptie in het leger en in de politiek, kondigde amnestie af, maar slaagde er niet in te regeren als een constitutioneel monarch. Hij vormde een militaire dictatuur geleid door de rechtse generaal Metáxas, die alles wat naar links rook naar het buitenland verbande. Op 28 oktober 1940 vielen de Italianen het land binnen, nadat de koning een ultimatum van de Duce naast zich had neergelegd. Griekenland bood dapper weerstand, die echter niet meer mocht baten.

Toen op 6 april 1941 ook de Duitsers het land binnenrukten, verliet de koning met zijn regering het land. In oktober 1944 gaven de Duitsers Athene over aan de Engelsen; de uitgeweken regering keerde naar Griekenland terug. Een volksstemming in 1946 riep ook koning George II weer op de troon, maar een jaar later stierf hij, kinderloos, aan een hartaanval. Hij werd opgevolgd door zijn broer Paul.
Heerlijkheid:
was koning van Griekenland van 1922 tot 1923 en van 1935 tot 1947 (tussen 1941 en 1946 in ballingschap).
George trouwde, 30 jaar oud, op zondag 27 februari 1921 in Boekarest met Elizabeth van Roemenië, 26 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1935. Elizabeth is geboren op vrijdag 12 oktober 1894 in Sinaia, dochter van Ferdinand I (Victor Albert Meinrad van Hohenzollern-Sigmaringen) van Roemenië en Marie van Edinburgh. Elizabeth is overleden op woensdag 14 november 1956 in Cannes, 62 jaar oud.
Notitie bij Elizabeth: Zij werd geboren op het Kasteel Peles, als dochter van de latere koning Ferdinand I en diens vrouw Marie van Edinburgh.

Op 27 februari 1921 trouwde ze in Boekarest met de Griekse kroonprins George. George zou in 1922 koning van Griekenland worden, om een jaar later al weer te worden afgezet. Een gelukkig huwelijk hadden de twee onderwijl niet. Het paar bleef kinderloos en scheidde in 1935. In datzelfde jaar werd George, ten gevolge van een referendum, alsnog koning van Griekenland.

Elizabeth vestigde zich in Cannes, waar ze in 1956 overleed.
Heerlijkheid:
Roemeense prinses uit het huis Hohenzollern-Sigmaringen.
II. Alexander I, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op donderdag 20 juli 1893 in Athene. Alexander is overleden op maandag 25 oktober 1920 in Athene, 27 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Hij was de tweede zoon van koning Constantijn I en diens echtgenote Sophie van Pruisen. Na het gedwongen aftreden van Constantijn kwam zijn tweede zoon als Alexander I aan de macht. Het volk beschouwde echter de verdreven koning als een martelaar en noemde Alexander - in zijn koninklijk paleis een gevangene van premier Venízelos en de geallieerden - geen koning maar prins (regent).

Alexander was niet populair, en dat had veel te maken met zijn huwelijksleven. Hij was immers vóór de machtsovername getrouwd met Aspasia Manos (op 4 november 1919 in Athene), de beeldschone dochter van een rijke Atheense burger. Deze frivole, niet-adellijke dame was een notoire feministe, die zelfs een vliegbrevet haalde, wat in het conservatieve Griekenland op weinig sympathie kon rekenen.

Na de Eerste Wereldoorlog verkreeg Alexander voor zijn land gebiedsuitbreiding in het noorden, ten koste van Turkije en Bulgarije. Bovendien werd Smyrna (het huidige Izmir), een Turkse havenstad in Klein-Azië met een in hoofdzaak Griekssprekende bevolking, aan Griekenland toegewezen.

Het korte bewind van Alexander I eindigde in 1920 met een tragikomisch voorval. De koning-regent overleed aan bloedvergiftiging als gevolg van de beet van een aap. Een volksstemming riep Constantijn I terug op de troon: hij werd met laaiende geestdrift in Athene ontvangen.
Heerlijkheid:
was van 1917 tot 1920 koning van Griekenland
Alexander trouwde met Aspasia Manos. Aspasia is overleden.
III. Helena van Griekenland, geboren op zondag 3 mei 1896 in Athene. Helena is overleden op zondag 28 november 1982 in Lausanne, 86 jaar oud.
Notitie bij Helena: Helena had drie broers die achtereenvolgens koning van Griekenland werden: George, Alexander en Paul en twee jongere zussen: Irene en Catharina.

Op 10 maart 1921 trouwde ze in Athene met de Roemeense kroonprins Carol. Een gelukkig huwelijk werd het niet. Al na vier jaar - en na de geboorte van hun enige zoon Michael vertrok Carol met zijn maîtresse naar Parijs waar hij zich metterdaad vestigde. Carol gaf zelfs zijn recht op de troon op, ten behoeve van zijn zoontje. Koningin van Roemenië werd Helena derhalve nooit. Toen Carol in 1930 naar zijn vaderland terugkeerde om de regering op zich te nemen, waren Helena en hij inmiddels al twee jaar gescheiden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wijdde zij zich aan het verzorgen van gewonden en redde zij Roemeense Joden uit de handen van nazi-Duitsland, waarvoor zij later de Yad Vashem-onderscheiding kreeg.

Na de communistische machtsovername in 1947 vestigde Helena zich in het Zwitserland Lausanne. Daar bleef zij wonen tot aan haar overlijden op 86-jarige leeftijd in 1982.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
Helena trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 10 maart 1921 in Athene met Carol II van Roemenië, 27 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1928. Carol is geboren op zondag 15 oktober 1893 in Sinaia, zoon van Ferdinand I (Victor Albert Meinrad van Hohenzollern-Sigmaringen) van Roemenië en Marie van Edinburgh. Carol is overleden op zaterdag 4 april 1953 in Estoril, 59 jaar oud.
Notitie bij Carol: Hij was de eerste Roemeense koning die in Roemenië werd geboren en werd orthodox gedoopt. In zijn eerste jaren werd hij onderwezen door koning Carol I die hem voorbereidde op het koningschap. De jonge prins was een intelligent student met een energieke persoonlijkheid.

Carol staat meer bekend om zijn liefdesperikelen dan om zijn manier van regeren, daarvan ontbrak hem namelijk elke kennis. Hij trouwde voor de eerste maal tegen de regels van het koninklijk huis in met Joanna Marie Valentina "Zizi" Lambrino (1898-1953), dochter van een Roemeens generaal. Ze kregen één zoon, Mircea Gregor Carol Lambrino, maar het huwelijk werd in 1919 bij Koninklijk Besluit ongeldig verklaard. Op 10 maart 1921 trad hij in Athene in het huwelijk met Helena van Griekenland en Denemarken, dochter van Konstantijn I van Griekenland. Dit huwelijk was ook geen lang leven beschoren aangezien Carol een langdurige affaire kreeg met Elena Lupescu (eigenlijk Magda Wolff), dochter van de joodse apotheker Nicolas Wolff. Elena was vroeger de vrouw van de Roemeense legerofficier Ion Tampeanu geweest. Samen met haar verhuisde Carol naar Parijs. Als gevolg van dit schandaal gaf hij zijn recht op de troon op ten gunste van de zoon die hij bij Helena had, Michael. Michael volgde op 20 juli 1927 Ferdinand op als koning. Carol bleef onder de naam Carol Caraiman in Parijs wonen en in 1928 scheidde hij van Helena. Bij een andere minnares, Maria Martini, kreeg hij nog enige onechte kinderen. Deze escapades vormden een bron van inspiratie voor roddelbladen en -kronieken, en bezorgden het Roemeense koningshuis, voornamelijk in Roemenië zelf, een slechte reputatie.

Aangezien koning Michael nog een kind was, werd de regering waargenomen door een raad van regenten. In de hoop een langdurige periode van regentschap te vermijden en weer orde op zaken te kunnen stellen in de chaotische politiek van het land vroeg premier Iuliu Maniu Carol in 1930 om weer terug te keren. Voorwaarde was dat hij een einde zou maken aan zijn relatie met Magda Lupescu. Op 6 juni kwam Carol aan in Boekarest en werd voor het parlement tot koning uitgeroepen. Lupescu keerde op 4 augustus op onopvallende wijze weer terug naar Roemenië en koningin Helena zag zich gedwongen het land te verlaten.

Carol heerste tien jaar lang, een periode van grote economische groei gevolgd door een wereldwijde crisis, maar ook de periode waarin een eind kwam aan de parlementaire democratie. In 1931 stelde hij een uiterst rechtse koningsgezinde regering aan, het Kabinet van Nationale Concentratie. Leden van de ultra-nationalistische, antisemitische en fascistische IJzeren Garde waren hiervan uitgesloten. In deze tijd bloeiden allerlei extreem-rechtse bewegingen en politiek geweld kwam vaak voor. Onder Carols bewind vermoordde de IJzeren Garde (alias het Legioen van de Aartsengel Michaël) twee premiers. De fascisten en antisemieten richtten zich tegen Carol omdat hij in hun ogen een jodin als maîtresse had, en omdat ’hij, via zijn decadente hofkliek waarin vooral joden zaten, de joden Roemenië zou laten beheersen’.[bron?] Toen de extreem-rechtse bewegingen in december 1937 25% van de stemmen behaalden liet hij de antisemitische Goga en Cuza met hun Nationaal-Christelijke Partij een regering vormen. Hij hoopte dat deze zet de extreemrechtse groeperingen tegen elkaar op zou zetten, wat inderdaad lukte.

De crisis die hierop volgde was het excuus dat Carol nodig had om hard in te grijpen. In 1938 maakte Carol zichzelf tot absoluut heerser en verbood alle politieke partijen. Corneliu Zelea Codreanu, de ’kapitein’ van de IJzeren Garde, werd met een aantal kopstukken ’op de vlucht’ gedood, waarschijnlijk op instigatie van de koning.

Door een verdrag tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie moest Roemenië in 1940 Bessarabië en het noorden van Boekovina aan de Sovjet-Unie afstaan. Later dat jaar werd Roemenië door nazi-Duitsland en Italië gedwongen het noordwesten van Transsylvanië aan Hongarije af te staan en de zuidelijke Dobroedzja aan Bulgarije. Het volk, opgehitst door de IJzeren Garde, nam dit de koning zeer kwalijk en Carol zag zich op 5 september 1940 genoodzaakt de macht over te dragen aan generaal Ion Antonescu, die hem de volgende dag afzette. De 19-jarige Michael werd opnieuw koning, maar in feite was Antonescu de baas.

Op 7 september verlieten Carol en Magda Lupescu Roemenië voorgoed in een speciale trein. Zij mochten vele kunstschatten, waaronder 41 schilderijen van kunstenaars als Titiaan, El Greco en Nicolae Grigorescu, meenemen op voorwaarde dat hiervan niets verkocht zou worden.

Tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog probeerde Carol nog een aantal keer weer op de troon te komen. Hij had zelfs contact met de Sovjets, maar ontving in Roemenië geen steun. Carol en Magda woonden een aantal jaar in verschillende Zuid-Amerikaanse landen en op 3 juni 1947 trouwden ze in Rio de Janeiro (Brazilië). Magda noemde zich vanaf nu Elena prinses Hohenzollern. Uiteindelijk vestigden ze zich in Portugal. Hij stierf in 1953 aan een hartinfarct. Elena zou hem nog bijna 25 jaar overleven.

Carol werd begraven in Estoril (Portugal), maar zijn stoffelijk overschot werd in 2003 naar Roemenië overgebracht. Zijn kist is bijgezet in een kapel van de kathedraal van Curtea de Arges, waar de meeste leden van de Roemeense koninklijke familie zijn begraven.
Heerlijkheid:
was van 8 juni 1930 tot 6 september 1940 koning van Roemenië
IV. Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland, geboren op zaterdag 14 december 1901 in Athene (zie 12).
V. Irene van Griekenland en Denemarken, geboren op zaterdag 13 februari 1904 in Athene. Irene is overleden op maandag 15 april 1974 in Fiesole, 70 jaar oud.
Notitie bij Irene: Op 1 juli 1939 trouwde zij te Florence met Aimone van Savoye, de vierde hertog van Aosta. In 1941 werd Aimone als Tomislav II koning van de Duits-Italiaanse marionettenstaat Kroatië. Het paar betrad evenwel nooit Kroatische bodem, Aimone legde al in 1943 de kroon neer. Na de oorlog leefden Irene en haar man in ballingschap in Buenos Aires. Nadat Aimone daar in 1948 was overleden, mocht Irene terugkeren naar Italië. Zij nam weer bezit van de voormalige landgoederen van de hertogelijke familie van Aosta.
Irene trouwde, 35 jaar oud, op zaterdag 1 juli 1939 in Florence met Tomislav II van Kroatië, 39 jaar oud. Tomislav is geboren op vrijdag 9 maart 1900 in Turijn. Tomislav is overleden op donderdag 29 januari 1948 in Buenos Aires, 47 jaar oud.
Notitie bij Tomislav: Hij was de zoon van Emanuel Filibert van Aosta (zoon van Amadeus I van Spanje), en Hélène van Orléans. Op 1 juli 1939 huwde hij in Florence Irene van Griekenland, dochter van koning Constantijn I van Griekenland en Sophie van Pruisen. Op 27 september 1943 werd hun enige kind prins Amadeus (die na de dood van zijn vader de vijfde hertog van Aosta werd) geboren.

Het Koninkrijk Joegoslavië sloot in maart 1941 onder grote druk een pact met Duitsland. Hierop zette het leger, aangemoedigd door Engelse agenten, de regering en prins Paul (regent voor de minderjarige koning Peter II) af. Een week later viel een Duits-Italiaans-Hongaars-Bulgaarse strijdmacht Joegoslavië binnen. De Kroaten keerden zich tegen de Serviërs (waartoe de koninklijke familie behoorde) en Kroatië werd als dank hiervoor door Adolf Hitler tot onafhankelijk koninkrijk verheven. Deze staat - die in feite helemaal niet onafhankelijk was en volledig naar het pijpen van Duitsland en Italië danste - besloeg het grootste deel van Kroatië en Bosnië en Herzegovina en werd geleid door de Kroatische fascist Ante Pavelic.

Aimone werd in absentia gekroond tot koning van Kroatië, prins van Bosnië en Herzegovina en woiwode van Dalmatië, Tuzla en Temun. Hij noemde zich in deze hoedanigheid Tomislav II, naar Tomislav, de eerste koning van Kroatië die regeerde van 910 tot 928. Hij bleef echter in Italië wonen, zette nooit een voet op Kroatische bodem en had in feite geen enkele macht.

Aimone werd op 3 maart 1942 na de dood van zijn broer de vierde hertog van Aosta. Zijn broer Amadeus, de derde hertog, kwam om in een Brits krijgsgevangenenkamp in Nairobi. Na de Italiaanse capitulatie van 8 september 1943 deed hij op 12 oktober troonsafstand. Hij stierf op 29 januari 1948 in Buenos Aires.
Heerlijkheid:
hertog van Spoleto, prins van Savoye en vanaf 1942 vierde hertog van Aosta, was van 18 mei 1941 tot 12 oktober 1943 als Tomislav II officieel koning van de Onafhankelijke Staat Kroatië, een satellietstaat van nazi-Duitsland, hoewel hij nooit voet op Kroatische bodem zette.
VI. Catharina van Griekenland, geboren op zondag 4 mei 1913 in Athene. Catharina is overleden op dinsdag 2 oktober 2007 in Marlow, 94 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Op 21 april 1947 trouwde ze in Londen met Richard Brandram (5 augustus 1911 - 5 april 1994). Vanaf dat moment deed ze afstand van haar koninklijke titels en ging verder door het leven als Lady Catherine Brandram. Het paar kreeg een zoon, Richard Paul George Andrew Brandram (1948).

Ze was de laatst nog levende achterkleindochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
26 Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk, geboren op donderdag 17 november 1887 in Penzing bij Wenen. Ernst is overleden op vrijdag 30 januari 1953 in Pattensen bij Hannover, 65 jaar oud.
Notitie bij Ernst: Hij was de derde zoon van kroonprins Ernst August II van Hannover, (3e hertog van Cumberland), en Thyra van Denemarken, dochter van Christiaan IX.

Toen in 1884 hertog Willem van Brunswijk kinderloos stierf, maakte zijn verwant de hertog van Cumberland als hoofd van het huis der Welfen aanspraak op deze troon. Omdat deze als kroonprins zijn aanspraak op het in 1866 door Pruisen geannexeerde koninkrijk Hannover niet wilde opgeven, sloot de Bondsraad hem op aandringen van Otto von Bismarck uit van troonopvolging in Brunswijk. In zijn plaats koos de Brunswijkse landdag Albert van Pruisen en na diens dood in 1907 Johan Albrecht van Mecklenburg als regent.

Ernst August bracht in 1912 een bezoek aan de keizerlijke familie (die tevens de koninklijk familie van Pruisen was waarmee zijn familie sinds 1866 in conflict was) om te berichten van het dodelijke auto-ongeluk van zijn oudste broer George Willem. Gedurende dit bezoek werden hij en prinses Victoria Louise, de enige dochter van keizer Wilhelm II, verliefd op elkaar. Omdat een huwelijk politiek uiteraard zeer gevoelig zou liggen begonnen de huizen Hohenzollern en Hannover voorzichtige onderhandelingen. Uiteindelijk kwamen Ernst August, Victoria Louises broer prins Adalbert en Ernst Augusts zwager prins Max van Baden het volgende overeen: de hertog van Cumberland zou ten gunste van Ernst August afstand doen van zijn claim op de Brunswijkse troon (niet van de Hannoveraanse) en Ernst August zou dienstnemen bij de Zieten-huzaren in het Pruisische leger, de keizer trouw zweren en beloven nooit een poging te doen de troon van Hannover in handen te krijgen.

Hoewel ogenschijnlijk opgelost, lag deze kwestie bij bepaalde groeperingen nog uiterst gevoelig. Met name de extremistische Welfenpartij in Hannover drong er in min of meer bedekte woorden op aan dat Ernst Augusts troonsbestijging in Brunswijk ook het begin van de restauratie van het huis Hannover op de Hannoveraanse troon zou zijn. Aan de andere kant van het politieke spectrum waren er mensen die het gesloten akkoord als staatsgevaarlijk voor het Duitse Keizerrijk zagen.

De verloving tussen Ernst August en Victoria Louise vond plaats op 13 januari 1913 en was pas een dag van tevoren officieel aangekondigd. Het paar werd door het volk in Berlijn met gejuich onthaald en diezelfde dag legde Ernst August de eed af en werd ritmeester en compagniecommandant van het Brandenburgse Huzarenregiment Nr. 3 "von Zieten", waar zijn grootvader George V en overgrootvader Ernst August I kolonel waren geweest. Hij vroeg aan de Beierse prins-regent Luitpold ontheffing van de eed die hij als officier aan het leger van Beieren had gezworen en kreeg deze.

Hij trad op 24 mei 1913 met Victoria in het huwelijk. Deze plechtigheid was de laatste grote samenkomst van Europese monarchen voor de Eerste Wereldoorlog. Naast keizer Wilhelm, keizerin Augusta Victoria en de hertog en hertogin van Cumberland waren onder anderen ook de Britse koning George V en koningin Mary alsmede tsaar Nicolaas II met zijn echtgenote Alexandra Fjodorovna aanwezig.

De hertog van Cumberland deed op 27 oktober 1913 na veel politiek geharrewar officieel afstand van zijn aanspraak op de troon van Brunswijk. De volgende dag besloot de Bondsraad dat Ernst August regerend hertog van Brunswijk zou worden. Hij aanvaardde deze functie officieel op 1 november en reisde op 3 november per trein naar Brunswijk om daar door het volk en de eerste burgemeester officieel te worden onthaald.

Ernst August streed in de Eerste Wereldoorlog aan het front in Frankrijk en benoemde Victoria Louise tot regentes. Vanuit de loopgraven zond hij haar brieven met adviezen over het landsbestuur en sprak haar moed in. Tijdens de oorlog werd hij gepromoveerd tot generaal-majoor maar op 30 november 1917 nam George V hem en zijn nakomelingen de titel prins van Groot-Brittannië en Ierland af. De Novemberrevolutie (1918) dwong hem uiteindelijk - net als alle andere Duitse vorsten - tot aftreden (8 november).

Hij trok zich terug in Gmunden, leefde later met zijn gezin op Slot Blankenburg in de Harz en moest na de Tweede Wereldoorlog voor de Russen vluchten. Hij stierf op 30 januari 1953 op Slot Marienburg bij Hannover.
Heerlijkheid:
prins van Groot-Brittannië en Ierland, was van 2 november 1913 tot 8 november 1918 de laatste hertog van Brunswijk en als kleinzoon van koning George V van Hannover de laatste regerende monarch van het Huis Hannover.
Hij trouwde, 25 jaar oud, op zaterdag 24 mei 1913 met de 20-jarige
27 Victoria Louise van Pruisen, geboren op dinsdag 13 september 1892 in Potsdam. Victoria is overleden op donderdag 11 december 1980 in Hannover, 88 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Zij huwde met Ernst August (III) van Hannover die na 1913 regerend hertog van Brunswijk werd. Gedurende de Novemberrevolutie van 1918 werd hij afgezet en kwam er een einde aan de monarchie in Brunswijk. Het paar was reeds tijdens de Eerste Wereldoorlog op de vlucht geslagen (onder meer naar Oostenrijk). Na de oorlog vestigden zij zich in Slot Marienburg bij Hannover.

Aldaar legde zij zich, na de dood van haar man in 1953 vooral toe op het schrijven van boeken over haar eigen leven en de tijd van het wilhelminische Duitsland. Na een conflict met haar zoon Ernst August IV van Hannover in 1954 verliet zij Slot Marienburg en vestigde zich elders in Hannover, alwaar zij ook werd begraven.
Heerlijkheid:
Hertogin van Brunswijk-Lüneburg, Prinses van Pruisen, koninklijke Hoogheid
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ernst August IV van Brunswijk, geboren op woensdag 18 maart 1914 in Braunschweig. Ernst is overleden op woensdag 9 december 1987 in Pattensen, te Huis Calenberg, 73 jaar oud.
Notitie bij Ernst: Hij was een prins van Hannover en hertog van Brunswijk tot de afschaffing van de Duitse adel in 1919. Daarna ging Ernst August met zijn ouders en twee zusters in ballingschap in Oostenrijk. Van daaruit ging hij naar het internaat van Salem, om vervolgens rechten te studeren in Göttingen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan de Russische veldtocht. In het voorjaar van 1943 raakte hij bij Charkov zwaar gewond. Na de mislukte aanslag op Hitler in 1944, werd Ernst August, evenals vele andere Duitsers van adel, enige tijd geïnterneerd.

Met zijn familie was hij inmiddels komen wonen in de Harz, vanwaaruit moest hij in 1945 vluchten voor het Rode Leger, waarna hij zich weer vestigde in Hannover.

Na de dood van zijn vader werd hij hoofd van het Huis Hannover.
Na de dood van zijn vrouw, hertrouwde hij nog met gravin Monica van Solms-Laubach.
Ernst trouwde, 37 jaar oud, op vrijdag 31 augustus 1951 met Ortrud van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, 25 jaar oud. Ortrud is geboren op zaterdag 19 december 1925 in Flensburg. Ortrud is overleden op woensdag 6 februari 1980, 54 jaar oud.
Notitie bij Ortrud: Zij was een prinses uit het Huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg.

Zij was een dochter van Albert van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg (de jongste zoon van Frederik II van Sleeswijk-Holstein) en Ortrud van Isenburge en Büdingen.
II. George Willem van Brunswijk, geboren op donderdag 25 maart 1915 in Brunswijk. Hij is gedoopt op maandag 10 mei 1915. George is overleden op zondag 8 januari 2006 in München, 90 jaar oud.
Notitie bij George: Onder zijn peetouders waren aartshertogin Maria Christina van Oostenrijk, prins Axel van Denemarken en prinses Olga van Hannover-Cumberland. Van 1930 tot 1934 bezocht hij de Schule Schloss Salem, een prestigieuze kostschoool die was opericht door zijn oom, prins Max van Baden.

Hij was een fanatiek beoefenaar van de paardensport. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij deel uit van het Duitse Military Team. Na de oorlog richtte hij een paardrijacademie op in de buurt van München. Hij was jarenlang lid van het Internationaal Olympisch Comité.
Heerlijkheid:
prins van Groot-Brittannië en Ierland
George trouwde, 31 jaar oud, op dinsdag 23 april 1946 in Salem met Sophia van Griekenland en Denemarken, 31 jaar oud. Sophia is geboren op vrijdag 26 juni 1914 in Korfoe, dochter van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg. Sophia is overleden op zaterdag 3 november 2001 in München, 87 jaar oud. Sophia is weduwe van Christoffel van Hessen-Kassel (1901-1943), met wie zij trouwde op maandag 15 december 1930 in Berlijn.
Notitie bij Sophia: Van vaderskant was ze de kleindochter van George I van Griekenland en Olga Konstantinova van Rusland en stamde ze af van Nicolaas I van Rusland. Van moederskant was zij de achter-achter-kleindochter van Victoria van het Verenigd Koninkrijk (haar moeder was de kleindochter van Alice van Saksen-Coburg en Gotha, de tweede dochter van Victoria).

Sophia was de zus van Philip, die getrouwd is met de huidige koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
III. Frederika van Brunswijk, geboren op woensdag 18 april 1917 in Blankenburg (zie 13).
IV. Christiaan Oscar Ernst August Willem Victor George van Brunswijk, geboren op maandag 1 september 1919. Christiaan is overleden op donderdag 10 december 1981, 62 jaar oud.
V. Welf Hendrik Ernst August George Christiaan Berthold Frederik Willem Louis Ferdinand van Brunswijk, geboren op zondag 11 maart 1923. Welf is overleden op zondag 12 juli 1998, 75 jaar oud.
28 Christiaan X van Denemarken, geboren op maandag 26 september 1870 in Charlottenlund bij Kopenhagen. Christiaan is overleden op zondag 20 april 1947 in Amalienborg, 76 jaar oud.
Notitie bij Christiaan: Onder Christiaans bewind vonden beide wereldoorlogen plaats. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Haakon VII en de Nederlandse koningin Wilhelmina ontvluchtte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn land niet. Hij bleef in Kopenhagen duidelijk aanwezig als symbool van de Deense zaak. Hij maakte dagelijks te paard een rit door de stad, niet begeleid door lakeien of bewakers.

Bekend is de mythe dat Christiaan toen de Deense joden werden verplicht een gele armband met Jodenster te dragen zelf ook een dergelijke armband droeg. In navolging hiervan zouden de Denen deze armband toen ook allemaal zijn beginnen te dragen zodat de joden niet meer opvielen. In werkelijkheid is er van dit verhaal niets waar. De Denen droegen nooit een Jodenster en de Duitse bezetter heeft de joden zelfs nooit verplicht er een te dragen.

Desondanks werkte Christiaan de Duitsers wel degelijk sterk tegen en sympathiseerde hij met de joden. Na een brandstichting in een Kopenhaagse synagoge in december 1941 zond hij bijvoorbeeld een steunbetuiging aan de rabbijn. Adolf Hitler zond Christiaan op diens zeventigste verjaardag een felicitatieboodschap. De koning antwoordde met het zéér beknopte "hartelijk bedankt", hetgeen Hitler natuurlijk als een belediging zag.

De bezetting van Denemarken maakte communicatie met IJsland onmogelijk. Het IJslandse parlement nam op 10 april 1940 het heft in eigen handen. Een maand later bezetten de Britten het eiland en op 17 juni 1944 stemde het IJslandse volk in een referendum vóór afscheiding van Denemarken.

De bejaarde Christiaan viel in oktober 1942 van zijn paard. Dit veroorzaakte chronische gezondheidsproblemen en hij verscheen sindsdien nauwelijks meer in het openbaar. Op 9 mei 1945 woonde hij - zichtbaar verzwakt en in een rolstoel - de heropening van de Deense Rijksdag bij. Hij stierf op 20 april 1947. Op zijn kist werd een armband geplaatst zoals de leden van het verzet tijdens de oorlog droegen.

Christiaan X was getrouwd met Alexandrine, dochter van groothertog Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin, en een nicht van prins Hendrik der Nederlanden.
Heerlijkheid:
van 1912 tot 1947 koning van Denemarken, waartoe tot 1918 ook IJsland behoorde. Van 1918 tot 1944 regeerde hij over een onafhankelijk IJsland in personele unie met Denemarken.
Hij trouwde, 27 of 28 jaar oud, in 1898 met de 18 of 19-jarige
29 Alexandrine Augusta van Mecklenburg-Schwerin, geboren op woensdag 24 december 1879. Alexandrine is overleden op zondag 28 december 1952, 73 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik IX van Denemarken, geboren op zaterdag 11 maart 1899 in Sorgenfri (zie 14).
II. Knoet van Denemarken, geboren op vrijdag 27 juli 1900 in Sorgenfri. Knoet is overleden op maandag 14 juni 1976 in Kopenhagen, 75 jaar oud.
Notitie bij Knoet: Van 1947 tot 1953 was prins Knoet Christiaan beoogd troonopvolger, omdat zijn broer koning Frederik IX enkel dochters had. Na een referendum wijzigde Denemarken echter de grondwet, zodat erfopvolging ook in vrouwelijke lijn mogelijk werd gemaakt. Daardoor kon de oudste dochter van Frederik IX in 1972 als Margaretha II de Deense troon bestijgen. Prins Knoet Christiaan behield wel zijn leven lang de titel van erfprins.
Knoet trouwde, 33 jaar oud, op vrijdag 8 december 1933 met Caroline Mathilde van Denemarken, 19 jaar oud. Caroline is geboren op maandag 27 april 1914 in Jægersborghus, dochter van Harald van Denemarken (zie 57,IV) en Helene Adelheid van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Caroline is overleden op dinsdag 12 december 1995 in Sorgenfri, 81 jaar oud.
30 Gustaaf VI Adolf Van Zweden, geboren op woensdag 11 januari 1882 in Stockholm. Hij is gedoopt op zaterdag 11 maart 1882. Gustaaf is overleden op zaterdag 15 september 1973 in Helsingborg, 91 jaar oud.
Notitie bij Gustaaf: Hij werd geboren in Stockholm op 11 november 1882, hij werd toen hertog van Skåne. Hij was de oudste zoon van kroonprins Gustaaf van Zweden en kroonprinses Victoria. Toen hij werd geboren was koning Oscar II van Zweden aan de macht. Gustaaf Adolf had twee jongere broers: prins Wilhelm (1884-1965) die huwde met Maria Paulowna van Rusland en prins Erik die stierf op vrij jonge leeftijd (1889-1918). Toen zijn vader op 29 oktober 1950 stierf, werd hij koning van Zweden als Gustaaf VI Adolf. Zijn persoonlijke motto was Plikten framför allt (Nederlands: Plicht voor alles). Zijn overgrootmoeder Sofie van Holstein-Gottorp was een dochter van de afgezette koning Gustaaf IV Adolf van Zweden waardoor Gustaaf VI Adolf afstamt van het afgezette Zweedse koningshuis Holstein-Gottorp.

Gustaaf VI Adolf huwde een eerste maal op 15 juni 1905 met prinses Margaretha van Connaught, een dochter van prins Arthur van het Verenigd Koninkrijk en prinses Louise Margaretha van Pruisen. Prins Arthur was een zoon van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en prins-gemaal Albert. Louise Margaretha op haar beurt was een dochter van prins Frederik Karel van Pruisen en prinses Maria Anna van Anhalt-Dessau. Uit dit huwelijk werden vier zonen geboren en één dochter. Prinses Margaretha, zwanger van haar zesde kind, stierf erg onverwacht op 1 mei 1920 in Stockholms slot.

Een tweede huwelijk ging Gustaaf Adolf aan met prinses Louise Mountbatten. Het vond plaats op 3 november 1923 in het St. James’s Palace te Londen. Louise was een dochter van Lodewijk Alexander van Battenberg en van prinses Victoria Maria van Hessen-Darmstadt. Victoria Maria was een dochter van prinses Alice van het Verenigd Koninkrijk, een dochter van koningin Victoria en prins-gemaal Albert. Louise Mountbatten was een tante van de huidige prins-gemaal van Engeland, prins Philip Mountbatten. Het was Louise die koningin van Zweden werd.

In 1950 na de dood van koning Gustaaf V werd Gustaaf Adolf koning van Zweden. Zijn vader was overleden op 92-jarige leeftijd en Gustaaf VI Adolf werd koning op de leeftijd van 67 jaar. Gustaaf VI Adolf was gedurende 23 jaar koning der Zweden. Tijdens het bewind van Gustaaf VI Adolf werd er gewerkt aan een nieuwe constitutie van Zweden. Deze nieuwe constitutie ging uiteindelijk van kracht in 1975 na de dood van de koning. De nieuwe constitutie was ter vervanging van de grondwet daterende uit 1809 en was vooral gericht op hervormingen in overeenstemming met de moderne tijd. De persoonlijke kwaliteiten van koning Gustaaf Adolf maakten hem populair onder het Zweedse volk en, op zijn beurt heeft deze populariteit geleid tot een sterke publieke opinie ten gunste van het behoud van de monarchie. Gustaaf Adolfs expertise en interesse in een breed scala van terreinen (waaronder o.a. architectuur en plantkunde) maakte van hem een gerespecteerd man, net als zijn informele en bescheiden karakter en zijn doelgericht vermijden van pracht en praal. De monarchie werd echter ondergeschikt gemaakt aan een democratische staat. Aanvullende bevoegdheden van de vorst werden verwijderd toen in Zweden de constitutionele hervorming werd voltooid in 1975.

Gustaaf VI Adolf was een toegewijd archeoloog en werd toegelaten tot de British Academy voor zijn werk in de botanie in 1958. Gustaaf VI Adolf had deelgenomen aan de archeologische expedities in China, Griekenland en Italië en hij was de oprichter van het Zweedse Instituut te Rome. Hij werd in 1910 de 1126e Ridder in de Orde van het Gulden Vlies in Spanje en hij werd in 1954 de 915e Ridder in de Orde van de Kousenband.

Koning Gustaaf VI Adolf overleed op 15 september 1973 op de leeftijd van 90 jaar na een verslechtering van zijn gezondheid, dat eindigde in longontsteking in het ziekenhuis van Helsingborg. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon, de 27-jarige kroonprins Karel Gustaaf, zoon van de in 1947 overleden prins Gustaaf Adolf. Koning Gustaaf VI Adolf werd niet zoals bijna al zijn voorgangers bijgezet in de Riddarholmskyrkan te Stockholm maar op de Koninklijke begraafplaats van het Hagapaleis. Hij werd begraven naast zijn twee overleden vrouwen. Koning Gustaaf Adolf is de grootvader van de huidige Zweedse koning, Karel XVI Gustaaf en van de huidige Deense koningin Margaretha II.

De reputatie van de koning als een "professionele amateur hoogleraar" was alom bekend, zowel nationaal als internationaal, en ook onder zijn familieleden en vrienden. Gustaaf Adolf had een enorme privé-bibliotheek bestaande uit bijna 80.000 boeken - het meest indrukwekkende in dit alles was dat hij daadwerkelijk het grootste deel van al die boeken had gelezen. Hij had belangstelling in gespecialiseerde literatuur over Chinese kunst en Oost-Aziatische geschiedenis. Koning Gustaaf Adolf was vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van de beschaving, en hij heeft deelgenomen aan verschillende archeologische expedities. Een andere grote interesse was plantkunde, vooral op het gebied van bloemen en tuinieren. Hij werd beschouwd als een expert op het gebied van de rododendron. Bij het Sofieropaleis (het zomerverblijf van de koning) kweekte hij een van de mooiste collecties rododendrons.

Net als zijn zoon, prins Bertil van Zweden, had koning Gustaaf Adolf levenslang belangstelling in verschillende sporten. Hij genoot van tennis en golf. Daarnaast was hij dol op vliegvissen.
Gustaaf trouwde (2), 41 jaar oud, op zaterdag 3 november 1923 in in het St. James’s Palace met Louise Mountbatten (1889-1965), 34 jaar oud.
Hij trouwde (1), 23 jaar oud, op donderdag 15 juni 1905 met de 23-jarige
31 Margaretha van Connaught, geboren op zondag 15 januari 1882 in Bagshot Park, Surrey. Margaretha is overleden op zaterdag 1 mei 1920 in Stockholms slot, 38 jaar oud.
Notitie bij Margaretha: Margaretha, in Engeland beter bekend als Princess Margaret of Connaught, werd geboren op 15 januari 1882. Zij was de dochter van prins Arthur, hertog van Connaught en Strathearn en prinses Louise Margaretha van Pruisen. Haar grootouders aan vaderskant waren koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Haar grootouders aan moederskant waren prins Frederik Karel van Pruisen en prinses Maria Anna van Anhalt-Dessau. In haar familiekring werd zij ook wel Daisy genoemd. Ze was een prinses van Groot-Brittannië en Ierland.

Margaret werd gedoopt op 11 maart 1882 door Archibald Campbell Tait, de toenmalige aartsbisschop van Canterbury. Haar meters en peters waren: koningin Victoria, keizer Wilhelm I van Duitsland en keizerin Augusta van Duitsland, de Duitse kroonprinses Victoria, haar grootouders aan moederskant en de Britse Prince of Wales. Margaret kreeg een jonger broertje: Arthur (1883-1938), huwde Alexandra, Hertogin van Fife, dochter van Prinses Louise, die op haar beurt de oudste dochter was van de latere koning Edward VII. En Margaret had een jonger zusje: Patricia (1886-1974), huwde Alexander Ramsay.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gustaaf Adolf Van Zweden, geboren op zondag 22 april 1906 in Stockholm. Gustaaf is overleden op zondag 26 januari 1947 in Kastrup, 40 jaar oud.
Notitie bij Gustaaf: De prins overleed bij een vliegtuigongeluk (KLM-vlucht PH-TCR), nabij de Deense luchthaven Kastrup toen zijn enige zoon en toekomstig kroonprins nog geen jaar oud was. Het fatale ongeluk gebeurde met een KLM-toestel dat onderweg was van Amsterdam naar Stockholm. Alle 22 inzittenden van het toestel, onder wie de Amerikaanse operazangeres en actrice Grace Moore, kwamen om.

Dankzij het feit dat Gustaaf Adolfs vader, de koning, 90 jaar oud werd, was zijn kleinzoon al 27 jaar oud toen hij tot koning van Zweden werd gekroond. Gustaaf Adolf zelf was nooit kroonprins aangezien hij reeds was overleden toen zijn vader in 1950 koning werd.
Gustaaf trouwde, 26 jaar oud, op woensdag 19 oktober 1932 met Sybilla van Saksen-Coburg en Gotha, 24 jaar oud. Sybilla is geboren op zaterdag 18 januari 1908 in Slot Friedenstein, Gotha, dochter van Karel Eduard van Saksen-Coburg en Gotha en Victoria Adelheid van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Sybilla is overleden op dinsdag 28 november 1972 in Stockholm, 64 jaar oud.
Notitie bij Sybilla: Omdat haar man nog voor zijn grootvader overleed, werd ze nooit kroonprinses.
Toen Gustaaf Adolf in 1947 bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam, werd de toen éénjarige Karel Gustaaf de nieuwe erfprins en na de dood van zijn overgrootvader in 1950 kroonprins. De kroning van haar zoon tot koning van Zweden op 19 september 1973 maakte ze niet mee, omdat ze even daarvoor op vierenzestigjarige leeftijd overleed.

Sybilla voelde zich nooit echt thuis in Zweden. Ze sprak de taal maar moeizaam (met haar kinderen sprak ze altijd Duits) en raakte, na de dood van haar man ook aan het hof steeds meer geïsoleerd. Ze was niet erg geliefd bij de Zweden, wat mede te maken had met feit dat haar vader aanhanger van de Nazi’s was. Haar dood leidde in Zweden nauwelijks tot beroering.

Via Sybilla - haar oma Helena van Waldeck-Pyrmont was een zuster van de Nederlandse koningin Emma - zijn het Nederlandse en Zweedse koningshuis aan elkaar gelieerd.
II. Ingrid Van Zweden, geboren op maandag 28 maart 1910 in Stockholm (zie 15).

Generatie 6 (oudouders)

48 George I (Christiaan Willem Ferdinand Adolf George ) van Griekenland, geboren op woensdag 24 december 1845 in Kopenhagen. George is overleden op dinsdag 18 maart 1913 in Thessaloniki, 67 jaar oud.
Notitie bij George: Oorspronkelijk een Deense prins, werd hij als zeventienjarige jongen gekozen door het Griekse parlement als koning van Griekenland (der Hellenen), omdat een jaar eerder Koning Otto was afgezet. Zijn benoeming werd ook door de Grote Mogendheden goedgekeurd (Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland, het Tweede Franse Keizerrijk en het Russische Rijk) .

Als eerste Griekse monarch van een nieuwe dynastie, werd zijn 50 jaar lange regering (de langste in de moderne Griekse geschiedenis) gekenmerkt door de territoriale winsten van Griekenland en vestigde het zijn plaats in de periode voor de Eerste Wereldoorlog. Twee weken voor zijn 50-jarig regeringsjubileum en tijdens de Eerste Balkanoorlog werd George vermoord. In scherp contrast met zijn eigen regering, waren de regeringen van zijn opvolgers kort en onveilig.

George werd geboren als Prins Willem van Denemarken (Christiaan Willem Ferdinand Adolf George van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg) in Kopenhagen als tweede zoon van prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg en diens vrouw prinses Louise van Hessen-Kassel. Tot zijn bestijging van de troon in Griekenland, stond hij bekend als Prins Willem (Vilhelm), de naam van zijn grootvader zowel aan zijn vaderskant als aan moederskant, Frederik Willem van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg en Willem van Hessen-Kassel. Willem was één van de Europese royals die afstamde van de keizers uit het Byzantijnse Rijk. In 1852 werd zijn vader benoemd tot troonopvolger van de koning van Denemarken, Frederik VII. Toen werd hij Prins Willem van Denemarken, en ook zijn broers en zussen kregen de titel Prins of Prinses van Denemarken.

Willem was een jongere broer van Frederik (1843-1912) die in 1906 koning werd en huwde met prinses Louise van Zweden en van Alexandra (1844-1925) de vrouw van koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk. Willem was een oudere broer van Dagmar (1847-1928) die tsarina van Rusland werd door haar huwelijk met tsaar Alexander III van Rusland (toen Dagmar huwde kreeg ze de naam Maria Fjodorovna), Thyra (1853-1933) die huwde met Ernst August II van Hannover en Waldemar (1858-1939) die Marie van Bourbon-Orléans huwde. Willem begon zijn carrière bij de Koninklijke Deense Marine, maar toen hij zeventien werd, werd hij door het Griekse parlement gekozen tot nieuwe Koning der Hellenen op 30 maart 1863, als gevolg van de gedwongen abdicatie van Koning Otto. Hij werd koning nog voor zijn vader dat deed. Vader Christiaan werd koning van Denemarken op 15 november van het zelfde jaar.

Na het vertrek van Otto I leverde het Deense koningshuis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg een koning, en wel de achttienjarige prins Willem, tweede zoon van Christiaan IX, die de naam van George I aannam. De slanke en energieke koning trouwde enkele jaren later met Olga Konstantinova, kleindochter van Nicolaas I van Rusland.

George I leefde sober, werkte hard en reisde vier jaar door het land om de moeilijkheden van zijn volk te leren kennen. Deense architecten zetten de bouwactiviteiten voort, die de Beierse bouwmeesters onder Otto I begonnen waren.

Ondanks de democratische grondwet van 1864 (algemeen mannenkiesrecht, vrijheid van pers en godsdienst) bleef Griekenland van een stabiele democratie verstoken. Dé strijdvraag van ministerie en parlement bleef: de nog onder Turks bewind staande Griekse gebieden met geweld bevrijden of de Turken te vriend houden om aan het economische herstel van eigen land te kunnen werken.

Als huwelijksgeschenk voor de nieuwe koning had Engeland in 1864 de Ionische Eilanden afgestaan en in 1877 werd het vruchtbare Thessalië bij Griekenland gevoegd.

In 1913, na de Balkanoorlogen, volgden Kreta, Noord-Griekenland en een aantal Egeïsche eilanden. In datzelfde jaar werd de populaire koning George I, toen hij door de straten van de pas verworven stad Thessaloníki wandelde, door een geesteszieke, Alexandros Schinas, doodgeschoten. Zijn oudste zoon Constantijn volgde hem op.
Heerlijkheid:
Koning van Griekenland vanaf 1863 tot zijn dood in 1913
Hij trouwde, 21 of 22 jaar oud, in 1867 met de 15 of 16-jarige
49 Olga Konstantinova van Rusland, geboren op woensdag 3 september 1851 in Pavlovsk (Sint-Petersburg). Olga is overleden op vrijdag 18 juni 1926 in Rome, 74 jaar oud.
Notitie bij Olga: Zij was de dochter van grootvorst Constantijn Nikolajevitsj Romanov (een jongere broer van tsaar Alexander II) en Alexandra van Saksen-Altenburg. Zij was een kleindochter van tsaar Nicolaas I.

In 1867 trouwde ze - pas zestien jaar oud - met de Griekse koning George I, die ze had leren kennen toen deze zijn zuster, Dagmar, de vrouw van de Russische kroonprins Alexander, kwam bezoeken.
Heerlijkheid:
(Ze was een Russische grootvorstin. En door haar huwelijk met koning George I van Griekenland, koningin van Griekenland. Ze was ook een korte periode, in 1920, koningin-regentes van Griekenland)
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 2 augustus 1868 in Athene (zie 24).
II. George van Griekenland, geboren op donderdag 24 juni 1869 in Korfoe. George is overleden op maandag 25 november 1957 in Saint-Cloud, 88 jaar oud.
Notitie bij George: Hij was een oom van Philip Mountbatten.

Samen met zijn broers Constantijn en Nicolaas, was George betrokken bij de organisatie van de eerste moderne Olympische Spelen van 1896 in Athene. George was er voorzitter van het comité voor watersport. Van 1898 tot 1906 was George Hoog Commissaris van Kreta, in de verwarde periode van de overdracht van het Osmaanse rijk en de vereniging met Griekenland.

In de biografische film Princesse Marie van Benoît Jacquot wordt het huwelijk als ongelukkig beschreven. George van Griekenland was immers homoseksueel. Hij had sinds 1903 een relatie met zijn neef Waldemar van Denemarken.
George trouwde, 38 jaar oud, op zaterdag 21 september 1907 met Marie Bonaparte, 25 jaar oud. Marie is geboren op zondag 2 juli 1882 in Saint-Cloud, dochter van Roland Napoleon Bonaparte en Marie Blanc. Marie is overleden op vrijdag 21 september 1962 in Gassin bij Saint-Tropez, 80 jaar oud.
Notitie bij Marie: Ze werd geboren als dochter van Roland Bonaparte (zoon van Pierre Napoleon Bonaparte) en de welgestelde Marie Blanc. Haar moeder stierf kort na de bevalling, waarna ze op liefdeloze wijze door haar vader werd opgevoed. Op 21 september 1907 trad ze in het huwelijk met George van Griekenland, zoon van koning George I van Griekenland. Uit dit huwelijk kwamen twee kinderen voort: Peter (1908-1980) en Eugénie (1910-1989).

Geplaagd door geestelijke problemen nam zij in 1925 op advies van René Laforgue contact op met Sigmund Freud, met wie zij een analyse begon en voor de rest van haar leven goed bevriend raakte. Na haar terugkeer in Parijs (1926) besloot zij zich aan de psychoanalyse te wijden. Ze participeerde in de oprichting van de Société psychanalytique de Paris en de Revue française de psychanalyse en vertaalde werken van Freud. Voorts schreef ze studies over Edgar Allen Poe, de drifttheorie en de vrouwelijke seksualiteit. In de jaren ’50 verzette ze zich tegen de opgeld doende theorieën van Jacques Lacan. Ze overleed op 80-jarige leeftijd.
III. Alexandra van Griekenland, geboren op dinsdag 30 augustus 1870 in Korfoe. Alexandra is overleden op donderdag 24 september 1891 in Iljinskoje (bij Moskou), 21 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Ze was slechts negentien jaar oud toen ze trouwde met grootvorst Paul Aleksandrovitsj van Rusland. In de zevende maand van haar tweede zwangerschap viel Alexandra flauw tijdens een bal. Ze beviel van een gezonde zoon, maar verloor zelf het bewustzijn en stierf na zes dagen in coma te zijn geweest.

Haar echtgenoot sloot na haar dood een morganatisch huwelijk met Olga Karovitsj.
Alexandra trouwde, 18 of 19 jaar oud, in 1889 met Paul Aleksandrovitsj van Rusland, 28 of 29 jaar oud. Paul is geboren op woensdag 3 oktober 1860 in Peterhof, zoon van Alexander II Nikolajevitsj van Rusland (zie 197,I) en Maria Aleksandrovna (Maximiliane Wilhelmina Augusta Sophie Marie) van Hessen-Darmstadt. Paul is overleden op woensdag 29 januari 1919 in Sint-Petersburg, 58 jaar oud. Paul trouwde later in 1902 in Livorno, Italië met Olga Valerianovna Karnovitsj (na 1915 Palej) (1866-1929).
Notitie bij Paul: Hij stierf tijdens de Russische Revolutie door toedoen van de Bolsjewieken.

Vlak na de geboorte van hun jongste zoon, stierf Alexandra en werd Paul weduwnaar. Hij begon een langdurige verhouding met Olga Karnovitsj, die getrouwd was met een van de officieren uit het regiment van de grootvorst. Zij scheidde en Paul deed te vergeefs een beroep op zijn vader, om toestemming voor een huwelijk tussen hen beiden. In 1902 trouwde het koppel in het geheim, in Italië. De Beierse prins-regent Luitpold verhief Olga in de adelstand. Ze mocht zich nu gravin van Hohenfelsen noemen. Aan het Russische hof werd echter minder luchtig op de zaak gereageerd. Paul werd van al zijn militaire verplichtingen ontheven, werd verbannen uit Rusland en er werd beslag gelegd op zijn inkomen. Er werd gefluisterd dat tsarina Alexandra Fjodorovna hierachter zat.

Jaren later kreeg Paul toestemming terug te keren naar het Russische hof, op voorwaarde dat hij zijn vrouw niet meebracht. Hier volgde een lange correspondentie tussen Sint-Petersburg en Parijs op. Uiteindelijk werd besloten dat Olga toestemming kreeg de Russische grens te overschrijden. In 1915 werd het paar weer aan het hof verwelkomd.

Paul had in zes paragrafen neergeschreven wat zijn eisen voor zijn vrouw waren. De tsarina kwam tussenbeide en schrapte de belangrijkste delen. Olga kreeg uiteindelijk enkele van de voorrechten die grootvorstinnen kregen. Al dit getouwtrek zorgde voor een breuk tussen Paul en het tsaristische paar, en dan vooral de tsarina. Grootvorstin Maria Paulowna, die zelf een conflict met de tsarina had, zag haar kans schoon en nam Olga onder haar hoede.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kregen Olga en haar kinderen de prinselijke titel Paley. Paul voerde tijdens deze oorlog enkele legeronderdelen aan. Hun zoon Vladimir was in die tijd een succesvol dichter en erg geliefd in Sint-Petersburg. Pauls zoon uit zijn eerste huwelijk, Dimitri Paulovitsj, raakte in 1916 betrokken bij de moord op de gebedsgenezer Grigori Raspoetin. Hierdoor kwam een eind aan de vriendschap, die al zoveel deuken had opgelopen, tussen de tsaar en Paul.

Na de Bolsjewistische machtsovername sloeg het gezin op de vlucht. Vladimir werd in juli 1918 geëxecuteerd. In augustus van datzelfde jaar werd Paul zelf gevangengenomen. Hij had een erg slechte gezondheid en Olga deed er alles aan om hem vrij te krijgen. Haar pogingen waren tevergeefs. Hij werd naar een gevangenis in Sint-Petersburg overgebracht en werd de volgende ochtend met zijn neven (Nicolaas Michajlovitsj, George Michajlovitsj en Dimitri Konstantinovitsj) om het leven gebracht. De Bolsjewieken weigerden Olga haar man te laten begraven: de lichamen werden in een massagraf begraven en werden nooit meer gevonden.
Titel:
grootvorst van Rusland
IV. Nicolaas van Griekenland en Denemarken, geboren op maandag 22 januari 1872 in Athene. Nicolaas is overleden op dinsdag 8 februari 1938 in Athene, 66 jaar oud.
Notitie bij Nicolaas: Nicolaas had de bijnaam “Greek Nicky” (Greek, opdat hij niet verward zou worden met “Nicky”). Hij was een getalenteerd schilder en ondertekende zijn werken altijd met “Nicolaas Leprince”. Samen met zijn broers Constantijn en George hielp hij bij de organisatie van de Olympische Zomerspelen 1896 in Athene.
Nicolaas trouwde met Helena Vladimirovna van Rusland. Helena is geboren op dinsdag 17 januari 1882 in Tsarskoje Selo, dochter van Vladimir Aleksandrovitsj Romanov. Helena is overleden op woensdag 13 maart 1957 in Athene, 75 jaar oud.
V. Maria Georgievna Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg van Griekenland en Denemarken, geboren op vrijdag 3 maart 1876 in Athene. Maria is overleden op zaterdag 14 december 1940 in Athene, 64 jaar oud.
Notitie bij Maria: Tijdens de Russische Revolutie werd George in Sint-Petersburg door de bolsjewieken om het leven werden gebracht. George was toen 55 jaar oud. Maria wist de revolutie te overleven en het land te ontvluchten.

Ze hertrouwde op 16 december 1922 te Wiesbaden met admiraal Pericles Ioannides, van wie ze een aantal jaren later weer scheidde.

Maria stierf in haar geboortestad Athene op 64-jarige leeftijd.

Haar dochter Xenia leefde enkele jaren op Long Island met Anna Anderson, die claimde haar nicht Anastasia te zijn.
Titel:
prinses van Griekenland en Denemarken
Maria trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 12 mei 1900 in Korfoe met Georgi Michajlovitsj van Rusland, 36 jaar oud. Zie 119,IV voor persoonsgegevens van Georgi.
50 Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland, geboren op dinsdag 18 oktober 1831 in Potsdam. Frederik is overleden op vrijdag 15 juni 1888 in Potsdam, 56 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik Willem (zoals hij voor zijn troonsbestijging bekendstond) was de zoon van Wilhelm I en Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach, een dochter van groothertog Karel Frederik. Hij trad in 1858 in het huwelijk met prinses Victoria van Saksen-Coburg-Gotha, een dochter van koningin Victoria. Zij had een grote invloed op haar echtgenoot.

Met de dood van zijn oom Frederik Willem IV werd Frederik Willems vader in 1861 koning en hijzelf kroonprins.

Frederik gold als de "liberale hoop" van Duitsland, een gezindheid die zijn positie in het conservatieve Pruisen bemoeilijkte. Hij had een slechte relatie met zijn vader Wilhelm I, diens kanselier Otto von Bismarck en zijn eigen oudste zoon, de sterk door Bismarck beïnvloede latere Wilhelm II. Er wordt nog steeds gespeculeerd of Frederik, als hij langer aan de macht was gebleven, of eerder de troon had kunnen overnemen van zijn conservatieve vader, de geschiedenis van de monarchie, het keizerrijk en later de wereld een andere koers had kunnen geven.

Frederik was bijna koning geworden van Pruisen in 1862 toen zijn vader dreigde met aftreden omdat het Pruisische parlement zijn legerhervormingsplannen niet goedkeurde. Na lang aarzelen besloot Wilhelm niet af te treden en benoemde Wilhelm tevens Bismarck tot minister-president om de constitutionele crisis op te lossen. Hierna volgde het land een conservatieve koers en Frederik schikte zich schijnbaar in zijn rol. Hij bekleedde hoge commandoposten in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866) en de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871). Hij werd in 1871 met een bijzonder Grootkruis van het IJzeren Kruis en de Orde "Pour le Mérite" onderscheiden.

Critici van Frederik beweren dat zijn liberale opvattingen hoofdzakelijk van zijn vrouw afkomstig waren en dat hijzelf herhaaldelijk bleef zwalken tussen conservatisme en progressievere opvattingen. Ook verwijten liberale critici hem dat hij zijn kinderen en vooral latere kroonprins Wilhelm geen liberalere opvoeding heeft gegeven. Het is trouwens helemaal niet zeker of een langer regerende liberale Frederik in zijn eentje veel aan de status quo had kunnen veranderen. De bestuurlijke elite van het land was door en door conservatief en voor minder autoritaire geluiden was aanvankelijk weinig ruimte hoewel dit na het vertrek van Bismarck wel enigszins veranderde.

In 1887 openbaarde zich bij de kroonprins, die een zware roker was, keelkanker. Conflicten tussen zijn Duitse en Engelse artsen maakten een adequate behandeling, voor zover toen beschikbaar, onmogelijk en toen Frederiks strottenhoofd uiteindelijk operatief werd verwijderd was de kanker al uitgezaaid. Frederik kon na de operatie niet meer spreken en toen hij na de dood van zijn vader de troon besteeg (9 maart 1888), was hij reeds terminaal ziek en 99 dagen later stierf hij. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Wilhelm II.

Frederik Willem noemde zich zowel in zijn hoedanigheid van koning van Pruisen als in die van Duits keizer Frederik III. Aanvankelijk had hij zich in aansluiting op de telling van de keizers van het Heilige Roomse Rijk Frederik IV willen noemen (Frederik III regeerde 1452-1493), maar Bismarck ontraadde hem dit. Hierop besloot hij met de naam Frederik III aan te knopen bij de nummering van de koningen van Pruisen (Frederik II de Grote regeerde 1740-1786).

Op 24 augustus 1874 werd Frederik in de Nederlandse Militaire Willems-Orde opgenomen. Aanleiding was, zo blijkt uit de inscriptie "Wilhelm III. König der Niederlande / bei der Vermählung der Prinzessin Marie von Preussen / und Prinz Heinrich der Niederlande. / Potsdam, am 24. August 1878." op zijn in Berlijn in het Zeughaus bewaarde ster, een dynastiek huwelijk.
Heerlijkheid:
van 9 maart tot 15 juni 1888 als Frederik III (Duits: Friedrich III.) keizer van het Duitse Rijk en koning van Pruisen. Hij werd binnen de familie ook wel Fritz genoemd.
Hij trouwde met
51 Victoria van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op zaterdag 21 november 1840 in Londen. Victoria is overleden op maandag 5 augustus 1901 in Kronberg im Taunus, 60 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Victoria werd geboren op 21 november 1840 in Buckingham Palace, te Londen. Haar moeder was de toenmalige regerende Britse monarch, koningin Victoria. Zij was de enige dochter van Prins Eduard Augustus, hertog van Kent en diens vrouw Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Victoria’s vader was Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha. De overgrootouders van Victoria aan moedersvaderskant waren koning George III van het Verenigd Koninkrijk en diens vrouw koningin Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Haar grootouders aan vaderskant waren hertog Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha en diens vrouw hertogin Louise van Saksen-Gotha-Altenburg. Ze werd gedoopt in de Troonzaal van Buckingham Palace op 10 februari 1841 door de aartsbisschop van Canterbury, William Howley. Haar meters en peters waren, koningin Adelheid van Saksen-Meiningen de vrouw van wijlen koning Willem IV, Leopold I, koning der Belgen, de Hertog van Saksen-Coburg en Gotha, de hertog van Sussex, de hertogin van Gloucester en haar grootmoeder aan moederskant de hertogin van Kent.

Als dochter van de vorstin, werd Victoria automatisch een Britse Prinses en stond ze bekend als Hare Koninklijke Hoogheid (Her Royal Highness) beter bekend als HRH De Prinses Victoria (Her Royal Highness The Princess Victoria). Toen ze geboren werd was Victoria de waarschijnlijke troonopvolger voor de troon van het Verenigd Koninkrijk. Dit bleef ze tot aan de geboorte van haar jongere broer Prins Albert, de latere koning Eduard VII op 9 november 1841. In 1841 creëerde koningin Victoria haar tot Princess Royal, deze titel werd sinds 1642 gegeven aan de oudste dochter van de regerende Britse monarch. Vanaf dat moment was Victoria beter bekend als HRH The Princess Royal. Binnen haar familie was Victoria beter bekend als Vicky.

Haar ouders zagen nauwkeurig toe op haar opleiding en educatie. Op de leeftijd van vijf jaar kon zij al schrijven en lezen, dit werd haar geleerd door Lady Lyttelton. En ze kon ook al op jonge leeftijd Frans en Duits spreken, dit kwam omdat Victoria veel verschillende gouvernanten had. Ze kreeg privé-onderwijs in Grieks, Latijn, Frans, Duits, wis- en natuurkunde en geschiedenis. Haar vader gaf haar daarnaast nog onderricht in politicologie en filosofie.

In 1851 ontmoette Victoria haar toekomstige man, Prins Frederik Willem van Pruisen (1831–1888), toen hij en zijn ouders in Londen waren op uitnodiging van koningin Victoria en prins Albert, om de opening bij te wonen van de Wereldtentoonstelling. In die tijd was Frederik, oudste zoon van Prins Willem van Pruisen en prinses Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach, tweede in lijn voor de Pruisische troon. In 1855 verloofde het stel zich toen Frederik een bezoek bracht aan Balmoral Castle. Victoria was in die tijd pas veertien jaar oud terwijl haar man vierentwintig jaar was.

Op 19 mei 1857 trouwden ze, op verzoek van koningin Victoria, in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace in Londen. Op de dag van het huwelijk zong het toegestroomde publiek: "God save the Prince and Bride! God keep their lands allied!". Het huwelijk werd uit liefde gesloten, maar had ook duidelijke dynastieke kanten. Een versteviging van de relatie tussen het Britse en het Pruisische vorstenhuis werd aan beide kanten toegejuicht. Alleen de vader van de bruidegom was minder enthousiast. Hij zag liever dat zijn zoon zou trouwen met een Russische grootvorstin. Augusta, de moeder van Frederik, was dol enthousiast over dit huwelijk. Zij zag dit als een kans om Pruisen te binden met het veel liberalere Groot-Brittannië. En ook koning Leopold I van België was een groot voorstander van dit huwelijk en had al langer het idee gekoesterd dat Frederik zou trouwen met Victoria, dit had hij meerdere malen laten weten aan Christian Friedrich, Baron von Stockmar.

Frederik kreeg van zijn vader de titel Majoor-Generaal in het Pruisische leger als cadeautje ter gelegenheid van zijn huwelijk. Vanaf het begin was het huwelijk zeer goed en beide echtlieden waren zeer op elkaar gesteld. Victoria had ook een liberale opvoeding gehad en had dezelfde politieke opvattingen als haar man.

Tijdens de drie oorlogen rondom de Duitse eenwording (de Tweede Duits-Deense Oorlog van 1864, de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 en de Frans-Duitse Oorlog van 1870 tot 1871) stonden Frederik en Victoria aan de kant van Pruisen en de Noord-Duitse Bond. In 1864 steunden ze vol overtuiging Pruisen in de Pruisisch-Deense Oorlog. Deze steun veroorzaakte veel spanning in de Britse koninklijke familie, want de broer van Victoria, Albert Eduard was getrouwd met de Deense prinses Alexandra, de oudste dochter van koning Christiaan IX van Denemarken en koningin Louise. Koning Christiaan IX was namelijk ook de regerende hertog van het Hertogdom Sleeswijk en Holstein. Op 18 januari 1871 werd in het kasteel van Versailles het Duitse Keizerrijk opgericht door de vorsten van de Noord-Duitse Bond. Victoria’s schoonvader, koning Wilhelm I van Pruisen, werd benoemd tot Duits Keizer (Deutscher Kaiser) met als aanspreek titel Koninklijke en Keizerlijke Majesteit (Kaiserliche und Königliche Majestät). Frederik en Victoria kregen toen de titel Duits Kroonprins en Duits Kroonprinses met als aanspreek titel Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid (Kaiserliche und Königliche Hoheit).

In 1861, toen Frederiks oom Frederik Willem IV stierf en Frederiks vader Wilhelm I de troon besteeg, werden Frederik en Victoria kroonprins en -prinses. Hun enigszins liberale en in elk geval anglofiele overtuigingen brachten hen regelmatig in conflict met de conservatieve Pruisische minister-president Otto von Bismarck.

Op 9 maart 1888 overleed Frederiks vader, Wilhelm I, op 90-jarige leeftijd. Toen werden Frederik en Victoria keizer en keizerin van het inmiddels verenigde Duitse Rijk. Hun regering zou van korte duur zijn, want de keizer leed aan keelkanker. Na slechts 99 dagen op de troon gezeten te hebben, overleed hij op 15 juni 1888. Frederik III werd opgevolgd door prins Wilhelm als keizer Wilhelm II. Het jaar 1888 staat in Duitsland ook wel beter bekend als het Jaar van de Drie Keizers (Duits: Dreikaiserjahr). Ze stond in Duitsland vaak bekend als Die Engländerin (de Engelsevrouw), dit vanwege haar geboorte in het Verenigd Koninkrijk. Echter haar bloed was bijna geheel Duits. Keizerin Victoria bleef in haar Duitse huishouding Engels spreken. De weduwe Victoria leefde teruggetrokken in haar Kasteel Friedrichshof, een kasteel dat zij had laten bouwen ter gedachtenis aan wijlen haar man. Het kasteel staat in de heuvels nabij Kronberg im Taunus, niet ver van Frankfurt am Main.

Politiek gezien bleef Victoria liberaal in contrast met haar zoon, keizer Wilhelm II. Hun relatie was in het begin zeer moeilijk, maar het werd later beter. Dit kwam vooral omdat Victoria toen niet meer in de schijnwerpers stond. In Berlijn stichtte Victoria scholen voor de hoger onderwijs van meisjes en scholen voor de opleiding van verpleegkundigen. Zowel in de tijd toen Victoria gehuwd was en in haar periode als weduwe behield zij een goed contact met de Britse Koninklijke familie, vooral met haar jongere broer, Albert Eduard, de latere koning Eduard VII. Ook had Victoria altijd een goede band gehad met haar jongere zusje, prinses Alice, de Groothertogin van Hessen en aan de Rijn. Echter stierf prinses Alice al in 1878. Victoria’s tweede zoon, prins Hendrik, was gehuwd met een dochter van Alice, prinses Irene.

Bij Victoria werd in 1899 borstkanker gediagnosticeerd, tijdens een bezoek aan haar moeder die op dat moment in Balmoral Castle verbleef. In de herfst van 1900 was de kanker al verspreid naar haar rug. Op 5 augustus 1901 stierf oud-keizerin Victoria op de leeftijd van 60 jaar, op 22 januari van dat zelfde jaar was haar moeder koningin Victoria overleden. Ze werd bijgezet in de Koninklijke Friedenskirche te Potsdam op 13 augustus 1901. Naast haar ligt haar geliefde man. Ook twee van haar acht kinderen liggen in deze kerk begraven: prins Sigismund en prins Waldemar.
Heerlijkheid:
Ze kreeg de titel Princess Royal van het Verenigd Koninkrijk in 1841. Ze werd Duits keizerin en koningin van Pruisen door haar huwelijk met de latere Duitse keizer Frederik III, ten tijde van zijn huwelijk prins Frederik Willem van Pruisen. Na de dood van haar man op 15 juni 1888 werd Victoria beter bekend als Keizerin Frederik (in het Duits: Kaiserin Friedrich).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland, geboren op donderdag 27 januari 1859 in Potsdam (zie 54).
II. Charlotte van Pruisen, geboren op dinsdag 24 juli 1860. Charlotte is overleden op woensdag 1 oktober 1919, 59 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Als jong meisje was Charlotte een nerveus en geagiteerd kind, dat nagels beet en vaak haar kleding stuk scheurde. Ze was niet erg geïnteresseerd in leren en dat deed haar moeder veel verdriet. Met haar broer, Wilhelm, had ze evenwel een zeer nauwe band.

In 1877 leerde ze Bernhard van Saksen-Meiningen kennen, met wie ze op 18 februari 1878 trouwde. Het paar kreeg een kind: Feodore. Het dochtertje werd aan de zorgen van kindermeisjes overgelaten terwijl Charlotte zich steeds meer mengde in het Berlijnse society leven. Zij deelde - eveneens tot verdriet van haar moeder, die zelf meer liberale visies had - de politieke ideeën van haar broer en Bismarck.

In 1914 werd haar man hertog van Saksen-Meiningen. Het paar zou maar kort van deze status genieten want Bernhard deed al in 1918, ten gevolge van de Novemberrevolutie afstand van de hertogelijke troon. Kort daarna, in 1919 overleed Charlotte, naar uit recent onderzoek is gebleken, vermoedelijk aan een erfelijke stofwisselingsziekte, die wat later, in 1945 ook haar dochter zou vellen.
Heerlijkheid:
Pruisische prinses
Charlotte trouwde, 17 jaar oud, op maandag 18 februari 1878 in Berlijn met Bernhard III van Saksen-Meiningen, 26 jaar oud. Bernhard is geboren op dinsdag 1 april 1851 in Meiningen. Bernhard is overleden op maandag 16 januari 1928 in Meiningen, 76 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hij was de zoon van de welkbekende Theaterhertog George II en Charlotte van Pruisen, dochter van Albert van Pruisen en Marianne van Oranje-Nassau.

Hij leerde in 1877 de Pruisische prinses Charlotte kennen, dochter van de latere keizer Frederik III en zuster van zijn studievriend Wilhelm (II). Het paar huwde op 18 februari 1878 te Berlijn en een jaar later werd hun enige kind geboren: Feodore Victoria Augusta Marie Marianne (12 mei 1879 - 26 augustus 1945).

Daar hij geen zoons had, werd in 1896 om het voortbestaan van de dynastie te verzekeren het erfrecht gewijzigd ten gunste van de zoons van zijn halfbroer Frederik. Bernhard III besteeg na de dood van zijn vader op 25 juni 1914 de hertogelijke troon en kreeg vrijwel meteen te maken met de Eerste Wereldoorlog. De Arbeiders- en Soldatenraad dwong hem in de Novemberrevolutie op 10 november 1918 tot aftreden. Saksen-Meiningen werd een vrijstaat en ging in 1920 op in Thüringen. Bernhard stierf op 16 januari 1928 te Meiningen, waarna zijn neef George (III) als troonopvolger gold.
Heerlijkheid:
was van 1914 tot 1918 de laatste hertog van Saksen-Meiningen
III. Hendrik (Albert Willem Hendrik ) van Pruisen, geboren op donderdag 14 augustus 1862. Hendrik is overleden op zaterdag 20 april 1929, 66 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hendrik bezocht eerst het gymnasium in Kassel en trad in 1877 als vijftienjarige toe tot de Kaiserliche Marine. Vanaf 1887 stonden verschillende schepen onder zijn commando. In 1900 stond hij aan het hoofd van de Duitse vloot die betrokken was bij de onlusten in de Zuid-Chinese Zee. Onder zijn leiding veroverde de vloot de havenstad Kiautschou. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd hij door zijn broer benoemd tot opperbevelhebber van de Oostzee. Hij slaagde erin om de Russische vloot in het defensief te dringen en voorkwam verschillende aanvalspogingen op de Duitse kust. Na het einde van de oorlog, die ook het einde van de monarchie betekende, trok Hendrik zich terug uit de marine.

Hendrik had weinig gemeen met zijn broer Wilhelm. Hij had niet de geldingsdrang van de laatste Duitse keizer. Hij was in Noord-Duitsland zeer geliefd, vanwege zijn bescheidenheid en ook onder zijn soldaten genoot hij een grote populariteit.

Na 1918 trokken Hendrik en zijn familie zich terug op hun landgoed Hemmelmarck. Daar legde de prins zich toe op zeilen en autoracen. Hij was een verdienstelijk wedstrijdzeiler.

Hendrik overleed, net als zijn vader, aan keelkanker.
Hendrik trouwde, 25 jaar oud, op donderdag 24 mei 1888 met Irene van Hessen-Darmstadt, 21 jaar oud. Irene is geboren op woensdag 11 juli 1866 in Darmstadt, dochter van Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt en Alice van Saksen-Coburg en Gotha (zie 103,III). Irene is overleden op woensdag 11 november 1953 in Hemmelmark, 87 jaar oud.
Notitie bij Irene: Zij was de zuster van de laatste tsarina van Rusland, Alexandra Fjodorovna.
IV. Sigismund van Pruisen, geboren op donderdag 15 september 1864 in Potsdam. Sigismund is overleden op maandag 18 juni 1866 in Potsdam, 1 jaar oud.
Notitie bij Sigismund: Sigismund overleed aan meningitis. Terwijl zijn vader ten strijde trok in de oorlog tegen Oostenrijk, en hij alle dokters bij zich had, was er voor de kleine prins geen medische hulp beschikbaar. Zijn moeder heeft dit nooit kunnen verwerken.
Sigismund werd na zijn dood bijgezet in het mausoleum van de Friedenskirche op het landgoed van Sanssouci.
V. Victoria van Pruisen, geboren op donderdag 12 april 1866 in Potsdam. Victoria is overleden op woensdag 13 november 1929 in Bonn, 63 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Prinses Victoria werd geboren op 12 april 1866 als de tweede dochter van de Duitse kroonprins Frederik Willem (later keizer Frederik III) en diens vrouw kroonprinses Victoria van Saksen-Coburg en Gotha, prinses van het Verenigd Koninkrijk. Door haar familie werd zij Moretta genoemd, of soms ook wel jonge Vicky. Vicky was namelijk de bijnaam van haar moeder. De grootouders van Victoria aan moederskant waren koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en diens man prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Haar grootouders aan vaderskant waren koning Wilhelm I van Pruisen en diens vrouw koningin Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach. Ze was een jongere zus van keizer Wilhelm II.

Toen in 1883 de vorst van Bulgarije Alexander een bezoek bracht aan het Pruisische hof werd de toen zeventienjarige prinses verliefd op hem. Zij wilden zich verloven, maar dit stuitte op heftig verzet van de Duitse keizer, hoezeer ook haar Britse grootmoeder aandrong op een huwelijk.

Op 19 november 1890 trouwde ze toen met Adolf van Schaumburg-Lippe, een zoon van Adolf I George van Schaumburg-Lippe en diens vrouw Hermine van Waldeck-Pyrmont. Al vrij snel na het huwelijk kreeg Victoria een miskraam en daarna kon zij geen kinderen meer krijgen. Haar man stierf in 1916. Zij bleef daarna wonen in Bonn en zorgde nog voor enige opschudding toen zij in 1927 trouwde met de, vijfendertig jaar jongere, Russische emigré Alexander Zoebkov. Dat huwelijk werd overigens geen succes. Al na een jaar vroeg Victoria een echtscheiding aan. Nog voor die kon worden uitgesproken, overleed ze in 1929.
VI. Waldemar van Pruisen, geboren op maandag 10 februari 1868 in Potsdam. Waldemar is overleden op donderdag 27 maart 1879 in Berlijn, 11 jaar oud.
Notitie bij Waldemar: Hij overleed op 11-jarige leeftijd aan de gevolgen van difterie.

Zijn grootmoeder, koningin Victoria, schreef over hem aan haar kleindochter Victoria Maria van Hessen-Darmstadt: "But oh! This dreadful new misfortune breaking out in your dear aunt Vicky’s family - and taking away her dear, clever, promising boy Waldie! Too, too awful!
VII. Sophie van Pruisen, geboren op dinsdag 14 juni 1870 in Potsdam (zie 25).
VIII. Margaretha van Pruisen, geboren op maandag 22 april 1872 in Potsdam. Margaretha is overleden op vrijdag 22 januari 1954 in Kronberg im Taunus, 81 jaar oud. Margaretha trouwde met Frederik Karel van Hessen. Frederik is geboren op vrijdag 1 mei 1868 in Landgoed Panker (Hessen), zoon van Frederik Karel George Adolf van Hessen-Kassel (zie 195,IV) en Maria Anna van Pruisen (zie 253,III). Frederik is overleden op dinsdag 28 mei 1940 in Kassel, 72 jaar oud.
Notitie bij Frederik: In officiële Finse documenten wordt hij Frederik Karel (Fredrik Kaarle) genoemd, maar in zijn hoedanigheid van koning gebruikt men meestal de naam Väinö I. De correctheid van deze naam wordt betwist, aangezien er geen aanwijzingen zijn dat men de koning officieel zo wilde noemen.

Op 6 december 1917 verklaarde Finland, dat een groothertogdom onder de Russische tsaar was geweest, zich onafhankelijk van Rusland. De Sovjet-Unie erkende deze status op 4 januari 1918. In Finland ontstond nu een heftig debat over de kwestie of het land een monarchie of een republiek moest worden. Na de Finse Burgeroorlog verkoos het parlement - waarvan de sociaaldemocraten waren uitgesloten - op 9 oktober 1918 de Duitse prins Frederik Karel van Hessen-Kassel tot koning.

Finland had aanvankelijk nauwe banden met het Duitse Keizerrijk, dat tijdens de revolutie ook militair had ingegrepen. Deze relatie ontwikkelde zich in de richting van die van protectoraat en het verkiezen van de Duitse prins Frederik Karel werd als bevestiging van deze band gezien.

Het aannemen van een nieuwe grondwet was uitgesteld en de legitimiteit van de koninklijke verkiezing was gebaseerd op de Zweedse grondwet die koning Gustaaf III in 1772 had aangenomen toen Finland deel van Zweden was. De Russische tsaren regeerden ook op basis van deze wet als groothertogen over Finland.

Op 11 november 1918 kondigden de strijdende partijen van de Eerste Wereldoorlog een staakt-het-vuren af. Twee dagen eerder was keizer Wilhelm afgetreden en Duitsland tot republiek uitgeroepen. Dit verlies en het feit dat waarschijnlijk geen van de geallieerden een Duitser als koning van Finland zou accepteren leidde ertoe dat Frederik Karel op 14 december 1918 aftrad. Finland nam een republikeinse grondwet aan.

Voor de kroning is een kroon gemaakt; deze is te vinden in een museum in Kemi in Noord Finland.
Heerlijkheid:
prins en landgraaf van Hessen, in 1918 voor een periode van twee maanden officieel koning van Finland
52 Ernst August II van Hannover, geboren op zondag 21 september 1845 in Hannover. Ernst is overleden op woensdag 14 november 1923 in Gmunden, 78 jaar oud.
Notitie bij Ernst: Ernst August was het oudste kind en de enige zoon van koning George V van Hannover en diens vrouw Marie van Saksen-Altenburg. Hij werd geboren tijdens de regering van zijn grootvader Ernst August I en werd kroonprins toen zijn vader in 1851 de troon besteeg. Na de annexatie van Hannover door de Pruisische troepen in 1866, volgde hij zijn ouders in Oostenrijkse ballingschap.

Toen zijn vader overleed, in 1878 volgde hij hem op als hertog van Cumberland. Koningin Victoria benoemde hem in datzelfde jaar tot ridder in de Orde van de Kousenband.

op 22 december 1878 trad hij in Kopenhagen in het huwelijk met de Deense prinses Thyra, een dochter van koning Christiaan IX en diens vrouw Louise van Hessen-Kassel. Zij was een zuster van de latere Britse koningin Alexandra.

Hoewel lid van het Brits koninklijk huis, gedroeg hij zich voornamelijk als afgezet Duits monarch. Hij vestigde zich in Gmunden. Keizer Frans Jozef I benoemde hem tot luitenant-kolonel, maar Ernst nam nooit actief dienst. Hij verzoende zich niet met Pruissen en deed in 1884 tevergeefs aanspraak op het hertogdom Brunswijk.

Pas in 1913 kwam het tot een soort van verzoening tussen Ernst August en de Hohenzollerns, toen Ernst Augusts zoon zich verloofde met Victoria Louise van Pruisen, een dochter van keizer Wilhelm II.

De Eerste Wereldoorlog leidde tot een breuk met de Engelse koninklijke familie. Evenals de rest van zijn familie, werden Ernst August conform de Titles Deprivation Act zijn Britse adellijke titels afgenomen.
Titel:
prins van Groot-Brittannië en Ierland, een hertog van Brunswijk en de laatste kroonprins van Hannover.
Hij trouwde, 33 jaar oud, op zaterdag 21 september 1878 in Kopenhagen met de 24-jarige
53 Thyra Amalia Caroline Charlotte Anna van Denemarken, geboren op donderdag 29 september 1853 in Kopenhagen, Denemarken. Thyra is overleden op zondag 26 februari 1933 in Gmunden (Oostenrijk-Hongarije), 79 jaar oud.
Notitie bij Thyra: Prinses Thyra werd geboren op 29 september 1853 te Kopenhagen in het Gele Paleis. Ze was de jongste dochter van prins Christiaan, de latere koning Christiaan IX van Denemarken. Haar moeder was prinses Louise van Hessen-Kassel. De vader van Thyra werd in 1863, na de dood van koning Frederik VII, koning van Denemarken. Daarmee kwam in Denemarken het huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, deze familie regeert vandaag de dag nog steeds over Denemarken. En ook over Noorwegen. Want een neef van Thyra, prins Karel van Denemarken, tweede zoon van haar broer Frederik, werd in 1905 koning van Noorwegen als Haakon VII.

Thyra had twee oudere broers: kroonprins Frederik (1843-1912) huwde Louise van Zweden, dochter van koning Karel XV van Zweden en koningin Louise der Nederlanden. Frederik werd later koning van Denemarken als Frederik VIII. En prins Willem (1845-1913) die nog voor zijn vader in 1863 koning van Griekenland werd, als George I. Willem huwde grootvorstin Olga Konstantinova van Rusland, kleindochter van tsaar Nicolaas I. Thyra had ook twee oudere zusjes: prinses Alexandra (1844-1925) huwde prins Albert Eduard van Wales, later koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk. En prinses Dagmar (1847-1928) was verloofd met tsarevitsj Nicolaas Aleksandrovitsj van Rusland, oudste zoon van tsaar Alexander II. Door de vroege dood van Nicolaas, huwde Dagmar diens jongere broer, de nieuwe tsarevitsj Alexander. In 1881 werd Dagmar, die sinds haar huwelijk de naam Maria Fjodorovna had aangenomen, de tsarina van Rusland. Thyra had één jongere broer: prins Waldemar (1858-1939) huwde Marie van Bourbon-Orléans, een nakomeling van de Franse koning Lodewijk Filips.

Prinses Thyra was een aantrekkelijke en aardige jonge vrouw, met donker haar een blauwe ogen. Koningin Louise wilde dat haar dochter een goede echtgenoot zou treffen. Zij was enige tijd in beeld als tweede echtgenote van de Nederlandse koning Willem III. Thyra zag evenwel niets in een verbintenis met de bijna veertig jaar oudere monarch. De Nederlandse monarch huwde later Emma van Waldeck-Pyrmont, en zij kregen dochter Wilhelmina, de latere koningin der Nederlanden.

Thyra huwde op 21 september 1878 te Kopenhagen met Ernst August II van Hannover, de laatste kroonprins van het Koninkrijk Hannover. Ernst August was ook de derde hertog van Cumberland en Teviotdale. Ernst August was de enige zoon en het oudste kind van koning George V van Hannover en diens vrouw koningin Marie van Saksen-Altenburg.

Voor het huwelijk, was Thyra zeer verliefd geworden op Vilhelm Frimann Marcher, een luitenant van de cavalerie. Deze liefdes affaire resulteerde in een zwangerschap. De broer van Thyra, koning George I van Griekenland, adviseerde Thyra om naar Athene te komen, om een groot schandaal te voorkomen. In Denemarken werd gezegd dat Thyra geelzucht had gekregen en dat ze naar Griekenland ging om te genezen. Op 8 november 1871 beviel Thyra van een dochter, Maria. Maria werd geadopteerd door Rasmus en Anne Marie Jørgensen uit Odense, Denemarken. Kort naar haar geboorte kreeg ze de naam Kate, zij huwde in 1902 Frode Pløyen-Holstein en stierf in 1964. Vilhelm Frimann Marcher pleegde zelfmoord op 4 januari 1872, na een conflict met de Deense koning.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Marie Louise van Hannover-Cumberland, geboren op zaterdag 11 oktober 1879 in Gmunden. Marie is overleden op zaterdag 31 januari 1948 in Salem, 68 jaar oud. Marie trouwde, 20 jaar oud, op dinsdag 10 juli 1900 met Max Van Baden, 33 jaar oud. Max is geboren op woensdag 10 juli 1867 in Baden-Baden, zoon van Lodewijk Willem August Van Baden en Maria Maksimilanovna van Leuchtenberg. Max is overleden op woensdag 6 november 1929 in Salem bij Konstanz, 62 jaar oud.
Heerlijkheid:
de laatste rijkskanselier van het Duitse Keizerrijk
II. George Willem van Hannover-Cumberland, geboren op donderdag 28 oktober 1880 in Gmunden. George is overleden op maandag 20 mei 1912 in Nackel, Brandenburg, 31 jaar oud (oorzaak: kwam op 31-jarige leeftijd om bij een motorongeluk nabij het Duitse Nackel).
Titel:
hertog van Brunswijk-Lüneburg (was een prins Hannover en Cumberland en van Groot-Brittannië en Ierland)
III. Alexandra van Hannover-Cumberland, geboren op vrijdag 29 september 1882 in Gmunden. Alexandra is overleden op vrijdag 30 augustus 1963 in Glücksburg, 80 jaar oud.
Titel:
prinses van Hannover en Cumberland, van Groot-Brittannië en Ierland en een hertogin van Brunswijk-Lüneburg
Alexandra trouwde, 21 jaar oud, op dinsdag 7 juni 1904 met Frederik Frans IV (Fritzi) van Mecklenburg-Schwerin, 22 jaar oud. Zie 59,II voor persoonsgegevens van Frederik.
IV. Olga van Hannover-Cumberland, geboren op vrijdag 11 juli 1884 in Gmunden. Olga is overleden op zondag 21 september 1958 in Gmunden, 74 jaar oud.
Notitie bij Olga: Ze bleef tot haar dood wonen in Gmunden, waar haar ouders reeds een huis bezaten. In 1958, vlak voor haar overlijden, noemde haar neef Ernst August IV zijn dochtertje naar haar.
V. Prins Christiaan Frederik van Hannover-Cumberland, geboren op zaterdag 4 juli 1885 in Gmunden. Prins is overleden op dinsdag 3 september 1901 in Gmunden, 16 jaar oud.
Notitie bij Prins: Prins Christiaan werd geboren op 4 juli 1885 te Gmunden in Oostenrijk-Hongarije. Hij werd geboren als Christiaan Frederik Willem George Peter Waldemar, prins van Hannover en Cumberland. Hij was de tweede zoon en het vijfde kind van vorst Ernst August II van Hannover en diens vrouw prinses Thyra van Denemarken. Zijn grootouders aan vaderskant waren koning George V van Hannover en koningin Marie van Saksen-Altenburg. Zijn grootouders aan moederskant waren koning Christiaan IX van Denemarken en koningin Louise van Hessen-Kassel. Christiaan was via zijn vader een nakomeling van koning George III van het Verenigd Koninkrijk en koningin Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz.

Prins Christiaan kreeg een blindedarmontsteking, maar door de slechte medische zorg van die tijd werd het niet op tijd ontdekt, en later kwam er ook nog buikvliesontsteking bij. Hieraan stierf prins Christiaan op zestien jarige leeftijd op 3 september 1901 te Gmunden.
VI. Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk, geboren op donderdag 17 november 1887 in Penzing bij Wenen (zie 26).
54 Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland, geboren op donderdag 27 januari 1859 in Potsdam. Wilhelm is overleden op woensdag 4 juni 1941 in Doorn (Nederland), 82 jaar oud.
Notitie bij Wilhelm: Wilhelm werd geboren als oudste zoon van de latere keizer Frederik III en diens gemalin Victoria van Saksen-Coburg-Gotha, dochter van de Britse koningin Victoria. Als zodanig was hij een kleinzoon van keizer Wilhelm I, oomzegger van Eduard VII en een neef van George V. Hij was tevens een neef van de tsarina Alexandra Fjodorovna (de vrouw van Nicolaas II). Alexandra was een dochter van de Britse prinses Alice en daarmee een kleindochter van koningin Victoria.

Doordat Wilhelm door middel van een tangverlossing ter wereld kwam als gevolg van een stuitligging en daarbij zenuwen in zijn schouder werden beschadigd, was hij zijn leven lang licht gehandicapt: zijn linkerarm was zo goed als verlamd en bleef in groei achter ten opzichte van zijn rechterarm, een zogenaamde Erbse parese. Op de foto rechts tracht hij zijn kleine arm te verbergen door hem vast te houden. Zijn Engelse familie sprak altijd van "Willy’s withered arm".

Hij werd in zijn jeugd gekweld door een minderwaardigheidscomplex. Zijn moeder beschouwde zijn handicap als walgelijk en schandelijk en verkeerde tevens in de overtuiging dat hij ook geestelijk niet helemaal in orde zou zijn. Ze onderwierp de kleine Wilhelm aan een keihard regime van fysieke en intellectuele oefeningen. Ondanks zijn handicap moest hij aan alle activiteiten meedoen en kreeg hij, naast onderworpen te worden aan harde massages en allerlei andere vormen van 19e-eeuwse kwakzalverij, ook elektroshocktherapie. Desondanks ging hij goed vooruit. Volgens onder meer George V was hij ondanks zijn handicap een opvallend goede schutter - zij het met een aangepast jachtgeweer.

Wilhelm stond ambivalent tegenover het Britse koningshuis. Hij hield zielsveel van zijn grootmoeder Victoria, maar had een grote hekel aan zijn oom Eduard VII. Hij had een mateloze bewondering voor de kracht en macht van het Britse Rijk, maar tevens werd hij verteerd door jaloezie jegens dit wereldrijk. Dit kwam later tot uiting in zijn overspannen vlootpolitiek: Duitsland moest in de toekomst de Britten als zeemacht naar de kroon kunnen steken. Dat dit onvermijdelijk tot politieke spanningen moest leiden ontging hem blijkbaar of waarschijnlijker: het interesseerde hem niet.



Wilhelm was verlegen, gevoelig en intelligent maar verborg zijn onzekerheid achter een façade van meedogenloosheid, oorlogszuchtigheid en arrogantie. Recente onderzoeken [bron?]beweren dat zijn stemmingswisselingen, agressie en botheid ook een gevolg van hersenletsel, ontstaan door zuurstofgebrek bij zijn moeizame geboorte, zouden kunnen zijn geweest.

In een boek van Catrine Clay uit 2010 " de koning de keizer en de tsaar" wordt gezegd dat dit ook te wijten kan zijn aan de onderdrukte homoseksualiteit van de prins. Tussen 1907 en 1909 kwam de Harden-Eulenburgaffaire aan het licht. Een reeks van militaire en burgerlijke rechtszaken over homoseksueel gedrag ten overstaan van prominente leden van het kabinet en de entourage van keizer Wilhelm II. Philip van Eulenburg, een van de belangrijkste verdachten in deze processen was de beste vriend van Wilhelm II. Zij maakten deel uit van een genootschap, waarnaar later werd gerefereerd als de Liebenberger Kreis. Dit waren hogere heren uit de Duitse adelijke kringen, waarvan vandaag de dag als bewezen geldt dat de meesten homoseksueel waren. Ook keizer Wilhelm II, toen nog prins maakte van deze kring deel uit. Vaak was Wilhelm te vinden op het kasteel van Philip van Eulenburg, waar hij de rust en liefde vond die hij tijdens zijn opvoeding had gemist. Na de Harden-Eulenburgaffaire was Wilhelm politiek beschadigd en moest mede daarom zijn vriend laten vallen. Daarna nam als beste vriend van de prins Maximilian Egon II van Fürstenberg (vorstengeslacht) de vriendschap over.

Op 27 februari 1881 trad hij in het huwelijk met prinses Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg (1858-1921). Hoewel dit aanvankelijk een politiek huwelijk was - Sleeswijk-Holstein was pas sinds 1866 na oorlogen met Denemarken en Oostenrijk deel van het koninkrijk Pruisen en moest dus sterker aan de kroon gebonden worden - werd het snel gekenmerkt door wederzijds respect en genegenheid van beide echtelieden. Ondanks dit huwelijk deden er echter ook nog altijd roddels de ronde over Wilhelms appreciatie van het eigen geslacht, met name betreffende zijn vriend Philipp zu Eulenburg. Dit kan ook anti-propaganda van tegenstanders zijn geweest want directe bewijzen voor deze aantijgingen zijn nooit geleverd.

Wilhelm was een militarist pur sang en had daarmee ook een grote voorliefde voor uiterlijk militair vertoon. Hij had vooral een grote passie voor uniformen. Hij had verschillende kleermakers in vaste dienst en een speciaal uniform voor elke denkbare gelegenheid. Hij zou zelfs speciaal zijn admiraalsuniform hebben aangetrokken wanneer hij naar de opera Der fliegende Holländer ging. Het verhaal dat hij dit ook aantrok als hij naar het aquarium van de Berliner Zoo ging, is apocrief. Hij hengelde actief naar erekolonelschappen in buitenlandse regimenten om daarmee ook de bijbehorende Engelse, Oostenrijkse, Spaanse, Russische en andere uniformen te verwerven.

Een andere liefhebberij van Wilhelm was de drijfjacht en dan met name van het uit hun lijden verlossen van aangeschoten wilde zwijnen met een speciale speer, de Saufeder. Hij genoot [2] van het applaus dat daarop volgde, hoewel één van zijn hovelingen deze activiteiten eens een "walgelijk en ontaard schouwspel" noemde [2]. Tevens was hij dol op zeilen, had hij een heel aardige bariton en componeerde hij zelfs een - door de critici matig ontvangen - opera, Der Sang an Aegidia.

Wilhelm kon niet tegen zijn verlies en zijn Generale Staf was er dan ook alles aan gelegen de opperbevelhebber te laten winnen bij de jaarlijkse Kaisermanöver. Het verhaal wil dat hij er een kinderlijk plezier in had de stenen aan de ringen om zijn vingers naar binnen te dragen zodat hij anderen bij het handen schudden kon bezeren. Zeker is dat hij in zijn rechterarm zo sterk was dat hij bezoekers bij het handenschudden de tranen in de ogen kon laten springen: dit was zijn manier om iemands karakter op voorhand te testen.

Bij de dood van Wilhelm I op 9 maart 1888 werd Wilhelms vader keizer als Frederik III. Frederik had echter keelkanker en stierf in juni van datzelfde jaar, zodat Wilhelm als Wilhelm II de troon besteeg. Wilhelm had de dood van zijn vader al zien aankomen en had diens hele regeringsperiode van 99 dagen besteed aan het voorbereiden van zijn eigen keizerschap.

Een werkelijke constitutionele monarchie (zoals in Groot-Brittannië en Nederland) was Duitsland niet: de rijkskanselier was geen verantwoording schuldig aan de Rijksdag doch slechts aan de Keizer zelf en deze had het recht de rijkskanselier naar believen te ontslaan. Nog geen twee jaar na zijn kroning ontsloeg hij Otto von Bismarck en verving hem door graaf Leo von Caprivi. In Wilhelms regeringsperiode zouden er nog zes kanseliers zijn. Geen van dezen was van huis uit politicus; Wilhelm wilde de opkomst van een nieuwe sterke man als Bismarck voorkomen om zo zelf de handen vrij te hebben.

Wilhelm stond elke dag om zes uur op om de staatszaken door te nemen, maar gooide officiële documenten en brieven vaak in de prullenbak. Andere zaken las hij vluchtig en voorzag hij van commentaar dat meestal van weinig competentie getuigde. Hij bemoeide zich weliswaar intensief met de staatszaken maar dit deed het land geen goed: zijn beleid was volstrekt inconsequent en er leek geen persoonlijke filosofie achter te zitten. De keizer schold en tierde over zaken die hem niet bevielen en gedroeg zich in internationale kwesties uitermate tactloos - hij vergeleek het Duitse expeditieleger dat in 1900 werd uitgezonden om mee te helpen de Bokseropstand in China neer te slaan met de horden van Attila de Hun. Hiermee muntte hij de benaming die Duitslands vijanden in twee wereldoorlogen zouden gebruiken voor de Duitsers: huns. Hij haalde zich de woede van zijn grootmoeder, koningin Victoria, op de hals door - tijdens de Boerenoorlog, de kant van de Boeren te kiezen.

Wel stichtte hij in 1911 het Kaiser-Wilhelm-Institut ter bevordering van de wetenschap wat velen een goede zaak vonden. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg dit instituut de naam Max-Planck-Institut.

Keizer Wilhelm droomde bovenal van een eigen Duits koloniaal rijk en een bijbehorende grote zeemacht dat de vergelijking met dat van Groot-Brittannië kon doorstaan. Hij trachtte daarom de Duitse marine en koloniale bezittingen uit te breiden. Door zijn weinig subtiele diplomatie joeg hij de Britten in de gordijnen en deze zochten naarstig naar bondgenoten. Ze sloten zelfs een verbond met hun traditionele tegenstander Frankrijk. Door het steeds grotere hoogten bereikende nationalisme en toenemende wantrouwen tegen de Duitsers, onder andere aangewakkerd door de agressieve uitlatingen van keizer Wilhelm, begon in Europa een ware wapenwedloop tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland.

Ondanks Wilhelms houding is het moeilijk te zeggen dat hij de Eerste Wereldoorlog heeft opgezocht, hoewel hij ook weinig deed om deze te voorkomen. Duitsland was een alliantie aangegaan met Oostenrijk-Hongarije en Italië (de Triple Alliantie, 1882) en Wilhelm moedigde het harde beleid van Wenen op de Balkan aan. Wilhelm zag wel in, na de moord op aartshertog Frans Ferdinand in Sarajevo op 28 juni 1914, dat er een oorlog dreigde aan te komen en begon een koortsachtige briefwisseling met zijn neef de Tsaar van Rusland (Lieber Nicky! – Lieber Willy!) om het gevaar te bezweren. Maar tegelijkertijd gaf hij de Oostenrijkers te kennen bij monde van zijn kabinetschef dat ze op de onvoorwaardelijke steun van Berlijn konden rekenen. Ook gaf hij de legerstaf toestemming om de door hen aanbevolen voorbereiding voor het Schlieffenplan te beginnen. Tijdens zijn zeilvakantie in Noorwegen in de weken die volgden escaleerde de Balkan-crisis tot een Europese oorlog waarbij Duitsland zich geconfronteerd zag met vijanden aan zowel de oost- als de westgrenzen.

Tijdens de oorlog was hij opperbevelhebber (Oberster Kriegsherr) maar verloor al snel de controle over zijn land en zijn laatste restje populariteit onder de bevolking. Die was trouwens toch al nooit erg groot geweest. Ook al waren de Pruisen traditioneel trouw aan het koningshuis, men zag al snel na des keizers aantreden het contrast van de blunderende en hooghartige Wilhelm met de gründliche en intelligente Bismarck die in feite het Keizerrijk gegrondvest had. Na enkele van weinig competentie getuigende Dienstbefehle aan zijn commandanten ’bevrijdde’ de Pruisische legertop Wilhelm in 1916 van zijn verantwoordelijkheden, wat vrijwel geruisloos ging, en werd Duitsland vanaf toen feitelijk door een militaire junta bestuurd, bestaande uit Erich Ludendorff, Paul von Hindenburg en andere hoofdzakelijk Pruisische opperbevelhebbers. De keizer had nog maar weinig in te brengen hoewel hij zelf meende nog altijd te regeren.

Toen de oorlog op zijn einde liep en de Duitse nederlaag duidelijk in zicht kwam, smeekte kanselier prins Max van Baden Wilhelm troonsafstand te doen om tenminste de monarchie te redden. De Duitse bevolking was de altijd al impopulaire keizer beu en hield hem in hoofdzaak verantwoordelijk voor de steeds slechtere thuissituatie. De geallieerde blokkade van Duitsland begon op het eind van de oorlog duidelijk effect te sorteren: aan alle dagelijkse levensbehoeften, en als eerste voedsel, begon ernstig gebrek te komen. Er dreigde een volksopstand of zelfs revolutie naar het voorbeeld van wat er in Rusland gebeurd was waar de Bolsjewieken van Lenin het tsarenrijk van de Romanovs ten val hadden gebracht en de Sovjet-Unie hadden opgericht. De sociaaldemocraten wilden deze dreiging voor zijn en van Duitsland een échte constitutionele monarchie maken voor het te laat was, bij voorkeur onder een kleinzoon van de keizer (Wilhelms oudste zoon, kroonprins Wilhelm, was al even weinig geliefd als zijn vader). Wilhelm weigerde echter pertinent om af te treden en bezegelde hiermee dan ook het lot van de monarchie. In het najaar van 1918 brak de gevreesde opstand uit: de Novemberrevolutie.

In de Novemberrevolutie kondigde prins Max op 9 november 1918 het aftreden van de keizer aan. Ook had de Generale Staf bij monde van generaal Wilhelm Groener al aangegeven dat het Duitse leger de strijd niet meer kon volhouden en dat de keizer ook niet meer op de gehoorzaamheid van het leger hoefde te rekenen. Wilhelm zag eindelijk in dat zijn positie hopeloos was geworden (de geallieerden wilden hem zelfs arresteren als oorlogsmisdadiger) en koos tenslotte eieren voor zijn geld. Suggesties om zich dood te vechten wees hij van de hand als onverenigbaar met zijn positie als hoofd van de Duitse Lutheraanse Kerk. Hij ging in ballingschap in het neutrale Nederland. Hij liet korte tijd later ’enkele kleinoden’ naar Nederland overkomen, persoonlijke bezittingen uit verschillende van zijn Duitse paleizen: genoeg voor 59 wagonladingen.

Tot 1920 woonde hij in Kasteel Amerongen, daarna tot zijn dood in Huis Doorn (beide in de provincie Utrecht). De Nederlandse regering weigerde hem uit te leveren aan de geallieerden en hield vast aan haar neutraliteitspolitiek. De geallieerden waren te oorlogsmoe om een conflict hierover op de spits te drijven. Overigens wilde koningin Wilhelmina niets met de ex-keizer te maken hebben, en heeft hem (zover bekend) nooit bezocht in zijn ballingsoord. Haar echtgenoot prins Hendrik en dochter Juliana en haar echtgenoot prins Bernard bezochten hem wel enige malen. Dit waren geen officiële ontvangsten door Wilhelm maar ’familiebezoeken’: de Oranjes en Hohenzollerns zijn inderdaad aan elkaar verwant, en ook het huis Mecklenburg-Schwerin van prins Hendrik was aan Wilhelms familie verwant.

De ex-keizer hield zich voortaan vrijwel dagelijks bezig met houthakken waarbij hij persoonlijk de bijl en zaag hanteerde. Dit deed hij op een dusdanige schaal dat na verscheidene jaren het oorspronkelijk bosrijke landgoed van Huis Doorn grotendeels ontbost was en op de kapotgeschoten slagvelden uit de oorlog begon te lijken. Met trots liet Wilhelm steeds aan bezoekers zien hoeveel bomen hij per dag kon ’verwerken’. Hoewel de meningen over Wilhelms hobby verdeeld waren behield hij door de dagelijkse lichamelijke inspanning wel tot op hoge leeftijd een goede lichamelijke conditie. Verder besteedde Wilhelm veel tijd aan het schrijven van zijn memoires. Zijn inkomsten bestonden uit de opbrengsten van verscheidene landgoederen in Duitsland en een aardewerkfabriek in Cadinen (nu Kadyny onderdeel van de gemeente Tolkmicko in Polen) die in zijn bezit waren gebleven - verder bleek Wilhelm II de gelden die tot zijn beschikking stonden handig te kunnen beleggen. Na de dood van Augusta Victoria hertrouwde hij in 1922 met de weduwe prinses Hermine von Schönaich-Carolath, geboren prinses Reuss oudere linie.

In de jaren 30 had Wilhelm kortstondig de hoop dat de nazi’s de monarchie zouden herstellen. Al snel zag hij in dat zij de in 1933 verworven macht niet zouden afstaan en zeker niet aan een schim uit het verleden. In 1934 verbood Adolf Hitler verder alle monarchistische verenigingen en partijen in Duitsland (evenals alle andere partijen die hij als eventuele concurrenten voor de macht beschouwde) zodat ook voor Wilhelm de laatste hoop voor een herstel van de monarchie voorbij was. Toen de Duitse legers Nederland binnenvielen, weigerde hij op het aanbod van de Engelsen in te gaan om bij hen asiel aan te vragen zoals veel regeringen van door de nazi’s bezette landen deden. Hij wilde niet nogmaals "weglopen". Daarbij, zo zou hij gezegd hebben, was hij te zeer aan Doorn gehecht geraakt. Hoewel Wilhelm minachtend neerkeek op de nazi’s en hun ideologie, zond hij in 1940 wel een gelukstelegram naar Adolf Hitler in verband met diens zege in Frankrijk. Dit gebaar was meer een initiatief van Hermine, die het nazisme meer was toegedaan, en Wilhelm zag hierin een mogelijkheid de Führer gunstig te stemmen inzake de positie van de adel die in het Derde Rijk steeds meer in het gedrang kwam. De nazi’s steunden hem echter nog steeds niet. Op bevel van Berlijn werd het landgoed in Doorn afgegrendeld van de buitenwereld door de Geheime Feldpolizei en de oude keizer werd een gevangene van zijn eigen landgenoten.

Hij stierf op 4 juni 1941 in Doorn aan een longembolie - de Duitse bezetters stonden op wacht voor de poorten. Zijn wens om op zijn begrafenis geen hakenkruisen te tonen werd niet ingewilligd. Hitler liet een reusachtige krans bezorgen: de rouwlinten daaraan waren wel degelijk met dit nazi-symbool getooid. Onder de paar honderd aanwezigen was ook een Nederlandse fotograaf die ondanks de strenge beveiliging een fotoreportage wist te maken.

Hij werd in eerste instantie bijgezet in de kapel op het landgoed, een jaar later in een door hemzelf ontworpen mausoleum in Doorn. Zijn gebalsemde lichaam rust hier nog steeds (2011), maar zal overeenkomstig zijn eigen wens overgebracht worden naar Duitsland - op voorwaarde dat dit weer een monarchie is.

In de jaren twintig was er nog een vrij grote monarchistische beweging die het koningshuis in ere wilde herstellen, maar deze werd geleidelijk steeds kleiner. Er is tegenwoordig nog steeds een monarchistische beweging in Duitsland, maar heden bijna uitsluitend nog gesteund door de oude Duitse adel. Nu is dit nu nog maar een zeer kleine splintergroep van het Duitse politieke spectrum. Het ziet er dus vooralsnog niet naar uit dat Wilhelms laatste wens vervuld zal worden.

TitelsWilhelms titels luidden volledig:

Duits keizer en koning van Pruisen
markgraaf van Brandenburg
burggraaf van Neurenberg
graaf van Hohenzollern
soeverein en eerste hertog van Silezië en ook het graafschap Glatz
groothertog van Beneden-Rijn en Posen
hertog van Saksen, Westfalen en Engern, van Pommeren, Lüneburg, Holstein, Sleeswijk, van Maagdeburg, Bremen, Geldern, Kleef, Gulik en Berg en ook de Weneden en Kasjoeben, in Krossen, Lauenburg, Mecklenburg
landgraaf van Hessen en Thüringen
markgraaf van de Ober- en Niederlausitz
prins van Oranje
vorst van Rügen, Oost-Friesland, Paderborn en Pyrmont, van Halberstadt, Münster, Minden, Osnabrück, Hildesheim, van Verden, Kammin, Fulda, Nassau en Moers
vorstelijk graaf van Henneberg
graaf van Mark en Ravensberg, van Hohnstein, Tecklenburg en Lingen, van Mansfeld, Sigmaringen en Veringen
Heer van Frankfurt

Onderscheidingen:
De keizer werd door koningin Wilhelmina onderscheiden met het Grootkruis in de Militaire Willems-Orde (8 september 1889). Hij droeg ook het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw (28 juli 1878) en het Grootkruis in de Huisorde van Oranje (4 mei 1905).

De Duitse keizer was het laatste staatshoofd dat de Militaire Willems-Orde "uit beleefdheid" ontving. Zijn benoeming in de Huisorde van Oranje hangt samen met een familieband; de keizer was met zijn oranje lint van de huisorde zeer ingenomen[3]. Ook de Pruisische koningen waren Prinsen van Oranje. Wilhelm II stamt af van Frederik Hendrik van Oranje, via diens oudste dochter Louise Henriëtte van Nassau. Haar jongere zuster Albertine Agnes van Nassau was gehuwd met Willem Frederik van Nassau-Dietz. Via Albertine Agnes stamt koningin Beatrix rechtstreeks af van Willem van Oranje. In 1732 sloten de Friese Nassaus en de Duitse Hohenzollerns een familieverdrag over het voeren van de titel van Prins van Oranje, die daarna door beide vorstenhuizen werd gedragen. De titel werd sinds 1702, na het kinderloos overlijden van Willem III van Oranje, de laatste prins van Oranje, al door beide families concurrerend gedragen.

In 1884 benoemde Leopold II van België zijn Duitse collega tot Grootlint in de Leopoldsorde.

Zijn 75 ridderorden en een aantal van zijn overige onderscheidingen staan beschreven op Lijst van ridderorden van Wilhelm II van Duitsland.
Heerlijkheid:
van 1888 tot 1918 de laatste koning van Pruisen en de derde en laatste keizer van het Duitse Keizerrijk
Hij trouwde met
55 Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, geboren op vrijdag 22 oktober 1858 in Dolzig. Augusta is overleden op maandag 11 april 1921 in Huis Doorn, 62 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Ze beleefde een rustige jeugd in Dolzig en Kiel, maar moest toen Sleeswijk-Holstein na de Duits-Deense Oorlog werd ingelijfd bij Pruisen en Oostenrijk met haar familie naar Gotha vluchten. Op 14 februari 1880 verloofde zij zich vrij plotseling met de Pruisische prins Wilhelm, zoon en beoogd troonopvolger van kroonprins Frederik Willem en kleinzoon van keizer Wilhelm I. Op 27 februari 1881 trouwden de twee. Het betrof voor Wilhelm hoogstwaarschijnlijk slechts een verstandshuwelijk, daar Augusta Victoria, hoewel zachtmoedig en vriendelijk, geen spoortje intellect bezat en niet als knap gold. In tegenstelling tot haar echtgenoot, die zijn leven lang heen-en-weer werd gegooid tussen liefde en haat, had ze bovendien een grote hekel aan Engeland.

Nadat Wilhelm in 1888 als Wilhelm II de Duitse troon had bestegen, hield de streng-religieuze keizerin zich voornamelijk bezig met het stimuleren van kerkelijke en sociale doelen - zo liet ze onder andere de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche bouwen - en de opvoeding van haar zeven kinderen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog bekommerde ze zich om de gewonden en zette ze zich in voor het behoud van de autoriteit van de door haar geadoreerde keizer. Gedurende de Novemberrevolutie hield zij zich met haar dochter Victoria Louise op in Berlijn. Op de dag dat Wilhelm II zijn abdicatie tekende, voegde zij zich bij hem in zijn Nederlandse ballingschap, hoewel haar gezondheid, door een hartkwaal en bezorgdheid over het lot van haar echtgenoot en het vaderland, reeds slecht was.

Na de zelfmoord van haar zoon Joachim in 1920 ging haar gezondheid nog verder achteruit. Op 11 april 1921 stierf zij in bijzijn van Wilhelm II en haar zoon Adalbert. Voor de keizer, die pas in Nederland een echte band met zijn echtgenote had gekregen, was dit een zware slag. Om zijn eenzaamheid te verlichten hertrouwde hij een jaar later met de weduwe prinses Hermine van Schönaich-Carolath. Keizerin Augusta Victoria werd op 19 april 1921 begraven in de Antikentempel te Potsdam. Meer dan 200.000 Duitsers bewezen haar de laatste eer.

Behalve de stichting van talloze kerken, men noemde haar spottend de "Kirchengustl" oftewel het "kerkgansje", heeft de keizerin weinig sporen nagelaten. In 1906 heeft zij een Damesorde, Het Kruis van Verdienste voor Vrouwen, ingesteld.
Heerlijkheid:
prinses van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, was, als echtgenote van keizer Wilhelm II, koningin van Pruisen en keizerin van het Duitse Rijk
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik Wilhelm Victor August Ernst van Pruisen, geboren op zaterdag 6 mei 1882 in Potsdam. Frederik is overleden op vrijdag 20 juli 1951 in Hechingen, 69 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Hij werd op strenge en Spartaanse wijze opgevoed en stond afstandelijk tegenover zijn vader, die hem onpersoonlijk bejegende en geen enkele tegenspraak duldde. In de jaren 1901-1906 had hij een affaire met de operazangeres Geraldine Farrar. Deze relatie kwam echter ten einde nadat hij op 6 juni 1905 hertogin Cecilie van Mecklenburg-Schwerin, een dochter van groothertog Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin, had gehuwd. Naar haar is het slot Cecilienhof in Potsdam vernoemd.

Wilhelm gaf in tegenstelling tot zijn vader hoog op van zijn oudoom Eduard VII. Deze trachtte daarom - teneinde de keizer te irriteren - het de beïnvloedbare kroonprins tijdens diens bezoeken altijd zoveel mogelijk naar de zin te maken. Hij werd in 1907 tot legerofficier benoemd en was tot 1914 een fel nationalist. Tot ergernis van zijn vader begon hij zich ook met de politiek te bemoeien. Daarnaast besteedde hij zijn tijd vooral aan de jacht en aan diverse affaires met vrouwen. In de Eerste Wereldoorlog speelde zijn leger een grote rol in de mislukte aanvallen op Verdun. Onder zijn officieren had hij een uiterst slechte reputatie. Hij liet de krijgsverrichtingen over aan de chef-staf en verschalkte de ene Française na de andere. Door dit ongepaste gedrag werd steeds duidelijker dat hij door volk en regering nooit als opvolger van zijn vader - wiens troon reeds wankelde - zou worden aanvaard.

Hij vluchtte op 13 november 1918 evenals de keizer - tot diens ergernis - naar Nederland en hem werd door koningin Wilhelmina een predikantswoning op Wieringen ter beschikking gesteld. Op 1 december deed hij afstand van zijn rechten op de Duitse troon. Hij werkte op Wieringen in een smidse, maar leidde, hoewel hij op goede voet stond met de plaatselijke bevolking, een eenzaam leven.

Hij keerde na de opheffing van zijn ballingschap in 1923 terug naar Duitsland. In de jaren ’30 leerde hij Joseph Goebbels, Ernst Röhm en Adolf Hitler kennen; Hermann Göring kende hij nog uit de Eerste Wereldoorlog. Daar Hitler hem en de keizer bezwoer van zins te zijn de monarchie te herstellen schaarde de kroonprins zich openlijk achter de nazi’s. De Führer kwam echter alras op zijn belofte terug en in 1935 werd definitief duidelijk dat er van een nieuw keizerrijk geen sprake zou zijn. Hierop keerde Wilhelm zich van de nazi’s af en weigerde toe te treden tot de NSDAP.

Het huwelijk van Wilhelm en Cecilia had na de Eerste Wereldoorlog praktisch opgehouden te bestaan. Zij leefden apart en de prins had tal van affaires. In 1945 moest de Hohenzollernfamilie uit Berlijn vluchten. Zij konden vrijwel niets meenemen en verloren ook hun uitgebreide landgoederen in de Duitse gebieden die door Polen werden geannexeerd en de Russische bezettingszone.

De Nederlandse regering verklaarde na de Tweede Wereldoorlog Wilhelm van zijn in 1941 overleden vader geërfde goederen verbeurd. Hij stierf op 20 juli 1951 te Hechingen aan een hartaanval. Hij liet zes kinderen na:
Wilhelm (1906-1940)
Louis Ferdinand (1907-1994)
Hubertus (1909-1950)
Frederik (1911-1966)
Alexandrine (1915-1980)
Cecilia (1917-1975)

Wilhelm werd door de talrijke Duitse vorsten en ook in het buitenland onderscheiden. Als Hohenzollernprins was hij Ridder in de Hoge Orde van de Zwarte Adelaar en Grootcommandeur in de Huisorde van Hohenzollern. Hohenzollernkette. Bronnen: Microsoft Encarta Winkler Prins Editie; De Kaiser (Virginia Cowles, Amsterdam 1974); Zo, dat was ik (Prinses Viktoria Luise, 1975)
Heerlijkheid:
was als oudste zoon van keizer Wilhelm II en keizerin Augusta Victoria de laatste kroonprins van Pruisen en het Duitse Keizerrijk.
Frederik trouwde met Cecilie Auguste Marie van Mecklenburg-Schwerin. Zie 59,III voor persoonsgegevens van Cecilie.
II. Eitel Frederik van Pruisen, geboren op zaterdag 7 juli 1883 in Potsdam. Eitel is overleden op dinsdag 8 december 1942, 59 jaar oud.
Notitie bij Eitel: Hij trouwde op 27 februari 1906 met Sophie Charlotte van Oldenburg, de oudste dochter van Frederik August II van Oldenburg en Elisabeth Anne van Pruisen. Het was geen gelukkige verbintenis. Het paar kreeg geen kinderen en in 1926 kwam het tot een scheiding.

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd Eitel Frederik (in familie kring Eitel Fritz genoemd) aangesteld als commandant van het Eerste Garderegiment te voet. Daarbij viel hij onder zijn manschappen op door zijn dapperheid. Na de oorlog was hij actief in de veteranenbond Stahlhelm en in de Semper talis Bund (een veteranenverbond van voormalig keizerlijke gardisten). Hij sloot zich ook aan bij allerlei monarchistische bewegingen die tijdens de Weimarrepubliek ontstonden.

Tijdens het Nationaalsocialisme wierp hij zich op als een felle tegenstander van Hitler. Dat was de reden dat hem, hoewel hij een gedecoreerde officier was, een militaire begrafenis werd geweigerd.

Eitel Frederik was de 34ste Herrenmeister van de Johanniterorde en Ridder in de orde Pour le Mérite.
Eitel trouwde, 22 jaar oud, op dinsdag 27 februari 1906 met Sophie Charlotte van Oldenburg, 27 jaar oud. Sophie is geboren op zondag 2 februari 1879 in Oldenburg, dochter van Frederik August van Oldenburg en Elisabeth Anne van Pruisen (zie 127,II). Sophie is overleden op zondag 29 maart 1964 in Westerstede, 85 jaar oud.
Notitie bij Sophie: Zij was de oudste van twee dochters uit het huwelijk van Frederik August II van Oldenburg en diens eerste vrouw Elisabeth Anne van Pruisen.

Op 27 februari 1906, de dag dat haar toekomstige schoonouders juist hun zilveren huwelijksfeest vierden, trad ze in het huwelijk met prins Eitel Frederik van Pruisen, de tweede zoon van keizer Wilhelm II en diens vrouw Augusta Victoria. Via alle vier de ouders van het paar waren ze aan elkaar verwant. De moeder van Sophie was een prinses van Pruisen en de moeder van de bruidegom was - evenals de bruid - verwant het huis Holstein-Gottorp.

Het huwelijk werd zowel in Oldenburg als in Berlijn uitvoerig gevierd. Niettemin werd het geen succes. Het paar bleef kinderloos en in 1926 kwam het tot een echtscheiding. Sophie hertrouwde daarop met de acht jaar jongere ritmeester Harald von Hedemann.

Sophie en haar man vestigden zich in een villa in Westerstede. Daar bleef zij na de dood van haar man in 1951 wonen.
III. Adalbert van Pruisen, geboren op maandag 14 juli 1884 in Potsdam. Adalbert is overleden op woensdag 22 september 1948 in La Tour-de-Peilz, 64 jaar oud.
Notitie bij Adalbert: Adalbert werd, samen met zijn oudere broer, kroonprins Wilhelm opgeleid in het leger. Vervolgens ging hij naar het Marine-instituut in Kiel om opgeleid te worden tot marineofficier.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerde Adalbert het bevel over verschillende onderdelen van de Duitse vloot. Als marine-man trof het hem bitter dat juist een muiterij in de haven van Kiel (op 4 november 1918) het einde van de Duitse monarchie inluidde.

Na de oorlog leefde Adalbert teruggetrokken met zijn gezin in een villa in Bad Homburg. Vanaf 1928 vertrok het gezin op doktersadvies naar Zwitserland, vooral omdat de berglucht Adelheids zwakke gezondheid goed zou doen. Zij overleefde evenwel haar man, die in 1948 overleed, jaren.
Adalbert trouwde, 30 jaar oud, op maandag 3 augustus 1914 in Wilhelmshaven met Adelheid Arna van Saksen-Meiningen, 22 jaar oud. Adelheid is geboren op zondag 16 augustus 1891. Adelheid is overleden op zondag 25 april 1971, 79 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende haar man bij de Duitse marine. Zelf werd ze, mede op aandrang van haar schoonmoeder, actief in de liefdadigheid. Onder haar leiding werden twee hospitalen voor gewonde Duitse mariniers opgericht.

Na de oorlog en de val van de monarchie leefden zij en haar man een teruggetrokken bestaan. Eerst in Bad Homburg, later in Zwitserland, waar ze zich - vanwege Adelheids gezondheid - vestigden. Ze zou haar man al in 1948 verliezen en ze verloor daarop ook het contact met haar schoonfamilie.

Adelheid en Adalbert hadden de volgende kinderen:
Victoria Marina (1915, stierf na de geboorte)
Victoria Marina (1917-1981)
Wilhelm Victor (1919-1989)
IV. August Wilhelm van Pruisen, geboren op zaterdag 29 januari 1887 in Potsdam. August is overleden op vrijdag 25 maart 1949 in Stuttgart, 62 jaar oud.
Notitie bij August: August Willem (in zijn familie Auwi genoemd) studeerde aan de universiteiten van Bonn, Berlijn en Straatsburg. In 1907 promoveerde hij "op uiterst dubieuze wijze.

August onderhield meer dan warme betrekkingen met zijn adjudant en het waren zijn "uitgesproken homoseksuele neigingen" die uiteindelijk leidden tot een scheiding tussen hem en zijn vrouw. In 1920 vestigde hij zich in Potsdam, waar hij teruggetrokken leefde en zijn inkomen wat trachtte aan te vullen met het verkopen van zelfgemaakte tekeningen en schilderijen.

August werd onderwijl lid van Stahlhelm, Bund der Frontsoldaten, een vereniging van veteranen uit de Eerste Wereldoorlog. Tot ongenoegen van zijn familie werd hij in 1930 lid van de NSDAP. Hij werd aanvankelijk het mikpunt van spot in de linksgeoriënteerde pers, waar hij Braunhemdchen Auwi werd genoemd. Door de nazi’s werd August Wilhelm ingezet als stemmentrekker. De zoon van de voormalige keizer moest kiezers aan de NSDAP binden, die normaal gesproken afkerig waren van het nationaalsocialisme. August Wilhelm werd lid van de Rijksdag en voorman bij de SA. In 1942 viel hij - na enkele kritische uitlatingen over Joseph Goebbels evenwel in ongenade. Hem werd een spreekverbod opgelegd.

In 1945 ontvluchtte hij Potsdam teneinde aan het Rode Leger te ontkomen. Hij zocht en vond onderdak bij Margaretha van Hessen, een zuster van zijn vader.

Op 8 mei 1945 werd hij door de Amerikanen gevangengenomen en tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij zat zijn straf niet uit en stierf op 62-jarige leeftijd en werd begraven in Langenburg
August trouwde, 21 jaar oud, op donderdag 22 oktober 1908 met Alexandra van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, 21 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1920. Alexandra is geboren op donderdag 21 april 1887 in Holstein. Alexandra is overleden op maandag 15 april 1957 in LYON (F), 69 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Alexandra hetrouwde op 7 januari 1922 met Arnold Rümann. Dit huwelijk, dat kinderloos bleef, eindigde in 1933 eveneens in een scheiding
V. Oscar van Pruisen, geboren op vrijdag 27 juli 1888 in Potsdam. Oscar is overleden op maandag 27 januari 1958 in München, 69 jaar oud.
Notitie bij Oscar: Oscar diende in de Eerste Wereldoorlog in het Koninklijke Pruisisische Grenadiersregiment. Na de oorlog werd hij lid van de veteranenbond Stahlhelm. Hij sloot zich ook aan bij allerlei monarchistische bewegingen die ten tijde van de Weimarrepubliek ontstonden. In 1927 volgde hij zijn broer Eitel Frits op als de 35ste Herrenmeister van de Johanniterorde. Hij bleef dat tot zijn dood.

Ondanks zijn verzet tegen de nazi’s werd hij opgeroepen om in de Tweede Wereldoorlog te dienen, maar hij nam niet actief deel aan de oorlog. Tot zijn grote verdriet viel zijn oudste zoon tijdens de oorlog tegen Polen in 1939.

Het paar kreeg vier kinderen:
Oscar (1915-1939)
Burchard (1917-1988)
Herzeleide (1918-1989)
Wilhelm Karel (1922-2007)
Oscar trouwde met Ina Marie van Bassewitz-Levetzow. Ina is overleden.
VI. Joachim van Pruisen, geboren op woensdag 17 december 1890 in Berlijn. Joachim is overleden op zondag 18 juli 1920 in Potsdam, 29 jaar oud.
Notitie bij Joachim: Hij zat in het leger en kreeg uiteindelijk de rang van ritmeester bij de cavalerie.

Hij trouwde op 11 maart 1916 met prinses Marie Auguste van Anhalt, dochter van hertog Eduard van Anhalt. Ze kregen één zoon: Karel Frans Jozef Willem Frederik Eduard (1916-1975), die later zou trouwen met Henriette van Schönaich-Carolath, de dochter van keizer Wilhelms tweede echtgenote Hermine von Schönaich-Carolath.

Hij pleegde op 18 juli 1920 op 29-jarige leeftijd zelfmoord, nadat hij enige tijd aan ernstige depressie had geleden. Er werd gezegd dat hij zijn lot na zijn vaders troonsafstand en zijn mislukte huwelijk niet kon accepteren. Zijn dood greep zijn ouders erg aan. Keizerin Augusta is de dood van haar lievelingszoon nooit meer te boven gekomen; haar gezondheid ging erg achteruit en ze stierf uiteindelijk op 11 april 1921.
Joachim trouwde, 25 jaar oud, op zaterdag 11 maart 1916 met Marie Auguste van Anhalt, 17 jaar oud. Marie is geboren op vrijdag 10 juni 1898 in Ballenstedt, Duitsland, dochter van Eduard George Willem Maximiliaan van Anhalt en Louise van Saksen-Altenburg. Marie is overleden op zondag 22 mei 1983 in Essen (D), 84 jaar oud. Marie trouwde later op maandag 27 september 1926 in Berlijn met Johan Michael van Loën. Dit huwelijk werd ontbonden op donderdag 18 april 1935.
Notitie bij Marie: Door haar huwelijk kreeg ze de titel "Prinses van Pruisen". Ze kregen één zoon: Karel Frans Jozef Wilhelm Friedrich Eduard (1916-1975). Die trouwde met Henriëtte van Schönaich-Carolath, de dochter van keizer Wilhelms latere tweede echtgenote Hermine von Schönaich-Carolath. Het huwelijk van Marie en Joachim was erg ongelukkig en twee jaar na de troonsafstand van zijn vader pleegde Joachim zelfmoord. Marie hertrouwde op 27 september 1926 te Berlijn, Duitsland, met baron Johan Michael van Loën. Ze scheidden echter weer op 18 april 1935. Marie adopteerde Hans Lichtenberg, later bekend als Frederick Prinz von Anhalt, de huidige en laatste echtgenoot van Zsa Zsa Gábor.

Ze stierf op 22 mei 1983 op 84-jarige leeftijd in Essen, Duitsland.
VII. Victoria Louise van Pruisen, geboren op dinsdag 13 september 1892 in Potsdam (zie 27).
56 Frederik VIII van Denemarken, geboren op zaterdag 3 juni 1843 in Kopenhagen. Frederik is overleden op dinsdag 14 mei 1912 in Hamburg, 68 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Als kroonprins nam hij in 1864 deel aan de Tweede Duits-Deense Oorlog. Hij streed samen met zijn vader vruchteloos tegen de novemberconstitutie maar werd verder buiten de regering gelaten. Frederik was militair opgeleid en - in tegenstelling tot zijn vader - voorstander van een parlementaire regering. Op 28 juli 1869 huwde hij Louise, dochter van Karel XV van Zweden. Zij schonk hem acht kinderen. Toen Noorwegen zich in 1905 afscheidde van Zweden werd Frederiks tweede zoon Karel als Haakon VII koning van Noorwegen.

Frederik werd na Christiaans dood op 29 januari 1906 als Frederik VIII koning van Denemarken. Hij was een liberaal en populair bij politiek en volk. Onder hem werd het parlementaire stelsel praktisch uitgevoerd. In het licht van de dreigende Eerste Wereldoorlog had vooral de landsverdediging zijn interesse.

Frederik had hartproblemen en stierf in 1912 plotseling tijdens een van zijn incognito wandelingen in Hamburg op 69-jarige leeftijd. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Christiaan X.
Heerlijkheid:
van 1906 tot 1912 koning van Denemarken
Hij trouwde met
57 Louise Van Zweden, geboren op vrijdag 31 oktober 1851 in Stockholm slot. Louise is overleden op zaterdag 20 maart 1926 in Amalienborg (Kopenhagen), 74 jaar oud.
Notitie bij Louise: Door intimi werd zij Sessa genoemd. Zij werd door haar ouders bijzonder streng en eenzaam opgevoed, haar enige broertje Karel Oscar overleed jong waardoor zij alleen over bleef.
Heerlijkheid:
koningin van Denemarken
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Christiaan X van Denemarken, geboren op maandag 26 september 1870 in Charlottenlund bij Kopenhagen (zie 28).
II. Haakon VII van Denemarken van Noorwegen, geboren op zaterdag 3 augustus 1872 in Charlottenlund. Haakon is overleden op zaterdag 21 september 1957 in Oslo, 85 jaar oud.
Notitie bij Haakon: Haakon VII werd geboren als Karel van Denemarken (Carl) op 3 augustus 1872 te Charlottenlund nabij Kopenhagen. Hij was de tweede zoon van de latere koning Frederik VIII van Denemarken en diens vrouw koningin Louise van Zweden. Hij was een jongere broer van Christiaan (1870-1947), later als Christiaan X de koning van Denemarken, huwde Alexandrine Augusta van Mecklenburg-Schwerin. Hij was een oudere broer van: prinses Louise Caroline (1875-1906), huwde Frederik George van Schaumburg-Lippe. Prins Harald (1876-1949), huwde Helene Adelheid van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Prinses Ingeborg (1878-1958), huwde prins Karel van Zweden. Prinses Thyra (1880-1945), bleef ongehuwd. Prins Gustaaf (1887-1944), bleef ook ongehuwd. En prinses Dagmar (1890-1961), huwde Jørgen Castenskiold.

Via zijn vader was hij een kleinzoon van koning Christiaan IX en koningin Louise van Hessen-Kassel. En via zijn moeder was hij een kleinzoon van koning Karel XV van Zweden, die als Karel IV koning van Noorwegen was,en koningin Louise der Nederlanden, een kleindochter van koning Willem I der Nederlanden. Carl werd koning van Noorwegen nog voor zijn vader en broer koning van Denemarken werden. Tijdens zijn regering over Noorwegen zag hij zijn vader, Frederik VIII in 1906, zijn broer, Christiaan X in 1912, en zijn neefje Frederik IX, in 1947, de troon van Denemarken bestijgen. Carl was een prins uit het huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, een zijtak uit het huis Oldenburg. Het huis Oldenburg is een invloedrijk Noord-Europees vorstengeslacht, en regeerde Denemarken als sinds 1448, en van 1536 tot 1814 regeerde dit geslacht ook over Noorwegen, verbonden met Denemarken in het koninkrijk Denemarken-Noorwegen. Dit geslacht kwam eigenlijk uit het noorden van Duitsland. De Oldenburg familie had al banden met Noorwegen sinds de late middeleeuwen. En via zijn vader stamde Carl af van meerdere Noorse koningen, die regeerden over een onafhankelijk Noorwegen, waaronder: Haakon V, Christiaan I, Frederik I, Christiaan III, Frederik II, Christiaan IV en Frederik III. Frederik III voegde Noorwegen samen met Sleeswijk en Holstein, waarna het tot 1814 geen onafhankelijke status had. Christiaan Frederik was van mei tot oktober 1814 koning van een onafhankelijk Noorwegen. Ook Christiaan Frederik was een voorvader van Carl.

Prins Carl werd opgevoed aan het hof van Kopenhagen, en ging later studeren aan de Koninklijke Deense Marine Academie.

Op 22 juli 1896 huwde hij te Buckingham Palace met Prinses Maud van Saksen-Coburg en Gotha (ook wel bekend als Maud van Wales). Maud was de jongste dochter van de latere koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk en koningin Alexandra van Denemarken. Koningin Alexandra was de oudste dochter van koning Christiaan IX en koningin Louise. Koningin Alexandra was dus een tante van prins Carl.

Na enige jaren van politieke onrust koos het Noorse volk in 1905 ervoor zich van Zweden af te scheiden. Op 18 november van dat jaar koos het parlement, het Storting, Karel als koning van Noorwegen. Deze keuze werd in een referendum door het volk bevestigd. Karel werd op 22 juni 1906 gekroond in de Nidaros-kathedraal in Trondheim. Hij noemde zich nu Haakon, naar de gelijknamige middeleeuwse koningen van Noorwegen.

Toen de Duitsers met Operatie Weserübung Noorwegen in april 1940 bezetten leidde Haakon twee maanden lang het verzet en weigerde de nieuwe regering onder Vidkun Quisling te erkennen. Hierna week hij uit naar Engeland en leidde de regering in ballingschap in de Londense wijk Rotherhithe. Hij vormde een belangrijk symbool voor het Noorse verzet. In 1945 keerde hij weer naar zijn land terug.

Haakon stierf op 21 september 1957 in Oslo aan de gevolgen van een val in zijn badkamer, twee jaar eerder. Alexander volgde hem op als Olaf V.
Heerlijkheid:
van 1905 tot 1957 de eerste koning van Noorwegen na het einde van de personele unie met Zweden
Haakon trouwde, 23 jaar oud, op woensdag 22 juli 1896 in Buckingham Palace met Maud van Saksen-Coburg en Gotha van Wales, 26 jaar oud. Maud is geboren op vrijdag 26 november 1869 in Londen, dochter van Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk (zie 103,II) en Alexandra van Denemarken (zie 97,II). Maud is overleden op zondag 20 november 1938 in Londen, 68 jaar oud.
Notitie bij Maud: Maud werd geboren op 26 november 1869 in het Marlborough House, Londen. Ze was de jongste dochter van de toenmalige Prins van Wales, de latere koning Eduard VII en diens echtgenote Alexandra, dochter van koning Christiaan IX van Denemarken. Ze werd op 24 december gedoopt op Marlborough House door John Jackson, Bisschop van Londen. Hierbij waren verschillende leden van de hoge adel als doopgetuigen aanwezig, waaronder koning Karel XV van Zweden en Noorwegen, prins Leopold, de latere tsarina Maria Fjodorovna en kroonprinses Louise van Denemarken.

De prinses had nog vier broers en zussen, Albert Victor, George, Louise en Victoria. En ze had ook een jonger broertje, John. Prinses Maud was een levendig kind en had de bijnaam “Harry”. De prinses ging regelmatig mee met de reizen die haar familie naar Denemarken ondernam en vergezelde haar moeder later op cruises naar Noorwegen en de Middellandse Zee.

Op 22 juli 1896 trad Maud in een privé-kapel van Buckingham Palace in het huwelijk met haar neef Karel van Denemarken. Hij was de tweede zoon van kroonprins Frederik van Denemarken, de oudere broer van haar moeder Alexandra. Van haar vader kreeg Maud het landhuis Appleton House te Sandringham voor de bezoeken die ze regelmatig aan Engeland zou brengen. Hier werd ook haar enige zoon, prins Alexander, geboren op 2 juli 1903.

Prins Karel diende bij de Deense marine en hij en zijn familie woonden vooral in Denemarken tot 1905. In dat jaar werd de oude band tussen Noorwegen en Zweden door het parlement van Noorwegen opgeheven en werd besloten de troon van Noorwegen aan Karel aan te bieden. Karel accepteerde het aanbod en besteeg de troon als Haakon VII, waarbij zijn zoon, de nieuwe kroonprins, de naam Olav kreeg. Koning Haakon en koningin Maud werden op 22 juni 1906 gekroond in de Nidaros-domkerk in Trondheim.

Koningin Maud bleef altijd erg gehecht aan Engeland, maar wist zich snel aan te passen aan haar nieuwe thuisland en haar taken als koningin. Ze steunde verschillende goede doelen, vooral degene voor kinderen en dieren, en moedigde muzikanten en artiesten aan. Haar laatste officiële optreden in Engeland was bij de kroning van haar neef tot koning George VI van het Verenigd Koninkrijk in 1937.

Maud stierf aan een hartverlamming in Londen in 1938, drie dagen na een operatie. Haar lichaam werd overgebracht naar Noorwegen en werd vervolgens begraven in het koninklijke mausoleum bij Akershus.

Verschillende gebieden, gebergten e.d. werden naar de koningin genoemd. De bekendste hiervan is het Koningin Maudland.
III. Louise Caroline van Denemarken, geboren op woensdag 17 februari 1875 in Amalienborg. Louise is overleden op woensdag 4 april 1906 in slot Nachod in Ratiboritz (Bohemen), 31 jaar oud. Louise trouwde, 21 jaar oud, op dinsdag 5 mei 1896 in Kopenhagen met Frederik van Schaumburg-Lippe, 28 jaar oud. Frederik is geboren op donderdag 30 januari 1868 in Ratiboritz. Frederik is overleden op maandag 17 december 1945 in Bad Kudowa, 77 jaar oud. Frederik trouwde later op woensdag 26 mei 1909 met Antoinette van Anhalt-Dessau (1885-1963).
IV. Harald van Denemarken, geboren op zondag 8 oktober 1876 in Charlottenlund. Harald is overleden op woensdag 30 maart 1949 in Kopenhagen, 72 jaar oud. Harald trouwde, 32 jaar oud, op woensdag 28 april 1909 in Glücksburg met Helene Adelheid van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, 20 jaar oud. Helene is geboren op vrijdag 1 juni 1888 in Holstein. Helene is overleden op zaterdag 30 juni 1962 in Hellerup, 74 jaar oud.
V. Ingeborg van Denemarken, geboren op vrijdag 2 augustus 1878 in Kopenhagen. Ingeborg is overleden op woensdag 12 maart 1958 in Stockholm, 79 jaar oud. Ingeborg trouwde, 19 jaar oud, op vrijdag 27 augustus 1897 in Kopenhagen met Karel Van Zweden, 36 jaar oud. Zie 121,III voor persoonsgegevens van Karel.
VI. Thyra Louise van Denemarken, geboren op zondag 14 maart 1880. Thyra is overleden op vrijdag 2 november 1945, 65 jaar oud.
Notitie bij Thyra: Prinses Thyra werd geboren als zesde kind en derde dochter van de Deense koning Frederik VIII en zijn vrouw koningin Louise. Zij werd genoemd naar haar tante prinses Thyra. Ze bleef haar hele leven ongetrouwd en kreeg nooit kinderen. Ze woonde ook het grootste deel van haar leven samen met haar broer prins Gustaaf.
VII. Gustaaf van Denemarken, geboren op vrijdag 4 maart 1887 in Charlottenlund. Gustaaf is overleden op donderdag 5 oktober 1944 in Egelund, 57 jaar oud.
Notitie bij Gustaaf: Prins Gustaaf werd geboren als de vierde zoon van de Deense koning Frederik VIII en zijn vrouw koningin Louise. Hij was tevens de broer van de eerste Noorse koning Haakon VII. Prins Gustaaf bleef zijn hele leven ongehuwd en kreeg nooit kinderen. Hij leefde het grootste deel van zijn leven samen met zijn zus Thyra, die eveneens ongehuwd bleef.
VIII. Dagmar van Denemarken, geboren op vrijdag 23 mei 1890. Dagmar is overleden op woensdag 11 oktober 1961, 71 jaar oud. Dagmar trouwde, 32 jaar oud, op donderdag 23 november 1922 met Jørgen Castenskiold, 28 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Dagmar en Jørgen: Ze werd genoemd naar haar tante prinses Dagmar, die na haar huwelijk met tsaar Alexander III de naam Maria Fjodorovna had aangenomen
Jørgen is geboren op donderdag 30 november 1893. Jørgen is overleden op dinsdag 21 november 1978, 84 jaar oud.
58 Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin, geboren op woensdag 19 maart 1851 in Ludwigslust. Frederik is overleden op zaterdag 10 april 1897 in Cannes, 46 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Hij maakte in zijn jeugd reizen door Noord-Afrika en Azië en bracht wegens een borstkwaal ook na zijn troonsbestijging in 1883 veel tijd in het buitenland door. De regering lag in de handen van generaal Friedrich von Maltzahn (1848-1907).

Friedrich Franz was homoseksueel

Hij stierf op 10 april 1897 te Cannes, waar hij een kuur onderging. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Frederik Frans IV, namens wie zijn broer Johan Albrecht tot 1901 het land bestuurde, zoals hij reeds sinds 1894 deed.

Rond de dood van Frederik Frans om 9 uur in de avond van de tiende april 1897 is alleen met zekerheid bekend dat hij zwaar gewond op de weg onder het terras van zijn hooggelegen villa werd gevonden en een half uur later stierf. De kranten schreven de volgende dag van een "zelfgekozen dood". De volgende dag maakte de hofhouding bekend dat Frederik Frans die weer een van zijn levensbedreigende astma-aanvallen doorstond zijn arts had weggestuurd. Vervolgens zou hij, in de woorden van de hofhouding, "duizelig op het terras zijn gaan lopen om lucht te krijgen, gewankeld hebben en over de ballustrade zijn gevallen". De ernstig aan zijn ruggengraat verwonde vorst zou "na in de villa te zijn teruggebracht nog een half uur met zijn vrouw en kinderen hebben gesproken alvorens te sterven".
Het is mogelijk dat het hof een zelfgekozen dood van de wanhopige patiënt om religieuze en dynastieke redenen heeft ontkend. Een zelfdoding zou de huwelijkskansen van de talrijke Mecklenburgse prinsen en prinsessen hebben geschaad. Een mogelijk erfelijke astmatische aandoening, ook moeder Augusta van Reuss-Schleiz-Köstritz was aan een, voor het publiek verborgen gehouden, longkwaal gestorven, mocht niet worden benadrukt. Er is ook een religieuze achtergrond. Een zelfgekozen dood zou in 1897 een christelijke begrafenis moeilijk, zo niet onmogelijk, hebben gemaakt.
Titel:
van 1883 tot 1897 groothertog van Mecklenburg-Schwerin
Hij trouwde, 27 jaar oud, op vrijdag 24 januari 1879 in Sint-Petersburg met de 18-jarige
59 Anastasia Michajlovna van Rusland, geboren op zaterdag 28 juli 1860 in Peterhofpaleis te Sint-Petersburg. Anastasia is overleden op zaterdag 11 maart 1922 in Eze, 61 jaar oud.
Titel:
grootvorstin van Rusland
Anastasia begon een relatie (2), minstens 37 jaar oud, na 1897 met Vladimir Alexandrovich Paltov (1874-1944), minstens 23 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Alexandrine Augusta van Mecklenburg-Schwerin, geboren op woensdag 24 december 1879 (zie 29).
II. Frederik Frans IV (Fritzi) van Mecklenburg-Schwerin, geboren op zondag 9 april 1882 in Palermo. Frederik is overleden op zaterdag 17 november 1945 in Flensburg, 63 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Hij was een neef van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina der Nederlanden.

Hij volgde in 1897 zijn vader op als groothertog van Mecklenburg-Schwerin, vanwege zijn minderjarigheid tot 1901 onder regentschap van zijn oom Johan Albrecht. Na de zelfmoord van zijn verwant groothertog Adolf Frederik VI van Mecklenburg-Strelitz in 1918 kreeg hij ook het bestuur van dit land toegewezen. In de Novemberrevolutie van datzelfde jaar moest hij evenals alle andere Duitse vorsten afstand doen van de troon.

Daar zijn stamslot werd onteigend week hij uit naar Ludwigslust. Het ging hem financieel niet voor de wind en pas na veel problemen en jarenlange discussies kreeg hij een schadevergoeding uitgekeerd. Toen Mecklenburg in 1945 deel van de Sovjetbezettingszone werd vluchtte hij naar Glücksburg. Hij stierf op 17 november van dat jaar te Flensburg.
Titel:
van 1897 tot 1918 de laatste groothertog van Mecklenburg-Schwerin en in 1918 regent van Mecklenburg-Strelitz.
Frederik trouwde, 22 jaar oud, op dinsdag 7 juni 1904 met Alexandra van Hannover-Cumberland, 21 jaar oud. Zie 53,III voor persoonsgegevens van Alexandra.
III. Cecilie Auguste Marie van Mecklenburg-Schwerin, geboren op maandag 20 september 1886 in slot Schweriner, Schwerin. Cecilie is overleden op donderdag 6 mei 1954 in Bad Kissingen, 67 jaar oud.
Notitie bij Cecilie: Na de val de Duitse monarchieën in november 1918 weigerde zij zich gedurende de vijfjarige ballingschap van haar echtgenoot in Wieringen bij hem te voegen. Zij bleef in Berlijn wonen. De huwelijksband, het gearrangeerde huwelijk was harmonisch maar niet hecht omdat Wilhelm tal van affaires had, overleefde de ballingschap niet. Er kwam geen scheiding maar de echtgenoten leefden apart. Cecilie woonde met haar kinderen op het voor haar tijdens de Eerste Wereldoorlog gebouwde landhuis in Engelse stijl Cecilienhof in Potsdam.

In de jaren ’30 heeft Cecilie geprobeerd om de opkomende nazi-beweging voor de monarchistische zaak te winnen. Hitler leek toeschietelijk maar verbood na zijn benoeming tot Rijkskanselier de monarchistische organisaties. De bedrogen Cecilie trok zich daarop terug uit de politiek en het maatschappelijk leven.

In Potsdam wijdde zij zich nu aan de muziek. Zij omringde zich met musici als Bronislav Hubermann, Wilhelm Kempff, Elly Ney, Wilhelm Furtwängler en de jonge Herbert von Karajan.

De oudste zoon van Wilhelm en Cecilie, prins Wilhelm, sneuvelde in 1940 aan het westelijke front. Toen bij de begrafenis in Potsdam spontane aanhankelijkheidsbetuigingen aan de Hohenzollerns te zien waren bracht dat Hitler ertoe om een "Prinzenerlaß" af te kondigen waarin alle agnaten van de Duitse vorstenhuizen uit de strijdkrachten werden ontslagen.

Omdat de Russische legers in februari 1945 Berlijn naderden moesten Cecilie en de familie van haar zoon Louis Ferdinand vluchten. Zij konden niet meer dan een paar koffers meenemen. In Bad Kissingen woonde Cecilie tot 1952 op een zolderkamer van een sanatorium. Later bewoonde zij een armoedig huisje in de omgeving van Stuttgart.

Kinderen van Wilhelm en Cecilie:
Wilhelm Friedrich Franz Joseph Christian Olaf (4 juli 1906 - 26 mei 1940)
Louis Ferdinand Viktor Eduard Adalbert Michael Hubertus (9 november 1907 - 25 september 1994)
Hubertus Karl Wilhelm von Preußen (30 september 1909 - 8 april 1950)
Friedrich Georg Wilhelm Christoph (19 december 1911 - 20 april 1966)
Alexandrine Irene (7 april 1915- 15 april 1980)
Cecilia Viktoria Anastasia Zita Thyra Adelheid (5 september 1917 - 21 april 1975)
Heerlijkheid:
Hertogin van Mecklenburg
Cecilie trouwde met Frederik Wilhelm Victor August Ernst van Pruisen. Zie 55,I voor persoonsgegevens van Frederik.
60 Gustaaf V Van Zweden, geboren op woensdag 16 juni 1858 in Slot Drottningholm. Gustaaf is overleden op zondag 29 oktober 1950 in Stockholm, 92 jaar oud.
Notitie bij Gustaaf: Gustaaf werd geboren op 16 juni 1858 in het Slot Drottningholm en werd toen meteen verheven tot hertog van Värmland. Gustaaf had alleen jongere broers: Prins Oscar (1859-1953) huwde zonder toestemming van de koning met Ebba van Fulkila Munck, Prins Karel (1861-1951) huwde prinses Ingeborg van Denemarken, een dochter van koning Frederik VIII en Prins Eugenius (1865-1947) bleef ongehuwd, maar was wel een beroemd schilder. In december 1907 stierf zijn vader Oscar II en zo werd Gustaaf koning van Zweden als Gustaaf V. Gustaaf werd geen koning van Noorwegen want dat was in 1905 onafhankelijk geworden. In Noorwegen zat toen een neef van Gustaaf op de troon, koning Haakon VII.

Gustaaf huwde op 20 september 1881 in Karlsruhe met Prinses Victoria van Baden. Victoria was een kleindochter van prinses Sofie van Holstein-Gottorp, een dochter van oud-koning Gustaaf IV Adolf van Zweden en diens vrouw koningin Frederika van Baden. Door deze verbintenis werden het huis Bernadotte en het huis Holstein-Gottorf met elkaar verenigd. Het huis Holstein-Gottorf regeerde over Zweden van 1751 tot 1818. Uit het huwelijk van Gustaaf en Victoria werden drie zonen geboren.

Koning Gustaaf V was de laatste Zweedse koning die zich direct bemoeide met de politiek van zijn land. Dit deed Gustaaf in 1914 over de geschillen van de defensiebegroting. Hij was een zeer conservatieve man, en hij keurde de democratische beweging en de eisen voor de rechten van werknemers niet goed. Hij was ook de laatste Zweedse koning die bevelhebber was van de Zweedse Strijdkrachten in de periode tussen 1907 en 1939.

Er werd van Gustaaf gedacht dat hij Duitse sympathieën had tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn politieke houding tijdens de Eerste Wereldoorlog werd sterk beïnvloed door zijn dominante vrouw, koningin Victoria, die een sterke band had met haar Duitse geboorteland. Op 18 december 1914 had Gustaaf een ontmoeting met de twee andere koningen van Scandinavië, koning Haakon VII van Noorwegen en koning Christiaan X van Denemarken, om eenheid aan te tonen binnen en tussen de Scandinavische landen. Eén van Gustaafs andere doelstellingen van deze drie-koningenconferentie was om de vermoedens dat hij aan de Duitse kant van de oorlog stond, te ontkennen.

Zowel de koning als zijn kleinzoon, prins Gustaaf Adolf, hadden sympathie getoond tegenover bepaalde nazileiders vóór de Tweede Wereldoorlog, hoewel duidelijk aantoonbaar enkel voor diplomatieke doeleinden. Gustaaf bezocht tijdens de Tweede Wereldoorlog Berlijn en ook de Duitse leider Adolf Hitler. Volgens historicus Jörgen Weibull probeerde Gustaaf V Adolf Hitler ervan te overtuigen om de vervolging van de Joden te verminderen. Hij deed ook een beroep op de leider van Hongarije, om "in de naam van de mensheid" op te staan voor zijn Joden. Op verzoek van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt, deed Gustaaf V een beroep op Hitler voor vredesonderhandelingen in 1938, "in het belang van de vrede".

Toen nazi-Duitsland de Sovjet-Unie binnen viel in oktober 1941, probeerde koning Gustaaf een privé-brief naar Hitler te sturen, om hem te bedanken voor het onderdrukken van de "Bolsjewieken pest" en om hem te feliciteren hem met zijn "reeds bereikte overwinningen". Maar hij werd door eerste-minister Per Albin Hansson gestopt om dit te doen. Desondanks stuurde Gustaaf in het geheim en achter de rug om van het parlement, via de Duitse ambassade in Stockholm, een telegram naar Hitler.

Gustaaf V was een lange en dunne man. Hij droeg pince-nez brillen en hij had een puntige sik en snor voor de meeste van zijn tienerjaren. Het was een officieel geheim dat de koning een homoseksuele man was, en in zijn latere leven vond hij het geen probleem om dit te vertellen. Een vermeende seksuele affaire met de man Kurt Haijby leidde tot de Haijby-affaire: het hof had Haijby grote sommen geld betaald, hij kreeg tot tweemaal toe psychiatrische zorg en hij werd naar nazi-Duitsland gestuurd, waar hij in een gevangenis van de Gestapo werd geplaatst. De koning was waarschijnlijk niet op de hoogte van deze gebeurtenissen, of althans niet instrumentaal. Dit kwam voor het eerst in de openbaarheid via de onderzoeksjournalistiek van Wilhelm Moberg en Herbert Tingsten, hoofdredacteuren bij de Dagens Nyheter.

Gustaaf V was een intensieve tennisspeler onder de pseudoniem Mr. G. Als speler en promotor van de sport werd hij in 1980 opgenomen in de Tennis Hall of Fame. De koning leerde tennis spelen tijdens een bezoek aan Engeland in 1876. Toen hij terugkeerde in Zweden richtte hij daar de eerste Zweedse tennisclub op. In 1936 richtte hij de Konings Club op. Tijdens zijn regering werd Gustaaf vaak gezien aan de Rivièra, waar hij dan tennis speelde. Tijdens zijn bezoek aan Berlijn ging hij direct na een ontmoeting met Hitler tennissen met de Joodse speler Daniel Prenn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam hij op voor betere behandeling voor de Davis Cup-sterren zoals Jean Borotra uit Frankrijk en Gottfried von Cramm uit Duitsland, die gevangen waren gezet door de Duitse regering.

Gustaaf V was de 1.062ste Ridder in de Spaanse Orde van het Gulden Vlies, hij werd de 828ste Ridder in de Orde van de Kousenband in 1905 en kreeg het grootkruis in de Orde van de Toren en het Zwaard.

Koning Gustaaf V van Zweden stierf op 29 oktober 1950 in Stockholm. Hij was 92 jaar oud en had 43 jaar geregeerd. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon koning Gustaaf VI Adolf.
Heerlijkheid:
was van 8 december 1907 tot 29 oktober 1950 koning van Zweden
Hij trouwde, 23 jaar oud, op dinsdag 20 september 1881 in Karlsruhe met de 19-jarige
61 Victoria Van Baden, geboren op donderdag 7 augustus 1862 in Baden-Württemberg, Duitsland. Victoria is overleden op vrijdag 4 april 1930 in Rome, 67 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Victoria had grote politieke invloed op haar echtgenoot. Na de Eerste Wereldoorlog verloor zij haar populariteit, omdat ze erg Duitsgezind was. Zij was getalenteerd op veel gebieden: ze was een bijzonder goed in het schilderen en fotograferen, en hield zich intensief bezig met experimentele ontwikkelingstechnieken. Ook was ze een uitstekende pianiste, die bijvoorbeeld de hele Ring des Nibelungen uit haar hoofd kon spelen. Victoria van Baden hield zich in Zweden veel bezig met liefdadigheidsinstellingen. Zij was haar leven lang ziekelijk. In de eerste dertig jaar van haar leven werd zij behandeld door haar artsen met therapieën die haar ziekte eerder verergerden. In 1892 echter kreeg zij een nieuwe hofarts in de geneesheer en schrijver Axel Munthe, die haar adviseerde regelmatig te gaan kuren in zuidelijke landen. Daarna ging ze onder meer regelmatig naar Egypte en naar het Italiaanse eiland Capri, waar Munthe een villa had, en bouwde zich daar een eigen residentie, met een groot park eromheen. Deze villa inspireerde haar tot de bouw van het Slot Solliden op het eiland Öland, waar de koninklijke familie sindsdien haar zomervakanties doorbrengt.
Heerlijkheid:
Prinses van Baden, Koningin van Zweden
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gustaaf VI Adolf Van Zweden, geboren op woensdag 11 januari 1882 in Stockholm (zie 30).
II. Willem Van Zweden, geboren op dinsdag 17 juni 1884 in Stockholm. Willem is overleden op zaterdag 5 juni 1965 in Stockholm, 80 jaar oud.
Notitie bij Willem: Prins Willem trouwde op 3 mei 1908 te Sint-Petersburg, Rusland, met grootvorstin Maria Paulowna van Rusland, de dochter van Paul Aleksandrovitsj van Rusland. Paul Aleksandrovitsj was de zoon van tsaar Alexander II en diens echtgenote Alexandra van Griekenland, de dochter van George I van Griekenland. Het was geen gelukkig huwelijk: Maria en Willem mochten elkaar niet en Maria was niet geliefd bij de vrouwen aan het Zweedse hof. Op 8 mei 1909 beviel Maria van een zoon, Lennart, maar ook dit kon hun relatie niet redden. In 1911 stelde de koning, die erg veel om zijn schoondochter gaf, voor om een cruise te maken naar Siam. Een paar jaar later werd hun huwelijk officieel ontbonden.

Willem stierf op 5 juni 1965 op tachtigjarige leeftijd te Stockholm.
Titel:
prins van Zweden
Willem trouwde, 23 jaar oud, op zondag 3 mei 1908 met Maria Paulowna van Rusland, 18 jaar oud. Maria is geboren op zondag 6 april 1890 in Sint-Petersburg, dochter van Paul Aleksandrovitsj van Rusland en Alexandra van Griekenland (zie 49,III). Maria is overleden op zaterdag 13 december 1958 in Mainau, 68 jaar oud.
Notitie bij Maria: Maria’s vader was grootvorst Paul Aleksandrovitsj, de jongste zoon van tsaar Alexander II en Maria Alexandrovna; haar moeder was prinses Alexandra van Griekenland, de oudste dochter van koning George I van Griekenland en diens echtgenote Olga Konstantinova van Rusland. Alexandra stierf in 1891 tijdens de bevalling van haar tweede kind, Dimitri Paulovitsj. Maria was toen nog geen twee jaar oud. Na het overlijden van Alexandra begon Paul Aleksandrovitsj een verhouding met de niet-adellijke Olga Karnovitsj, met wie hij in 1902 trouwde, waarna het paar in verbanning in Parijs ging leven.

Maria en haar broertje kwamen toen onder voogdij van grootvorst Sergej Aleksandrovitsj, de broer van hun vader, en diens vrouw Elisabeth van Hessen-Darmstadt, de zus van tsarina Alexandra Fjodorovna, te staan. Elisabeth was erg afstandelijk tegenover de kinderen, maar Sergej sloot ze in zijn hart en behandelde ze als zijn eigen kinderen. Toen Rusland in 1905 in oorlog kwam, werden Maria en Dimitri met Sergej en Elisabeth ondergebracht in het Kremlin, Moskou, waar ze veilig zouden zijn voor de revolutiegezinde rebellen die de stad al enige tijd teisterden. Dit kon echter niet voorkomen dat grootvorst Sergej op 17 februari in zijn koets werd opgeblazen. Na de moord op Sergej ging Elisabeth in een klooster.

Niet veel later kreeg Maria een pijnlijke verrassing te verwerken: ze werd de verloofde van Prins Willem van Zweden, de zoon van koning Gustaaf V van Zweden en diens echtgenote Victoria van Baden. Veel familieleden waren net als Maria niet blij met het huwelijk. Daarom werd het huwelijk uitgesteld tot Maria achttien zou zijn.

Maria was erg ongelukkig; ze was niet geliefd bij de vrouwen aan het Zweedse hof en ook Willem en Maria mochten elkaar niet. Op 8 mei 1909 beviel Maria van een zoon, Lennart, maar ook dit kon hun relatie niet redden. In 1911 stelde de koning, die wel veel om zijn schoondochter gaf, voor om een cruise te maken naar Siam. Maria had nog gehoopt op verbetering in hun relatie, maar die verbetering bleef uit. Ze besloot van Willem te scheiden; pas een paar jaar later kon hun huwelijk officieel ontbonden worden. Maria was eindelijk vrij en was maar wat blij dat ze weer terug kon naar Rusland. Ze wilde haar zoontje pas in 1921 weer zien; ze zocht hem toen op in Zweden.

Een paar maanden na Marie’s vierentwintigste verjaardag liep het conflict tussen Oostenrijk en Servië uit tot de Eerste Wereldoorlog. Net als veel vrouwen van de keizerlijke familie volgde Maria een opleiding tot verpleegster en ging ze werken in oorlogshospitalen. In 1915 nam ze een hospitaal over in Pskov. Later kreeg ze een onderscheiding voor het werk dat ze tijdens de oorlog verrichtte.

In december 1916 hoorde Maria van de moord op Raspoetin, waar haar broer aan had meegewerkt. Dimitri werd verbannen naar het Perzische front. Deze moord en de oorlog zorgden voor veel onrust in het land, die langzaam revolutionaire vormen begon aan te nemen. In deze onzekere tijd werd Maria verliefd op Prins Sergej Michaelovitsj Putjatin, de zoon van de bevelhebber van de paleizen in Tsarskoje Selo. Toch begon de revolutie ook voor Maria steeds dichterbij te komen, al werd die voor haar pas werkelijkheid toen haar vader, die in 1915 weer aan het Russische hof was verwelkomd, en zijn gezin eind augustus 1917 gevangen werden genomen. Hierdoor kon haar familie niet aanwezig zijn bij haar bruiloft op 19 september. Op 8 juli 1918 beviel Maria van een zoon: Roman Sergejevitsj. Niet veel later hoorde Maria van de moord op een aantal familieleden en begon ze plannen te maken om het land uit te vluchten. Maria en Sergej vluchtten naar het hof van haar nicht koningin Marie van Roemenië.

De tijd daarna was voor Maria erg onzeker. Ze wist met moeite rond te komen door de verkoop van de juwelen en diamanten, die haar schoonouders tijdens de revolutie hadden weten te bemachtigen. Niet lang nadat ze uit Rusland was gevlucht, hoorde ze van de moord op haar vader en enkele andere familieleden. Dit was een grote schok voor haar.

Maria reisde vanuit Roemenië naar Parijs en vervolgens naar Londen, waar ze werd herenigd met haar broer. Uiteindelijk besloten Maria en Sergej dat ze zich zouden vestigen in Parijs, waar Sergej voor een bank ging werken en Maria een borduurwinkeltje open. Maria’s winkel was in eerste instantie een groot succes; tot haar klanten kon ze o.a. de modeontwerpster Gabrielle ‘Coco’ Chanel rekenen. Maar al snel ging het bergafwaarts met haar winkel. Ook in haar huwelijk ging het fout; in 1923 scheidden Maria en Sergej. Maria was weer ‘vrij’ en besloot zich in de Verenigde Staten te vestigen, waar ze haar memoires "The Education of a Princess" schreef. Maar ook in Amerika woonde ze niet lang; ze vertrok samen met een vriendin naar Buenos Aires, Argentinië. Daar hoorde ze van het overlijden van haar broer. Niet lang daarna zocht haar zoon Lennart haar op en hij stelde voor haar mee te nemen naar zijn kasteel Schloss Mainau, dat op het eiland Mainau in het Bodenmeer lag. Daar stierf ze op 13 december 1958 aan een longontsteking. Het was haar laatste wens geweest om verenigd te worden met haar broer Dimitri, dus liet Lennart hem herbegraven in de crypte onder de kapel van Schloss Mainau.
III. Erik Van Zweden, geboren op zaterdag 20 april 1889 in Stockholm. Erik is overleden op vrijdag 20 september 1918 in Slot Drottningholm, 29 jaar oud.
Notitie bij Erik: Erik was een ziekelijk kind. Hij was epileptisch en gebruikte veel medicijnen. Hij leefde een zeer teruggetrokken bestaan en mengde zich niet in staatsaangelegenheden of familiezaken. In 1904 werd hij door koning Oscar II van Zweden, zijn grootvader, opgenomen in de Orde van de Noorse Leeuw.

Erik overleed uiteindelijk op 29-jarige leeftijd aan de gevolgen van de epidemie van de Spaanse griep. Hoewel zij wisten dat hun zoon stervende was, waren noch zijn vader, noch zijn moeder bij zijn sterfbed aanwezig.
62 Arthur van Connaught en Strathearn, geboren op woensdag 1 mei 1850 in Londen. Arthur is overleden op vrijdag 16 januari 1942 in Bagshot Park, Surrey, 91 jaar oud.
Notitie bij Arthur: Als zoon van de Britse vorst kreeg Arthur de titel "Prins van het Verenigd Koninkrijk" met het predicaat "Zijne Koninklijke Hoogheid".

Arthur werd op 22 juni 1850 in de privé-kapel van Buckingham Palace gedoopt door John Bird Sumner, de aartsbisschop van Canterbury. De doopgetuigen waren kroonprins Wilhelm van Pruisen, prinses Felicitas van Salm-Horstmar (schoondochter van Willem Ernst van Saksen-Weimar-Eisenach) en Arthur Wellesley, hertog van Wellington. Prins Arthur deelde met Arthur Wellesley niet alleen zijn voornaam (de prins was naar de hertog vernoemd), maar ook zijn geboortedatum.

Net als zijn oudere broers kreeg Arthur les van privé-leraren. Hij raakte op jonge leeftijd geïnteresseerd in het leger en in 1866 trad hij toe tot de Koninklijke Militaire Academie te Woolwich. Twee jaar later werd hij aangesteld als luitenant van het "Corps of Royal Engineers". Hij werd later overgeplaatst naar de "Royal Regiment of Artillery" en later naar de "Royal Rifle Brigade".

Arthur had een lange carrière in het Britse leger en diende onder andere in Zuid-Afrika, Canada, Ierland, Egypte en India. In april 1893 werd hij gepromoveerd tot generaal. Arthur had gehoopt dat hij hertog George van Cambridge op kon volgen als opperbevelhebber van het Britse leger. Deze functie ging echter aan zijn neus voorbij. In plaats daarvan had prins Arthur het commando in het zuidelijke district van Aldershot van 1893 tot 1898. Arthur werd in juni 1902 gepromoveerd tot veldmaarschalk. Hij diende daarna in verschillende belangrijke posities, als opperbevelhebber van Ierland (1900-1904), Inspecteur-generaal der Krijgsmacht (1904-1907) en als gouverneur-generaal van Canada (1911-1916).

In 1899 werd prins Arthur eerste in de lijn van troonopvolging voor het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha. Dit kwam door de dood van zijn neefje Alfred, de oudste zoon van Arthurs broer hertog Alfred van Saksen-Coburg en Gotha. Prins Arthur besloot echter afstand te doen van zijn rechten op de hertogelijke troon van Saksen-Coburg en Gotha voor zichzelf én zijn zonen, waardoor zijn neef Karel Eduard, de postume zoon van prins Leopold, hertog van Albany, de kroonprins werd.

In 1911 stelde de Britse regering Arthur aan als gouverneur-generaal van Canada. Terwijl Arthur die functie bekleedde, was sir Robert Laird Borden de minister-president van Canada. Onder leiding van de minister-president ontwikkelde Canada zich van een Britse kolonie in een onafhankelijke natie. De gouverneurs-generaal werden echter nog steeds aangesteld door de Britse regering. Arthur, een lid van de Britse koninklijke familie, kreeg van de Britse regering de positie van gouverneur-generaal om de banden tussen Canada en het Verenigd Koninkrijk te versterken.

Arthur reisde met zijn echtgenote en jongste dochter, prinses Patricia, naar Canada. Ze leefden in Rideau Hall te Ottawa, dat door hen gedeeltelijk werd verbouwd. Ook reisden ze regelmatig door Canada. Zijn echtgenote en prinses Patricia werden erg populair in de Canadese society.

In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, waarop Canada de wapens oppakte tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Arthur bleef in het begin van de oorlog met zijn gezin in Canada, waar hij zijn functie van gouverneur-generaal nog steeds uitoefende. Op 19 maart 1914 verrichtte hij de opening voor het publiek van het Royal Ontario Museum. Louise Margarita werkte voor het Rode Kruis en was beschermvrouw van een regiment van het Canadese leger. Hun dochter Patricia leende haar naam voor een nieuw regiment: "Princess Patricia’s Canadian Light Infantry". Na de oorlog liet Arthur in hun herinnering een glas-in-loodraam zetten in de St. Bartolomeüs’ Kerk naast Rideau Hall, waar de familie vaak heen ging.

Toen zijn termijn als gouverneur-generaal erop zat en het gezin terug was gekeerd naar Engeland, ging Arthur weer in dienst om in het resterende deel van de oorlog te vechten. Louise Margarita die in Canada ziek was geworden, stierf in maart 1917. In 1928 trok Arthur zich terug van het publieke leven. Hij stierf veertien jaar later te Bagshot Park op 92-jarige leeftijd.
Heerlijkheid:
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Arthur van het Verenigd Koninkrijk (1850-1874), Zijne Koninklijke Hoogheid De Hertog van Connaught en Strathearn (1874-1942). Hiernaast heeft Arthur nog verschillende militaire rangen gedragen en belangrijke onderscheidingen gekregen (o.a. van de Orde van de Kousenband, van de Orde van de Distel, van de Orde van het Bad en van de Orde van het Britse Rijk).
Hij trouwde met
63 Louise Margaretha van Pruisen, geboren op woensdag 25 juli 1860 in Marmorpaleis, Potsdam. Louise is overleden op zaterdag 14 juli 1917 in Londen, 56 jaar oud.
Notitie bij Louise: Na haar huwelijk droeg ze de titel Hare Koninklijke Hoogheid De Hertogin van Connaught. In haar schoonfamilie werd ze Louisechen genoemd, ter onderscheiding van Victoria´s dochter Louise.

De hertogin vergezelde haar man de eerste twintig jaar van haar huwelijk op zijn verschillende aanstellingen in het Britse rijk. Het ging in een landhuis te Bagshot Park in Surrey wonen. In 1900 verruilden ze hun landhuis voor Clarence House in Londen. In 1911 werd Arthur aangesteld als Gouverneur-generaal van Canada en vestigden ze zich in Canada. In 1916 keerden ze weer terug naar Engeland.

Louise Margaretha stierf te Clarence House aan griep en bronchitis tijdens de griepepidemie van 1917-1918. Ze werd begraven in het Koninklijke Mausoleum te Frogmore. Haar echtgenoot stierf pas jaren later.
Titel:
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Louise Margaretha van Pruisen (1860-1879), Hare Koninklijke Hoogheid De Hertogin van Connaught (1879-1917). Ze heeft nog verschillende onderscheidingen gekregen van de Keizerlijke Orde van de Kroon van Indië (CI) in 1879, het Koninklijke Rode Kruis (RRC) in 1883, de Balley Brandenburg des Ritterlichen Ordens St. Johannis vom Spital zu Jerusalem (DStJ) in 1888 en de Koninklijke Victoria en Albert-Orde (VA) in 1893, waardoor ze de bijbehorende letters achter haar naam mocht dragen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Margaretha van Connaught, geboren op zondag 15 januari 1882 in Bagshot Park, Surrey (zie 31).
II. Arthur Frederick Patrick Albert van Saksen-Coburg en Gotha van Connaught, geboren op zaterdag 13 januari 1883 in Windsor Castle. Arthur is overleden op maandag 12 september 1938 in Bagshot, Surrey, 55 jaar oud.
Notitie bij Arthur: Prins Arthur was de oudste zoon en het tweede kind van prins Arthur, zoon van koningin Victoria, en prinses Louise Margaretha van Pruisen, dochter van prins Frederik Karel van Pruisen. Hij werd gedoopt in de privé-kapel van Windsor Castle op 16 februari met als doopgetuigen o.a. koningin Victoria, keizerin Augusta van Duitsland, prinses Maria der Nederlanden, hertog George van Cambridge en hertog Alfred van Edinburgh.

De prins had nog een oudere zus, Margaretha (de latere kroonprinses van Zweden), en een jongere zus, Patricia. Arthur kreeg les aan het Eton College

Na het afronden van zijn school werd de prins onderwezen aan de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst en ingedeeld bij het regiment “7th Hussars”. Arthur diende tijdens de Tweede Boerenoorlog en was een tijd lang gestationeerd in de Zuid-Afrikaanse plaats Krugersdorp. In 1907 werd hij gepromoveerd tot kapitein bij de Scots Greys. Hij kreeg in 1920 de rang “Honorary Colonel-in-Chief”, een vaak koninklijke beschermheer, van dit regiment. Hij diende tijdens de Eerste Wereldoorlog als aide de camp van verschillende generaals. In 1919 gepromoveerd tot luitenant-kolonel bij de reserves. In datzelfde jaar werd hij ook gepromoveerd tot de ererank van generaal-majoor en werd aide de camp van zijn neef, koning George V.

Omdat de kinderen van George V te jong waren om publieke verplichtingen te voldoen tot na de Eerste Wereldoorlog, was prins Arthur aanwezig bij een groot aantal ceremonies in binnen- en buitenland.

Prins Arthur was van 1920 tot 1923 gouverneur-generaal en opperbevelhebber in Zuid-Afrika. Na zijn terugkeer in Engeland zette hij zich actief in voor verschillende goede doelen. Zijn laatste publieke optreden was in 1937 bij de kroning van koning George VI. Hij stierf uiteindelijk aan maagkanker op 55-jarige leeftijd. Zijn vader stierf pas een paar jaar later. Zijn enige zoon, Alastair, volgde zijn grootvader op als Hertog van Connaught en Strathearn en Graaf van Sussex.
Arthur trouwde, 30 jaar oud, op zondag 12 oktober 1913 in in de kapel van St. James’s Palace, Londen met Alexandra van Fife, 22 jaar oud. Alexandra is geboren op zondag 17 mei 1891 in Richmond upon Thames, dochter van Alexander William George Duff en Louise van Saksen-Coburg en Gotha. Alexandra is overleden op donderdag 26 februari 1959 in Londen, 67 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Alexandra was het oudste kind van Alexander Duff, 1ste hertog van Fife en prinses Louise van het Verenigd Koninkrijk, dochter van de Britse koning Eduard VII. Bij haar geboorte was ze vierde in lijn voor troonopvolging. Als kleindochter in vrouwelijke lijn van een Brits monarch had Alexandra geen recht op de titel prinses, maar kreeg ze de naam Lady Alexandra Duff, als dochter van een hertog. Haar vader had zijn hertogelijke titel twee dagen na zijn huwelijk met haar moeder gekregen. Toen later bleek dat haar ouders geen zoon zouden krijgen (ze hadden later nog een dochtertje, Maud, gekregen), is besloten dat haar vaders titel ook over kon gaan op een dochter bij gebrek aan een mannelijke erfgenaam.

In 1905 werd Alexandra’s moeder tot Princess Royal benoemd door koning Eduard VII. Ook besloot hij dat Alexandra en haar zusje Maud de titel “Prinses van Groot-Brittannië en Ierland” en de aanspreektitel “Hoogheid” zouden krijgen. Vanaf dat moment ging Alexandra dus door het leven als Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife.

In december 1911 leed Alexandra’s familie schipbreuk voor de kust van Marokko, terwijl zij op weg waren naar Egypte. Ze bleven allemaal ongedeerd, maar Alexander kreeg pleuritis, waarschijnlijk als gevolg van de schipbreuk. Hij stierf in Aswan, Egypte, op 12 januari 1912. Prinses Alexandra volgde vervolgens haar vader op als de tweede Hertogin van Fife en Gravin van Macduff.

Rond 1910 had Alexandra een relatie met prins Christoffel van Griekenland, de jongste zoon van de Griekse koning George I. Hij was tevens familie; haar grootmoeder was de oudere zus van zijn vader. Alexandra en Christoffel verloofden zich. De verloving werd echter verbroken, toen hun ouders achter de verbintenis kwamen en die afkeurden.

Prinses Alexandra trouwde uiteindelijk op 15 oktober 1913 met prins Arthur van Connaught, een kleinzoon in mannelijke lijn van koningin Victoria. Na haar huwelijk werd naar Alexandra verwezen met de titels van haar man: “Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Arthur van Connaught”, ondanks haar eigen titels.

Alexandra en Arthur traden regelmatig op namens Alexandra’s oom, koning George V, en later haar neef, koning George VI. Alexandra diende ook als regentes tussen 1937 en 1944, waarvoor ze namens de vorst optrad tijdens diens afwezigheid in het land.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende de prinses als zuster in het St. Mary’s Hospital in Paddington. Toen haar man werd aangesteld als gouverneur-generaal van de Unie van Zuid-Afrika in 1920, vergezelde ze hem naar Pretoria, waar ze werkte voor een aantal plaatselijke ziekenhuizen. Bij hun terugkeer in Engeland nam ze nog regelmatig verplichtingen waar namens de vorst. Ze stierf uiteindelijk in 1959 in haar huis in Londen.

Hun zoon was al in 1943 overleden, een jaar nadat hij zijn grootvader Arthur was opgevolgd als Hertog van Connaught en Strathearn. Het Hertogdom van Fife ging daarom over op haar neef James Carnegie, de enige zoon van haar zus Maud.

Titels:
Lady Alexandra Duff (1891-1905)
Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife (1905-1912)
Hare Hoogheid De Hertogin van Fife (1912-1913)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Arthur van Connaught (1913-1959)
Titel:
Prinses van Groot-Brittannië en Ierland
III. Patricia van Connaught, geboren op woensdag 17 maart 1886 in Buckingham Palace, Londen. Patricia is overleden op zaterdag 12 januari 1974 in Windlesham, 87 jaar oud.
Notitie bij Patricia: Zij was het jongste kind van prins Arthur, hertog van Connaught en Strathearn (een zoon van koningin Victoria) en diens vrouw Louise Margaretha van Pruisen. Zij werd op 1 mei 1886 gedoopt waarbij als peetouders optraden: koningin Victoria, Helena van Sleeswijk-Holstein, groothertogin Elisabeth van Oldenburg, prins Wilhelm van Pruisen (de latere keizer Wilhelm II), hertog Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha en prins Albert van Pruisen. Binnen haar familie werd ze Patsy genoemd.

Patsy werd opgevoed door gouvernantes en kreeg uitgebreid huisonderricht. Ze vergezelde haar ouders vaak op allerlei buitenlandse reizen en woonde ook een tijd in Canada, waar haar vader Gouverneur Generaal was. Vanwege de zwakke gezondheid van haar moeder trad ze in die tijd vaak op als gastvrouw, aan de zijde van haar vader. In Canada was ze bijzonder populair. In 1918 werd in Canada een regiment van de lichte infanterie naar haar genoemd. Van dat regiment was zij ere-commandant.

Over mogelijke huwelijkskandidaten werd in haar eigen tijd al druk gespeculeerd. Zo werd ze onder andere gekoppeld aan de Spaanse koning, Alfons XIII, aan de toekomstige Portugese koning Emanuel II en aan Adolf Frederik VI van Mecklenburg-Strelitz en Michaël Aleksandrovitsj van Rusland. Ze zou geen van deze mannen trouwen en uiteindelijk in het huwelijk treden met de latere admiraal Alexander Ramsay. Met hem kreeg ze een zoon. Voor haar huwelijk deed ze vrijwillig afstand van haar koninklijke titels en na haar huwelijk nam ze de naam Lady Patricia Ramsay aan.

Patricia van Connaught was een hartstochtelijke aquareliste. In haar schilderwerk liet zij zich inspireren door Van Gogh en Gauguin.

Prinses Patricia werd 88 jaar. Ze is begraven in het Frogmore Mausoleum.

Generatie 7 (oudgrootouders)

96 Christiaan IX van Denemarken, geboren op woensdag 8 april 1818 in Gottorp. Christiaan is overleden op maandag 29 januari 1906 in Slot Amalienborg bij Kopenhagen, 87 jaar oud.
Notitie bij Christiaan: Zijn moeder was een kleindochter van Frederik V van Denemarken en zelf was hij een achter-achterkleinzoon van koning George II.

Als jongeman trachtte hij naar de hand te dingen van koningin Victoria, maar dit had geen succes. Vervolgens trouwde hij met een nicht van de Deense koning Christiaan VIII, Louise van Hessen-Kassel. Deze laatste voorzag dat zijn enige zoon Frederik (VII) geen kinderen zou krijgen. Daarom bewerkstelligde hij dat Christiaan werd opgenomen in de lijn van troonopvolging.

Op 15 november 1863 volgde hij Frederik VII op als koning van Denemarken. Meteen al kreeg hij te maken met een conflict met Pruisen over het grondgebied van Sleeswijk-Holstein (Sleeswijk-Holsteinse kwestie). Dit leidde in 1864 tot de Tweede Duits-Deense Oorlog. Voor het overige hield hij zich tijdens zijn lange koningschap vooral bezig met het versterken van de democratie.

Vanwege zijn succesvolle huwelijkspolitiek werd Christiaan ook wel de "schoonvader van Europa" genoemd.
Heerlijkheid:
van 1863 tot 1906 koning van Denemarken
Hij trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1842 met de 24 of 25-jarige
97 Louise van Hessen-Kassel, geboren op zondag 7 september 1817 in Kassel. Louise is overleden op donderdag 29 september 1898 in Slot Bernstorff (Denemarken), 81 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik VIII van Denemarken, geboren op zaterdag 3 juni 1843 in Kopenhagen (zie 56).
II. Alexandra van Denemarken, geboren op zondag 1 december 1844 in Kopenhagen, Denemarken. Alexandra is overleden op vrijdag 20 november 1925 in Norfolk, Verenigd Koninkrijk, 80 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Haar familie was relatief onbekend bij de Europese Koninklijke families tot haar vader werd gekozen, met instemming van de grote mogendheden, om de Deense koning Frederik VII op te volgen als koning. Toen ze zestien jaar was werd ze verkozen tot de toekomstige bruid van Albert Eduard, de Prins van Wales, en erfgenaam van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Het huwelijk vond achttien maanden later plaats. Als Prinses van Wales, van 1863 tot 1901, de langste die deze titel hield in de geschiedenis, won ze de harten van Britse bevolking en werd immens populair, haar stijl van kleden en het dragen ervan zijn gekopieerd door modebewuste vrouwen in die tijd. Hoewel ze grotendeels uitgesloten was van alle politieke macht, heeft ze tevergeefs geprobeerd om de mening van de ministers en haar familie te veranderen, ten gunste van haar familieleden die regeerden over het Koninkrijk Griekenland, het Keizerrijk Rusland en Koninkrijk Denemarken.

Na de dood van haar man, Eduard VII, in 1910 werd Alexandra’s tweede zoon koning George V. Ze was altijd al een fel tegenstander geweest van keizer Willem II van Duitsland, oudste zoon van prinses Victoria, de oudere zus van Eduard VII. Daarom was ze ook een zeer groot voorstander van haar zoon tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarin het Verenigd Koninkrijk en haar bondgenoten het Duitse Keizerrijk versloegen.

Prinses Alexandra Carolina Marie Charlotte Louise Julia of “Alix” zoals ze in de familie heette, werd geboren op 1 december 1844 in het Gele Paleis. Dit paleis is een stadhuis uit de 18e eeuw en ligt aan de Amaliegade 18, dichtbij het Amalienborg Paleis in Kopenhagen. Haar vader was prins Christiaan, de latere koning Christiaan IX van Denemarken. Haar moeder was prinses Louise van Hessen-Kassel. Ondanks voornaam voorgeslacht - George II en Frederik V, koningen - en vorstelijk bloed, leidde haar familie een vrij gewoon leven. Hoewel ze niet bijzonder rijk waren, huwden de meesten van haar broers en zusters met belangrijke personen. Haar jongere zuster, prinses Dagmar, zou later Maria Fjodorovna worden als vrouw van de Russische tsaar Alexander III en ze werd de moeder van Nicolaas II. Daardoor werd haar vader ook wel de “schoonvader van Europa” genoemd. Alexandra had een oudere broer: Frederik (1843-1912) de latere koning Frederik VIII, huwde prinses Louise van Zweden, dochter van koning Karel XV en prinses Louise der Nederlanden. Ze had twee jongere broers: Willem (1845-1913) werd als George I koning van Griekenland, huwde grootvorstin Olga Konstantinova van Rusland. Werd in 1863 de nieuwe koning van Griekenland. En Waldemar (1858-1939) huwde prinses Marie van Bourbon-Orléans, en nakomeling van koning Lodewijk Filips van Frankrijk. Alexandra had twee jongere zusjes, de eerder genoemde Dagmar (1847-1928) en Thyra (1853-1933) huwde Ernst August II van Hannover.

Alexandra’s neef, de Britse prins Albert Eduard, prins van Wales, ook wel bekend als “Bertie”, gaf al op jonge leeftijd zijn ouders, koningin Victoria en prins Albert, reden tot ongerustheid. Alexandra van Denemarken was niet Victoria’s eerste keus als echtgenote voor haar zoon, omdat de Denen het niet goed konden vinden met de Pruisen. De meeste familieleden van de Britse koninklijke familie waren namelijk Duits.

Maar bij een ontmoeting werd Koningin Victoria overrompeld door de schoonheid van de jonge Alexandra. Victoria gaf haar goedkeuring voor het huwelijk. Ook Eduard was van zijn toekomstige vrouw gecharmeerd. Alfred Tennyson, een van Engels beroemdste dichters en de Poet Laureate, schreef een ode aan Alexandra, en Sir Arthur Sullivan componeerde speciale muziek om Alexandra te verwelkomen in het Verenigd Koninkrijk. Eduard en Alexandra trouwden op 10 maart 1863. Alexandra’s vader besteeg de troon van Denemarken acht maanden later. Het huwelijk werd gesloten in de St. George’s Kapel in Windsor. Deze gebeurtenis werd vastgelegd door de schilder William Powell Frith.

Ze werden op hun huwelijksreis uitgezwaaid door de schooljongens van het Eton College en door Lord Randolph Churchill, de vader van Winston Churchill, de latere Minister President van het Verenigd Koninkrijk.

Alexandra genoot van vele activiteiten zoals dansen en schaatsen. Na de geboorte van haar eerste kind, prins Albert Victor (“Eddy”) in 1864, veranderde Alexandra niet veel, wat leidde tot onenigheid tussen het jonge koppel en de koningin. Na de geboorte van haar derde kind in 1867 waren er levensbedreigende complicaties zodat ze de rest van haar leven slecht ter been was. Ze leed verder aan verergerende doofheid, die erfelijk was. Ze was zich bewust van een litteken in haar nek, dat ze had opgelopen in haar jeugd. Dit litteken probeerde Alexandra te verbergen door hoge jurken en sieraden te dragen. Omdat Alexandra een mooie vrouw was, werd deze manier van kleden een grote rage.

Eduard en Alexandra maakten van Sandringham House hun permanente residentie en het huwelijk was op vele gebieden gelukkig. Toch al gaf Eduard zijn vrouw en kinderen niet de aandacht die ze hadden gewild en de echtgenoten vervreemdden van elkaar, tot 1870 toen Eduard ernstig ziek werd. Het huwelijk beleefde voor- en tegenspoed. Eduard ging, nadat hij de genegenheid van zijn vrouw had teruggewonnen, gewoon door met zijn maîtresses, zoals de actrices Lillie Langtry, Daisy Greville de gravin van Warwick, Agnes Keyser en Alice Keppel

Alexandra zelf bleef Eduard haar hele leven trouw.

De dood van prins Albert Victor in 1892 was een zware slag voor de gevoelige Alexandra. Ze stond erop dat Alberts kamer onberoerd bleef. Haar schoonmoeder, koningin Victoria, had hetzelfde gedaan toen prins Albert stierf in 1861. Dankzij hevige make-up bleef Alexandra er tijdens haar latere jaren goed uitzien.

Toen koningin Victoria in 1901 stierf werd Alexandra’s man koning. Ze was koningin van 1901 tot aan 1910 en daarna werd ze Queen Mother, Alexandra werd bijzonder populair bij het Britse volk door haar liefdadige inspanningen en vooral Alexandra Rose Day. Tijdens de Tweede Boerenoorlog, stichtte ze het fonds Queen Alexandra’s Nursing Corps, dat bekend werd als de “Q.A.s.”. Alexandra verachtte de Duitsers vanwege de verovering door Pruisen van de Deense gebieden het Sleeswijk en Holstein in de Tweede Duits-Deense Oorlog in 1864. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er gezegd dat haar zoon George V opdracht gaf om alle wapens van de Orde van de Kousenband van diegenen die vochten voor Duitsland, te verwijderen uit St. George’s Kapel in Windsor. Dit zou een opdracht zijn geweest van koningin Alexandra. Een andere reden om die wapens te verwijderen was dat wanneer er iemand werd beëdigd tot ridder, deze moest zweren om geen oorlog tegen de Britse vorst te voeren.

Alexandra was de eerste vrouw sinds 1488 die tot Lady of the Garter werd benoemd.

Alexandra stierf op 20 november 1925 in Sandringham aan de gevolgen van een hartaanval. Ze werd bijgezet naast haar man in St. George’s Chapel in Windsor.
Heerlijkheid:
was koningin van het Verenigd Koninkrijk en keizerin van Indië door haar huwelijk met de Britse koning Eduard VII. Voordat ze koningin-keizerin werd bij de troonsbestijging van haar echtgenoot, was ze Prinses van Wales van 1863 tot 1901. Vanaf 1910 tot aan haar dood was haar titel Koningin-moeder (Queen Mother), omdat ze koningin was en de moeder van de toenmalige regerende koning George V. Alexandra gaf zelf de voorkeur aan Her Majesty, Queen Alexandra.
Alexandra trouwde met Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk. Zie 103,II voor persoonsgegevens van Eduard.
III. George I (Christiaan Willem Ferdinand Adolf George ) van Griekenland, geboren op woensdag 24 december 1845 in Kopenhagen (zie 48).
IV. Marie Sophie Frederikke Dagmar (na haar huwelijk Maria Fjodorovna) van Denemarken, geboren op vrijdag 26 november 1847 in Kopenhagen. Marie is overleden op zaterdag 13 oktober 1928 in Hvidøre (Denemarken), 80 jaar oud.
Notitie bij Marie: Prinses Dagmar werd op 26 november 1847 te Kopenhagen geboren als het vierde kind en de tweede dochter van prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, de latere koning van Denemarken, en prinses Louise. Dagmar had twee oudere broers, Frederik en Willem, en een oudere zus, Alexandra. Na Dagmar werden er nog twee kinderen aan het gezin toegevoegd: prinses Thyra en prins Waldemar.

Ten tijde van haar geboorte diende haar vader in het Deense leger. Haar ouders waren erg arm, waardoor ze zich genoodzaakt zagen het onderwijs van hun kinderen te verzorgen. Het tij keerde, toen koning Frederik VII van Denemarken Dagmars vader als zijn opvolger aanwees. 1863 was een goed jaar voor Dagmars familie: haar zus Alexandra trouwde met de Britse kroonprins Eduard, haar broer Willem werd als George I koning van Griekenland en haar vader werd koning van Denemarken. Haar vader werd vanwege dit nageslacht wel de "schoonvader van Europa" genoemd.

Dagmars moeder, sinds 1863 koningin Louise van Denemarken, had altijd een hechte band gehad met het Russische hof, zodat haar oudste dochter, als een huwelijk aan het Britse hof zou mislukken, altijd nog met een Russische grootvorst kon trouwen. Alexandra trouwde met prins Eduard. In 1864 werd de verloving tussen prinses Dagmar en tsarevitsj Nicolaas bekend gemaakt. In 1865 werd haar verloofde echter ernstig ziek, waarna hij stierf.

Haar moeder en tsarina Maria Alexandrovna besloten na de dood van Nicolaas dat Dagmar moest trouwen met de nieuwe tsarevitsj, Nicolaas’ jongere broer Alexander. Alexander was in het geheim al lange tijd verliefd op de verloofde van zijn oudere broer en was erg blij met dit besluit. Ook Dagmar ontwikkelde een intense liefde voor haar nieuwe echtgenoot. Om te kunnen trouwen met Alexander bekeerde de Luthers gedoopte Dagmar zich tot de Russisch-orthodoxe Kerk en nam ze de naam “Maria Fjodorovna” (????? ?????????) aan. Alexander en Maria trouwden op 28 oktober 1866 in Sint-Petersburg. Een groot aantal leden van de Europese, koninklijke huizen woonden de ceremonie bij.

Aan het vredige gezinsleven van Alexander en Maria kwam abrupt een einde, toen tsaar Alexander II in 1881 door een bomaanslag om het leven kwam. Alexander en Maria werden toen de nieuwe tsaar en tsarina van Rusland. Maria genoot erg van haar nieuwe rol als echtgenote van Europa’s machtigste vorst en had via de tsaar veel invloed op de politieke kwesties in Europa. Ze was ook een zeer toegewijde moeder, al werd ze door velen als koud en afstandelijk tegenover haar kinderen beschouwd. Maria voedde haar kinderen na de dood van haar tweede zoon zo beschermend op, dat die absoluut niet voorbereid waren voor de toekomst die hen te wachten stond. Toen Nicolaas na de dood van zijn vader tot tsaar van Rusland werd gekroond, vroeg hij zich dan ook af wat er van hem en Rusland terecht moest komen, aangezien hij absoluut niet klaar was voor de positie van tsaar.

Tsarina Maria was fel tegen het huwelijk van haar oudste zoon met prinses Alice van Hessen-Darmstadt, een kleindochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Ze vreesde dat zij haar invloed op haar zoon zou verliezen en vervangen zou worden door zijn nieuwe echtgenote. De tsaar en tsarina gaven toch toestemming voor het huwelijk, omdat ze beiden wisten dat de tsaar niet lang meer te leven had en Nicolaas als nieuwe tsaar een echtgenote nodig had. Deze toekomstvisie bleek juist te zijn: Alexander III stierf in hetzelfde jaar als de verloving van Nicolaas en Alice bekend werd gemaakt. Hij stierf aan de gevolgen van nefritis (een nierontsteking). Nicolaas werd als Nicolaas II de nieuwe tsaar.

Het huwelijk tussen Alexandra en Nicolaas werd op 26 november 1894 gesloten, terwijl de familie nog altijd in rouw was. Oud-tsarina Maria vond het verschrikkelijk om haar oude positie af te staan aan Alexandra en zag met genoegen hoe het haar schoondochter niet lukte om deze rol van haar elegante en opvallende schoonmoeder over te nemen. Hierdoor had Maria nog altijd een leidende rol in de society van Sint-Petersburg. De slechte relatie tussen Maria en Alexandra dreef een wig tussen de keizerlijke familie en het keizerlijke paar. De tsaar en tsarina waren hierdoor erg op zichzelf aangewezen.

De reputatie van Alexandra liep veel schade op door de geboorte van achtereenvolgens vier dochters: er werd gezegd dat ze niet in staat was een zoon te baren. Toen er uiteindelijk toch een zoon werd geboren, bleek deze te leiden aan de bloederziekte hemofilie. Nicolaas en Alexandra riepen de hulp van de gebedsgenezer Grigori Raspoetin in, waardoor er nog meer geruchten ontstonden onder het volk. Terwijl de reputatie van het tsarenpaar alsmaar slechter werd, probeerde de keizerin-moeder haar invloed op haar zoon aan te wenden om de invloed van Raspoetin aan het Russische hof te verkleinen. Nicolaas koos echter de kant van zijn echtgenote, die heilig geloofde in de helende krachten van Raspoetin en alles voor de gezondheid van haar zoontje over had.

Tijdens de regering van haar zoon ging een groot deel van Maria’s tijd op aan het uitvoeren van haar plichten als oud-tsarina van Rusland. Ze besteedde veel tijd en aandacht aan verschillende goede doelen en deed er ondertussen alles aan om haar belangrijke positie in de Russische society te behouden. Maria reisde vaak naar het buitenland, en dan vooral naar Londen, Athene en haar geboortestad Kopenhagen om haar familie te bezoeken. Ze kocht ook een villa, Hvidøre, op het Deense platteland, waar ze zich vaak terugtrok met haar zus Alexandra. ’s Zomers maakte ze vaak reizen aan boord van haar luxueuze jacht De Poolster.

Maria maakte zich veel zorgen over haar kinderen. Nicolaas stond onder grote invloed van zijn echtgenote, wat Maria absoluut niet aanstond. Haar oudste dochter Xenia trouwde met grootvorst Alexander Michajlovitsj, terwijl haar zoon Michael weigerde een koninklijk huwelijk te sluiten en in plaats daarvan trouwde met zijn niet-adellijke en al eerder gescheiden minnares. Ook bleek het door Maria gearrangeerde huwelijk tussen haar jongste dochter Olga en hertog Peter van Oldenburg niet te werken en op een scheiding uit te lopen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog zette Maria Fjodorovna zich in voor het Rode Kruis. Ze zette ook haar werkzaamheden voor liefdadigheidsinstellingen voort en bezocht veel ziekenhuizen en gewonde soldaten. In deze onrustige oorlogstijd verslechterde de toch al slechte reputatie van Alexandra en Nicolaas meer en meer, en ontwikkelden de burgers een grote afkeer voor de tsaar en zijn familie. De gehele keizerlijke familie zag de Russische Revolutie al aankomen; alleen Alexandra en Nicolaas werden hierdoor verrast. Tijdens de Revolutie werd de tsaar afgezet en werden hij en zijn gezin gevangengenomen.

Nadat Maria haar zoon voor het laatst had gezien en gesproken, trok ze zich terug in één van haar villa’s op de Krim. Al snel kreeg ze daar gezelschap van twee van haar dochters, Xenia en de hertrouwde Olga, en hun gezinnen. Zelfs na de moord op de tsaar, zijn gezin en twaalf andere familieleden door de Bolsjewieken, weigerde oud-tsarina Maria het land te ontvluchten. Op aandringen van haar zuster, de Engelse koningin-weduwe Alexandra, deed ze dat uiteindelijk toch: het gezelschap op de Krim vluchtte in de lente 1919 met enkele andere familieleden aan boord van het Britse slagschip HMS Marlborough. Maria verbleef enkele tijd in Londen als gast van haar zus Alexandra, maar keerde uiteindelijk terug naar Denemarken. Daar kreeg ze een aantal kamers in het koninklijke paleis in Kopenhagen toegewezen. Ze bracht ook veel tijd door in haar villa Hvidøre, waar ze uiteindelijk in 1928 overleed. Ze werd bijgezet in de kathedraal van Roskilde, waar zich de grafkelder bevindt van de Deense koninklijke familie.

Ingevolge haar wens om in Rusland bij haar man begraven te worden "zodra de toestand genormaliseerd was", werd ze op 28 september 2006 herbegraven bij haar man in de St. Petrus en Pauluskathedraal in St. Petersburg, waar zich sinds 1998 ook de graven bevinden van haar zoon Nicolaas II en zijn gezin.
Marie trouwde, 18 jaar oud, op zondag 28 oktober 1866 met Alexander III van Rusland, 21 jaar oud. Alexander is geboren op woensdag 26 februari 1845 in Sint-Petersburg, zoon van Alexander II Nikolajevitsj van Rusland (zie 197,I) en Maria Aleksandrovna (Maximiliane Wilhelmina Augusta Sophie Marie) van Hessen-Darmstadt. Alexander is overleden op zaterdag 20 oktober 1894 in Jalta op de Krim, 49 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Alexander werd geboren in 1845 als het derde kind en tweede zoon van grootvorst Alexander Nikolajevitsj van Rusland en diens vrouw grootvorstin Maria Alexandrovna, eigenlijk prinses Marie van Hessen-Darmstadt. Op het moment van zijn geboorte was zijn grootvader, tsaar Nikolaj I, aan de macht en was zijn vader de tsarevitsj van Rusland. Zijn grootouders aan vaderskant waren tsaar Nicolaas I en diens vrouw tsarina Alexandra Fjodorovna, eigenlijk prinses Charlotte van Pruisen de oudste dochter van koning Frederik Willem III van Pruisen. Zijn grootouders aan moederskant waren groothertog Lodewijk II van Hessen-Darmstadt en diens vrouw groothertogin Wilhelmina Louise van Baden.

Alexander had een oudere zus grootvorstin Alexandra (1842-1849), zij stierf echter op jonge leeftijd. Hij had ook een oudere broer grootvorst Nikolaj (1843-1865), hij was tsarevitsj van Rusland en verloofd met prinses Dagmar van Denemarken die later zou trouwen met Alexander. Alexander had vier jongere broers: grootvorst Vladimir (1847-1909) die huwde met Marie van Mecklenburg-Schwerin, grootvorst Aleksej (1850-1908), die huwde met Alexandra Vassilievna Zjoekovskja, grootvorst Sergej (1857-1905) die huwde met Elisabeth van Hessen-Darmstadt en grootvorst Paul (1860-1919) die tweemaal huwde eerst met prinses Alexandra van Griekenland en daarna met Olga Valerianovna Karnovitsj. Alexander had ook een jongere zuster: grootvorstin Maria Aleksandrovna (1853-1920) zij huwde prins Alfred van het Verenigd Koninkrijk

De pogingen die zijn vader, Alexander II had gedaan om meer autonomie te geven aan het Russische volk werden door Alexander III volledig tenietgedaan. Als gevolg van de moord op zijn vader was hij van mening dat deze vorm van vrijheid alleen maar zou zorgen voor meer revolutionaire ideeën. Hij voerde dan ook een reactionair bewind. Hij ontsloeg de liberaal gezinde ministers van zijn vader, beperkte de bevoegdheden van de zemstvo’s, verscherpte het staatstoezicht op middelbaar en hoger onderwijs, breidde de bevoegdheden van de politie aanzienlijk uit en ageerde als behoeder van de orthodoxie streng tegen joden, Rooms-katholieken en protestanten. Opstandelingen en dissidenten werden massaal naar Siberië verbannen. Zijn buitenlandse politiek, aanvankelijk pro-Duits, raakte op Frankrijk georiënteerd. Alexander III stierf plotseling op 20 oktober 1894 in zijn zomerresidentie het Livadiapaleis op de Krim en werd opgevolgd door zijn zoon Nikolaj II van Rusland.
Heerlijkheid:
van 1881 tot 1894 tsaar van het Russische Rijk.
V. Thyra Amalia Caroline Charlotte Anna van Denemarken, geboren op donderdag 29 september 1853 in Kopenhagen, Denemarken (zie 53).
VI. Waldemar van Denemarken, geboren op woensdag 27 oktober 1858 in Kasteel Bernstorff bij Kopenhagen. Waldemar is overleden op zaterdag 14 januari 1939 in Kopenhagen, 80 jaar oud.
Notitie bij Waldemar: Waldemar was een hartstochtelijk zeeman, een liefde die hij zozeer deelde met zijn vrouw, dat zij een anker op haar bovenarm liet tatoeëren. Hij was homoseksueel en had sinds 1903 een relatie met zijn neef George van Griekenland.

Tweemaal werd Waldemar een Europese troon aangeboden. Van de Bulgaarse troon, hem aangeboden door zijn zwager, de Russische tsaar Alexander III zag hij af omdat zijn broer George koning van Griekenland was en beide landen op gespannen voet met elkaar leefden. Later probeerden tsaar Nicolaas II en de Duitse keizer Wilhelm II hem te bewegen om de vacante Noorse troon in te nemen. Ook hiervan zag hij af, ten gunste van zijn neef Karel.
Waldemar trouwde, 26 jaar oud, op donderdag 22 oktober 1885 in Parijs met Marie van Bourbon-Orléans, 20 jaar oud. Marie is geboren op vrijdag 13 januari 1865 in Richmond upon Thames, dochter van Robert van Bourbon-Orléans en Françoise van Orléans. Marie is overleden op zaterdag 4 december 1909 in Kopenhagen, 44 jaar oud.
Notitie bij Marie: Uit liefde voor haar man, die een hartstochtelijk zeeman was, liet Marie een anker op haar bovenarm tatoeëren.
98 Constantijn Nikolajevitsj van Rusland, geboren op vrijdag 21 september 1827 in Sint-Petersburg, Rusland. Constantijn is overleden op vrijdag 29 januari 1892 in Pavlovsk, Rusland, 64 jaar oud.
Titel:
grootvorst van Rusland
Hij trouwde, 20 jaar oud, op maandag 11 september 1848 in Sint-Petersburg met de 18-jarige
99 Elisabeth Alexandra Frederika Henriette van Saksen-Altenburg, geboren op donderdag 8 juli 1830 in Hildburghausen, Duitsland. Elisabeth is overleden op donderdag 6 juli 1911 in Sint-Petersburg, Rusland, 80 jaar oud.
Notitie bij Elisabeth: Alexandra’s grootvader aan vaderskant was Frederik van Saksen-Altenburg en haar grootvader aan moederskant was Lodewijk van Württemberg, een broer van koning Frederik I en hij was ook een broer van tsarina Maria Fjodorovna. Alexandra was de vijfde dochter van hertog Jozef van Saksen-Altenburg en zijn vrouw. Alexandra had alleen maar zussen en geen broers. En toen haar vader in 1868 stierf werd hij opgevolgd door Alexandra’s oom hertog George van Saksen-Altenburg. Alexandra was een jongere zus van Marie (1818-1907) zij werd de vrouw van de blinde koning George V van Hannover, Pauline (1819-1825), Theresia (1823-1915) en van Elisabeth (1826-1896) zij huwde groothertog Peter II van Oldenburg. Alexandra was een oudere zus van Louise (1832-1833).

Ze kreeg na haar huwelijk de naam “Alexandra Josipovna Romanova” (Russisch: ?????????? ????????? ???????a). Grootvorstin Alexandra was erg conservatief en onthield zich van de Russische society in Sint-Petersburg, die ze te modern en vooruitstrevend vond. Haar huis in Pavlovsk weerspiegelde haar behoudendheid; het leek uit een vervlogen tijd te stammen. Alles stamde nog uit de Directoire-stijl: de meubels, de tapijten, de kleding, enz. De meeste meubels waren aan het eind van de achttiende eeuw uit verschillende Europese landen geïmporteerd voor in de verschillende Russische paleizen. Pas in 1910 werd er elektriciteit aangelegd in het huis, waardoor de gloeilampen de kaarsen vervingen.
Titel:
Prinses van Saksen-Altenburg
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Nicolaas Konstantinovitsj van Rusland, geboren op donderdag 14 februari 1850 in Sint-Petersburg, Rusland. Nicolaas is overleden op maandag 14 januari 1918 in Tasjkent, 67 jaar oud.
Notitie bij Nicolaas: Hij leidde een losbandig leven en had een langdurige affaire met Alexandra Abasa, met wie hij twee kinderen kreeg: Olga Wolinsky (1877-1940) en Nicolaas Wolinsky (1878-1913).

Hij trouwde in 1882 te Orenburg, Rusland, met Nadezjda Alexandrovna Dreyer. Ze brachten het verdere deel van hun leven door in Tasjkent, in Centraal-Azië. Uit hun huwelijk werden twee zonen geboren: Artemy Nikolajevitsj (1883-1919) en Alexander Nikolajevitsj (1889-1935)

Hij werd tijdens Russische Revolutie vermoord door de bolsjewieken in Tasjkent. Zijn zoon, Artemy Nikolajevitsj, vocht tijdens de Revolutie tegen de opstandelingen en verdween vervolgens. Men vermoedt dat hij gedood is. De zoon van Alexander Nikolajevitsj verdween ook tijdens de Revolutie.
Nicolaas trouwde met Nadezjda Alexandrovna Dreyer. Nadezjda is overleden.
II. Olga Konstantinova van Rusland, geboren op woensdag 3 september 1851 in Pavlovsk (Sint-Petersburg) (zie 49).
100 Wilhelm I Friedrich Ludwig von Preussen van Duitsland, geboren op woensdag 22 maart 1797 in Berlijn. Wilhelm is overleden op vrijdag 9 maart 1888 in Berlijn, 90 jaar oud.
Notitie bij Wilhelm: Wilhelm was de tweede zoon van Frederik Willem III van Pruisen en Louise van Mecklenburg-Strelitz, dochter van groothertog Karel II.

Na de troonsbestijging van zijn kinderloze broer Frederik Willem IV werd hij troonopvolger. Hij was conservatief gezind. In het revolutiejaar 1848 was hij dan ook voorstander van een gewelddadig neerslaan van de Maartrevolutie in Berlijn. Toen dit bekend werd moest hij voor zijn eigen veiligheid enige tijd in Engeland doorbrengen. Een jaar later was hij weer terug in Duitsland om in Baden en de Palts leiding te geven aan de troepen, die de opstandige Democraten de kop in drukten.

Hij besteeg de troon van Pruisen in 1861, na reeds sinds 1858 regent namens de geesteszieke Frederik Willem IV te zijn geweest. Een jaar later kwam hij in aanvaring met het Huis van Afgevaardigden over het begrotingsrecht met betrekking tot militaire uitgaven.

Dankzij de aanstelling van Otto von Bismarck tot premier slaagde Wilhelm er in om het conflict in zijn voordeel te beëindigen. Hierna hield de koning zich minder met politieke zaken bezig. Hij liet deze zoveel mogelijk over aan zijn eerste minister. Wel probeerde hij zich enkele malen tevergeefs te verzetten tegen de oorlogen die Bismarck voerde.

In 1871 werd Wilhelm, nadat hij het Tweede Franse Keizerrijk van Napoleon III in de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871) had verslagen, in de Spiegelzaal van het Kasteel van Versailles tot Duits keizer uitgeroepen. Tijdens de periode dat hij keizer was, werden er verscheidene aanslagen op zijn leven gepleegd.

Wilhelm overleed in 1888 in Berlijn op 90-jarige leeftijd. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Frederik III, die aan keelkanker leed. Frederik overleed dan ook al 99 dagen na zijn troonsbestijging. Hierna kwam Wilhelms kleinzoon Wilhelm II op de troon.

Tussen 1867 en 1918 werden er meer dan 1000 monumenten geplaatst in het Duitse Rijk die min of meer ter ere waren van Wilhelm. Het ging bij lang niet alle monumenten alleen om Wilhelm, maar vaak om de Duitse eenwording in het algemeen. De bekendste monumenten zijn het Kyffhäuserdenkmal (1896), het Kaiser-Wilhelm-Denkmal in Porta Westfalica (1896), het Kaiser-Wilhelm-Denkmal (1897) aan de Deutsches Eck in Koblenz en het afgebroken Kaiser-Wilhelm-Nationaldenkmal (1897) in Berlijn.
Heerlijkheid:
ten tijde van het Duitse Keizerrijk ook Wilhelm de Grote genoemd, was van 1861 tot 1888 koning van Pruisen en van 1871 tot 1888 tevens keizer van het Duitse Rijk.
Hij trouwde, 32 jaar oud, op donderdag 11 juni 1829 met de 17-jarige
101 Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op maandag 30 september 1811 in Weimar. Augusta is overleden op dinsdag 7 januari 1890 in Berlijn, 78 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Duitse prinses uit het huis Wettin. Ze was de dochter van groothertog Karel Frederik van Saksen-Weimar-Eisenach. Augusta was de tweede dochter van Karel Frederik, groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach en van grootvorstin Maria Paulowna van Rusland, een dochter van Tsaar Paul I van Rusland en van Tsarina Sophia Dorothea Augusta Louisa van Württemberg (Maria Fjodorovna). Terwijl haar vader een intellectueel beperkt persoon was, die tot aan het einde van zijn leven sprookjes bleef lezen, was haar moeder juist een van de slimste en intellectueelste vrouwen van haar tijd, volgens Johann Wolfgang von Goethe. Augusta ontving een veelomvattende opvoeding, inclusief tekenlessen van hofschilder, Louise Seidler en muzieklessen van de hofcomponist Johan Nepomuk Hummel.

Augusta was nog maar vijftien jaar oud, toen ze in 1826 haar toekomstige man ontmoette. Wilhelm vond dat de jonge Augusta een "uitstekende persoonlijkheid" had, maar ze was wel minder aantrekkelijk dan haar oudere zuster Marie (die was getrouwd met Wilhelms jongere broer Karel). Het was vooral de vader van Wilhelm, koning Friedrich Wilhelm III, die hem op het hart drukte om Augusta te beschouwen als een potentiële vrouw. In die tijd was Wilhelm verliefd op de Poolse prinses Elisa Radziwill. De kroonprins was in die tijd Wilhelms oudere broer, kroonprins Friedrich Wilhelm (later koning Friedrich Wilhelm IV), hoe dan ook, hij en zijn vrouw, Elisabeth Ludovika, hadden op dat moment nog geen kinderen. Wilhelm was daardoor de waarschijnlijk troonopvolger en er werd van hem verwacht te trouwen en verdere erfgenamen voort te brengen. Friedrich Wilhelm III respecteerde de relatie tussen Wilhelm en Elisa, maar het Pruisische hof ontdekte dat haar voorouders hun prinselijke titel hadden gekocht van de Heilige Roomse Keizer Maximiliaan I, en zij niet edel genoeg geacht werd om de erfgenaam naar de Pruisische troon te trouwen. Daarom in 1824, draaide de Koning naar kinderloze Tsaar Alexander I van Rusland om Elisa aan te nemen als kind, maar de Russische heerser sloeg dit af. Het tweede adoptieplan was bedacht door de oom van Elisa, Prins Augustus van Pruisen, dat evenzo mislukte, omdat de verantwoordelijke commissie die adoptie als vreemd beschouwde. Een andere factor was Koningin Louise’s invloed aan de Duitse en Russische hoven (zij was echter niet gecharmeerd van Elisa’s vader).

Dus in juni 1826, voelde de vader van Wilhelm zich gedwongen het potentiële huwelijk met Elisa af te breken. Dus gaf Wilhelm zich de volgende maanden uit om te zoeken naar een geschikter bruid, maar hij kon zijn emotionele band met Elisa niet afstaan. Uiteindelijk vroeg Willem om de hand van Augusta in huwelijk op 29 augustus (in schrijven en door de interventie van zijn vader). Augusta ging gelukkig akkoord en op 25 oktober 1828 verloofde Wilhelm zich met Augusta. Wilhelm zag Elisa voor het laatst in 1829. Elisa werd later verloofd aan Friedrich von Schwarzenberg, maar de verloving hield geen stand en uiteindelijk stierf ze, ongehuwd, in 1834.

Zij huwde de Pruisische prins Wilhelm en werd in 1861 koningin van Pruisen en in 1870 keizerin van Duitsland. De liberale en vooruitstrevende keizerin was een tegenstandster van de reactionaire rijkskanselier Otto von Bismarck en saboteerde zijn campagne tegen de macht van de Katholieke Kerk. Zij nam de verplegende katholieke nonnen en hun orden in bescherming.Bismarck haatte haar en liet haar in de pers defameren. Na de dood van haar man en de vroege dood van haar zoon keizer Frederik verzoenden Bismarck en de oude keizerin-weduwe zich. Zij zag in hem de sterke en nuchtere geest die haar hysterische kleinzoon keizer Wilhelm II zou kunnen leiden.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland, geboren op dinsdag 18 oktober 1831 in Potsdam (zie 50).
II. Louise Marie Elisabeth van Pruisen, geboren op maandag 3 december 1838 (zie 123).
102 Albert van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op donderdag 26 augustus 1819 in Coburg (D). Albert is overleden op zaterdag 14 december 1861 in Windsor Castle (GB), 42 jaar oud.
Notitie bij Albert: Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha (Frans August Karel Emanuel Albert) (Coburg, 26 augustus 1819 - Windsor Castle, 14 december 1861), Prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, Hertog van Saksen, was de prins-gemaal van de Britse koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Albert stierf zeer jong, hij was pas 42 jaar, en hij liet koningin Victoria achter met zeer veel verdriet. Toen zij in 1901 stierf werd hun oudste zoon, prins Edward van het Verenigd Koninkrijk, en nam toen de achternaam van zijn vader, Saksen-Coburg en Gotha, aan. Het Britse huis dat voorheen Hannover als achternaam had kreeg toen de achternaam Saksen-Coburg en Gotha. Echter werd na 16 jaar de achternaam alweer veranderd in Windsor, vanwege de wandaden die de Duitsers hadden gepleegd in de Eerste Wereldoorlog. Hij stond in het Britse Rijk bekend als His Royal Highness The Prince Consort (Nederlands: Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins-gemaal).

Jeugd
Prins Albert werd geboren op 26 augustus 1819 te Schloss Rosenau in Coburg. Hij was de zoon van Ernst III, hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld, later regerend hertog van Saksen-Coburg en Gotha, en diens eerste vrouw, hertogin Louise van Saksen-Gotha-Altenburg. De toekomstige vrouw van Albert, Victoria, werd in het zelfde jaar geboren op 24 mei. Ze was een dochter van Eduard August, hertog van Kent (zoon van koning George III) en Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld was een jongere zus van de vader van Albert, Ernst. Albert werd gedoopt op 19 september in de Marble Hall in het Schloss Rosenau, met water uit een plaatselijke rivier. Zijn peetouders waren zijn grootmoeder aan vaderskant, de douairière hertogin Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein, zijn grootvader aan moederskant, hertog August van Saksen-Gotha-Altenburg. En Keizer Frans I van Oostenrijk, Prins Albert Casimir van Saksen-Teschen en Emmanuel von Mensdorff-Pouilly. In 1825 stierf een familielid van Albert, hertog Frederik IV van Saksen-Gotha-Altenburg. Daardoor kwam er een verandering in de hertogdommen van Saksen. De vader van Albert werd uiteindelijk hertog Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha.

Albert groeide samen met zijn enige broer Ernst op op Kasteel Rosenau, nabij Coburg. Het was een roerige jeugd die vooral gekenmerkt werd door het slechte huwelijk van hun ouders. Dat huwelijk zou uiteindelijk op een scheiding uitlopen. Toen hun moeder in 1824 werd verbannen van het hof, huwde zij Alexander von Hanstein, Hertog van Pölzig en Beiersdorf. Ze zag haar kinderen nooit weer en stierf aan kanker op de leeftijd van 30 jaar in 1831. Het jaar daarop hertrouwde zijn vader met zijn nicht, Prinses Antoinette Marie of Württemberg, maar het huwelijk was niet erg hecht. En Antoinette Marie had geen recht om zich te bemoeien met de levens van de twee kinderen van hertog Ernst. De twee jongens kregen een opvoeding thuis door Christoph Florschütz en later in Brussel, waar Adolphe Quételet, één van hun leraren was. Zoals vele andere prinsen gingen de beide jongens studeren aan de Universiteit van Bonn. Albert studeerde daar politieke economie, kunst geschiedenis, filosofie en rechten. Hij speelde op zeer hoog niveau muziek, en blonk uit in gymnastiek, hij kon bijzonder goed paardrijden. Hij werd in Bonn voorgesteld aan de filosoof Immanuel Fichte en de dichter August Wilhelm von Schlegel.

Huwelijk
Rond 1836 maakte de ambitieuze koning Leopold I van België (koning sinds 1831) bekend dat hij een huwelijk tussen Albert en zijn nichtje Victoria zag zitten. Leopold I was een oom van zowel Albert als van Victoria. In die tijd was Victoria de erfgenaam van de Britse troon. Haar vader, Prins Edward Augustus, zoon van koning George III, was gestorven toen zij nog een baby was. Haar vader was een jongere broer van koning Willem IV (regering: 1830-1837). Victoria’s moeder was een zus van de vader van Prins Albert en een zus van koning Leopold I der Belgen. Koning Leopold had een ontmoeting geregeld voor de moeder van Prinses Victoria, de hertogin van Kent, met de hertog van Saksen-Coburg-Gotha en diens twee zoons. Met de bedoeling dat Victoria zowel Prins Ernst als Prins Albert zou ontmoeten. Koning William IV was er zeer op tegen dat Victoria zou trouwen met één van de Prinsen. Hij zag liever dat Victoria zou trouwen met de Nederlandse Prins Alexander (1818-1848), de tweede zoon van koning Willem II der Nederlanden en koningin Anna Paulowna van Rusland. Victoria was zich goed bewust van de verschillende echtelijke plannen. En ze heeft die ook allen kritisch beoordeeld. Ze schreef: "Albert is extremely handsome; his hair is about the same colour as mine; his eyes are large and blue, and he has a beautiful nose and a very sweet mouth with fine teeth; but the charm of his countenance is his expression, which is most delightful. Prince Alexander, on the other hand, was "very plain". (Vertaald: "Albert is buitengewoon knap, en zijn haar heeft ongeveer dezelfde kleur als de mijne, zijn ogen zijn groot en blauw, en hij heeft een mooie neus en een zeer zoete mond met mooie tanden, maar de charme van zijn aangezicht is zijn meningsuiting, die is meest verrukkelijke. Prins Alexander, aan de andere kant was "heel gewoon"). Prinses Victoria schreef haar oom Leopold om hem te bedanken: "for the prospect of great happiness you have contributed to give me, in the person of dear Albert ... He possesses every quality that could be desired to render me perfectly happy." (Vertaald: "voor het vooruitzicht van groot geluk heeft u bijgedragen aan mij, in de persoon van de lieve Albert ... Hij beschikt over elke kwaliteit die kunnen bijdragen om mij heel gelukkig te maken").

Prinses Victoria werd koningin op 20 juni 1837 toen ze enkel 18 jaar oud was. Haar oom, William IV, was overleden op 72 jarige leeftijd. In haar brieven van die tijd is duidelijk te merken dat Victoria erg veel interesse had in Albert, maar ze wilde zichzelf niet al te snel in een huwelijk storten. In de winter van 1838-1839 bezocht de Prins Italië, in gezelschap van de trouwe adviseur van de Coburg familie, Christian Friedrich, Baron Stockmar.

Albert keerde terug naar Engeland met Ernst in oktober 1839 om een bezoek te brengen aan de Koningin, met als doel om een huwelijk te ontwikkelen. Albert en Victoria voelde wederzijdse genegenheid en de Koningin deed Albert op 15 oktober 1839 een aanzoek. Het idee van Victoria om te trouwen werd op 23 november van het zelfde jaar, voor gelegd aan de Privy Council en werd goedgekeurd. Het koppel trouwde op 10 februari 1840 in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace. Kort voor het huwelijk kreeg Albert de Britse nationaliteit dankzij een Act of Parliament en kreeg de titel Koninklijke Hoogheid. In het begin was Albert niet bijster populair bij het Britse volk. Er werd gedacht dat Albert afkomstig was uit een verarmd en onuitgesproken klein land, amper groter dan een Engels graafschap. De Britse Eerste Minister, William Lamb, wist Victoria er van te overtuigen om Albert niet de titel Koning-gemaal te geven.

De jonge Duitse prins werd in Groot-Brittannië aanvankelijk met argusogen gevolgd. Zelf had hij ook moeite met het vinden van een goede rol. Intellectueel gezien was hij veel meer ontwikkeld dan zijn vrouw, maar staatsrechtelijk stond zij steeds op de voorgrond. Hij hield zich veel bezig met kunst en wetenschap en werd onder andere voorzitter van de Vereniging tegen Slavernij. Door zijn vrouw werd hij ook regelmatig betrokken bij staatszaken.

Laatste jaren
Zijn finest hour beleefde hij in 1851, toen op zijn initiatief en onder zijn leiding de eerste Wereldtentoonstelling plaatsvond in Londen. Daar was, als hoogtepunt het nieuwe Crystal Palace te bewonderen, hetgeen door meer dan zes miljoen mensen werd gedaan.

In 1861 werd Albert overvallen door paratyfus, waaraan hij - tot grote treurnis van zijn echtgenote - zou overlijden. De koningin zou tot haar eigen dood in rouwkleding blijven lopen en richtte verschillende gedenktekens op voor haar man, waaronder het Albert Memorial en de Royal Albert Hall.

Kinderen
Victoria en Albert kregen negen kinderen:

Victoria Adelaide Mary Louisa (21 november 1840 – 5 augustus 1901), getrouwd met keizer Frederik III van Duitsland
Albert Edward (9 november 1841 – 6 mei 1910), volgde zijn moeder op als koning, trouwde met Alexandra van Denemarken
Alice Maud Mary (25 april 1843 – 14 december 1878), getrouwd met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt
Alfred Ernest Albert (6 augustus 1844 - 30 juli 1900), volgde zijn oom Ernst II op als hertog van Saksen-Coburg en Gotha, trouwde met grootvorstin Maria Aleksandrovna van Rusland
Helena Augusta Victoria (25 mei 1846 – 9 juni 1923), getrouwd met prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg
Louise Caroline Alberta (18 maart 1848 – 3 december 1939), getrouwd met de edelman John Douglas Sutherland Campbell, Hertog van Argyll
Arthur William Patrick Albert (1 mei 1850 – 16 januari 1942), hertog van Connaught en Strathearn, trouwde met Louise Margaretha van Pruisen
Leopold George Duncan Albert (7 april 1853 – 28 maart 1884), hertog van Albany, trouwde met Helena van Waldeck-Pyrmont
Beatrice Mary Victoria Feodore (14 april 1857 – 26 oktober 1944), getrouwd met prins Hendrik Maurits van Battenberg
Heerlijkheid:
Prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, Hertog van Saksen, was de prins-gemaal van de Britse koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk
Hij trouwde met
103 Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk, geboren op maandag 24 mei 1819 in Kensington Palace, Londen. Alexandrina is overleden op dinsdag 22 januari 1901 in Osborne House, Isle of Wight, 81 jaar oud.
Notitie bij Alexandrina: Koningin Victoria is, met 63 jaar en zeven maanden, de langst regerende Britse monarch uit de geschiedenis. De periode staat zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de wereld beter bekend als het Victoriaanse tijdperk, the Victorian era.

Hoewel Victoria de troon besteeg op een moment dat het Verenigd Koninkrijk al een constitutionele monarchie was, waar de koning of koningin zeer weinig politieke bevoegdheden had en hun invloed uitoefende via de minister-president, groeide Victoria uit tot een zeer belangrijke symbolische figuur van haar tijd. Tijdens het Victoriaanse tijdperk kwam de Industriële revolutie op een hoogtepunt. Het was ook een periode van grote sociale, economische en technologische vooruitgang binnen het Verenigd Koninkrijk. Victoria’s regeerperiode werd gekenmerkt door een grote uitbreiding van het Britse Rijk; tijdens deze periode bereikte het zijn hoogtepunt, onder haar regering was het Britse Rijk het grootste rijk uit de geschiedenis. Ze regeerde over gebieden in alle werelddelen.

Victoria, bijna geheel Duits, was de enige dochter van Prins Edward Augustus, hertog van Kent en diens vrouw Prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Via haar vader was ze een kleindochter van koning George III en koningin Sophia Charlotte, en was ze een nichtje van haar voorgangers, koning George IV en koning Willem IV. Ze kreeg samen met haar man, Albert, negen kinderen en arrangeerde hun huwelijken. Uit die huwelijken werden tweeënveertig kleinkinderen geboren. Enkel dochter Louise bleef kinderloos. Haar kinderen en kleinkinderen ging huwelijken aan die bijna alle Europese vorstenhuizen aan elkaar verbonden, ze kreeg daardoor de bijnaam the grandmother of Europe (de grootmoeder van Europa). Ze was de laatste vorst van Groot-Brittannië uit het Huis Hannover. Haar zoon en opvolger, koning Edward VII, was een vorst uit het Huis Saksen-Coburg en Gotha.

Achtergrond en vroege regering
Victoria was het enige kind van Edward Augustus, de hertog van Kent (de vierde zoon van koning George III) en prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld (een zuster van de Belgische koning Leopold I). Via haar moeder had ze een halfbroer en een halfzus: Karel (1804-1856) en Feodora (1807-1872). Haar eerste naam Alexandrina kreeg ze van tsaar Alexander I van Rusland. De Russische tsaar was namelijk een peetoom van Victoria. Andere peetooms en -tantes waren: de Prince Regent, Prinses Charlotte van het Verenigd Koninkrijk, een zus van haar vader, en haar grootmoeder aan moederskant Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein, de hertogin van Saksen-Coburg-Saalfeld. Haar jeugd was vrij roerig, en de relatie tussen Victoria en haar moeder, de hertogin van Kent, was niet altijd gelukkig.

Zijne Majesteit Willem IV, koning van het Verenigd Koninkrijk en Hannover stierf op 20 juni 1837 op 72-jarige leeftijd. Omdat hij en zijn oudere broers geen wettige mannelijke en vrouwelijke nakomelingen hadden gekregen werd Victoria de nieuwe koningin. In de ochtend van 21 juni, rond 6.00 uur werd zij wakker gemaakt door haar moeder. Zij vertelde Victoria dat William Howley, de aartsbisschop van Canterbury en Lord Conyngham naar haar toe waren gekomen om haar te spreken. Lord Conyngham vertelde Victoria dat haar oom, Willem IV, was overleden rond 2.00 uur in de morgen en dat zij de nieuwe koningin was. Haar kroning vond plaats op 28 juni 1838 in de Westminster Abbey. Koningin Victoria was de eerste monarch die Buckingham Palace te Londen permanent bewoonde.

Vanwege de Salische Wet die in Hannover van kracht was, werd koning Willem IV in Hannover opgevolgd door Victoria’s oom, Ernst Augustus, de hertog van Cumberland en Teviotdale, als koning Ernst Augustus I van Hannover. Hij was de vijfde zoon van koning George III en koningin Charlotte. Omdat Victoria nog niet getrouwd was en ook nog geen kinderen had, werd Ernst Augustus wel de troonopvolger in het Verenigd Koninkrijk. Dit bleef hij tot de geboorte van het eerste kind van Victoria in 1840.

Rond de tijd van haar troonsbestijging werd de Britse regering gecontroleerd door de Whig Party. Die partij was al aan de macht, behalve voor korte tussenpozen, sinds 1830. Victoria liet zich grotendeels leiden door de eerste minister, ook een Whig, William Lamb, Lord Melbourne. Lord Melbourne was een belangrijke figuur in het jonge leven van Victoria, zij hechtte veel waarde aan zijn adviezen. Sommigen verwezen zelfs naar Victoria als "Mrs Melbourne". De Melbourne-regering zou echter niet lang aan de macht blijven want ze werd almaar impopulairder en had bovendien te kampen met aanzienlijke moeilijkheden met het regeren van de Britse koloniën, vooral tijdens de Opstanden van 1837 in Canada. Lord Melbourne diende zijn ontslag in nadat de radicalen en de Tories (aan beide partijen had Victoria op dat moment een hekel) hun krachten hadden gebundeld om een wetsvoorstel tegen te houden in het House of Commons, het Britse Lagerhuis.

De koningin gaf toen opdracht aan Sir Robert Peel, een Tory, om een nieuwe regering te vormen. Maar dit resulteerde in de Bedchamber Crisis, in mei 1839. In die tijd was het gebruikelijk dat benoemingen in de Koninklijke Huishouding werden gebaseerd op het patronagesysteem (dat wil zeggen, dat de eerste minister leden van de Koninklijke Huishouding kon kiezen op basis van hun partij-loyaliteit). Vele hofdames van de koningin waren getrouwd met Whigs, maar Sir Robert Peel wilde hen vervangen door echtgenotes van leden van de Tory-partij. Victoria was een fel tegenstander van de plannen van Sir Robert Peel om deze hofdames te ontslaan. Met sommige hofdames had zij een sterke vriendschaps- en vertrouwensband opgebouwd. Zij zag deze vrouwen als vriendinnen en niet als leden van een ceremoniële instelling. Sir Robert Peel vond dat hij niet kon regeren in het kader van de beperkingen die werden opgelegd door de Koningin, en dus diende hij het ontslag in van zijn regering, zodat Lord Melbourne terug kon keren naar de Houses of Parliament.

Een andere belangrijke figuur in het vroege leven van de koningin was haar oom, Leopold I, de koning der Belgen. Hij was een jongere broer van haar moeder en de weduwnaar van Victoria’s nicht, prinses Charlotte Augusta van Wales, de dochter van koning George IV en koningin Caroline. Via Leopold I was Victoria familie van Leopold II, de koning der Belgen (regering: 1865-1909) en Charlotte, de keizerin van Mexico, vrouw van Maximiliaan van Mexico. Ook was de douairière-Koningin, Adelaide van Saksen-Meiningen, weduwe van koning Willem IV, een zeer grote steun en toeverlaat voor Victoria. Zij bezocht haar tante vaak in Bentley Priory te Harrow. Het was ook in Bentley Priory, waar koningin Adelaide stierf in 1849. Dit was een zeer grote schok voor Victoria. De naam van de douairière-Koningin bleef voortleven in de naam van Victoria’s oudste dochter, Victoria Adelaide Mary Louise.

Huwelijk en de eerste twee kinderen
Victoria maakte in 1836 voor het eerst kennis met haar neef, Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha en was van hem gecharmeerd. Koning Willem IV had graag gezien dat Victoria zou trouwen met prins Alexander der Nederlanden, tweede zoon van koning Willem II en koningin Anna Paulowna der Nederlanden. Ook haar neef, George van Hannover, de hertog van Cambridge vond koning Willem IV een goede huwelijkskandidaat. Ze schreef in haar dagboek: "Albert is buitengewoon knap, en zijn haar heeft ongeveer dezelfde kleur als de mijne, zijn ogen zijn groot en blauw, en hij heeft een mooie neus en een zeer zoete mond met mooie tanden, maar de charme van zijn aangezicht is zijn meningsuiting, die is uiterst verrukkelijk. Prins Alexander, daarentegen, is "heel gewoon". Victoria koos dus resoluut voor prins Albert. Het huwelijk vond plaats op 10 februari 1840 in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace te Londen. De vader van Albert was een broer van Victoria’s moeder. Beiden waren dus kleinkinderen van hertog Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld. Het huwelijk werd gewenst door de wederzijdse ouders, maar ook door de beide partners zelf. Albert werd niet alleen de compagnon van de koningin maar ook haar belangrijke politieke adviseur. Op die manier vond zij een vervanger voor de dominante plaats die Lord Melbourne in haar jonge leven had gekregen. In het begin van het huwelijk ontstond er niettemin enige wrijving tussen de twee, omdat Albert een actieve rol wilde spelen in het landsbestuur. Dit geschil werd spoedig bijgelegd en het huwelijk groeide uit tot een groot succes.

Tijdens de eerste zwangerschap van Victoria, probeerde de achttienjarige Edward Oxford een moordaanslag te plegen op de koningin, terwijl zij samen met Prins Albert in een rijtuig zat tijdens een rijtour door Londen. Edward Oxford slaagde erin om twee schoten te lossen, maar beide kogels raakten niet het doel van Oxford. Hij werd aangeklaagd voor hoogverraad, maar hij werd vrijgesproken wegens ontoerekeningsvatbaarheid. Het eerste kind van het koninklijke koppel, een dochter, werd geboren op 21 november 1840. Ze werd geboren als Kroonprinses Victoria Adelaide Mary Louise, later de Princess Royal.

Amper een jaar later werd de eerste zoon geboren, op 9 november 1841. Hij werd geboren als Prins Albert Edward, de latere koning Edward VII. Zijn zusje Victoria verloor hiermee de titel kroonprinses, deze ging over als kroonprins op Albert Edward. De moordaanslag die Edward Oxford op Victoria pleegde was niet de enige. Meer moordaanslagen volgden in de periode mei/juli 1842. De eerste was op 29 mei in het St. James’s Park te Londen. John Francis schoot op de koningin terwijl zij in een rijtuig reed. Maar John Francis werd onmiddellijk aangehouden door politieagent William Trounce. Francis werd veroordeeld voor hoogverraad. Zijn straf was levenslange deportatie naar Australië. Op 3 juli werd er opnieuw een moordaanslag gepleegd op de koningin door de jonge John William Bean. Hij heeft geprobeerd via een schot de koningin te doden. Ook al was zijn geweer alleen geladen met papier en tabak, toch werd zijn daad veroordeeld, en hij kreeg de doodstraf. Prins Albert echter was het niet eens met deze straf en oordeelde dat de straf misschien te zwaar was. Daarom maakte hij de Treason Act 1842 die werd goedgekeurd door het parlement. Onder de nieuwe wet werd een aanval met een gevaarlijk wapen in de aanwezigheid van de monarch met het oogmerk om de monarch te alarmeren, bestraft met zeven jaar gevangenisstraf en geseling. Bean werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, maar noch hij, noch enig persoon die de wet in de toekomst zou overtreden, werd nog gegeseld.

Tijdens de zomer van deze twee moordaanslagen maakte de koningin haar eerste treinreis. Deze reis ging van Station Slough naar Bishop’s Bridge te Paddington in Londen op 13 juni 1842. Ze maakte deze reis in een speciaal gemaakte wagon van de Great Western Railway. Tijdens deze reis waren ook haar man aanwezig en de beroemde ingenieur Isambard Kingdom Brunel. Zowel de koningin als de prins-gemaal klaagden later over de snelheid van de trein, hij ging volgens hun te snel. Ze vreesden allebei dat de trein zou ontsporen.

Nieuwe regeringen en aanslagen
Eerste minister Peel zag het ministerie snel geconfronteerd worden met een crisis vanwege de afschaffing van de Graanwetten (Engels: Corn Laws). Vele leden van de Tory-partij (in die tijd ook al veel gezien als de Conservatieven) waren tegen de besluiten van Peel, maar sommige Tory-leden (ook wel de “Peelites” genoemd) en vele leden van de Whig-partij steunden Sir Robert Peel. Uiteindelijk diende Robert Peel zijn ontslag in bij koningin Victoria in 1846 en hij werd opgevolgd door Lord John Russell. De regering van Russell, een Whig-regering, was niet volgens de wensen van de koningin. Er waren namelijk leden binnen de regering die bijzonder onbeschoft overkwamen op koningin Victoria, bijvoorbeeld de minister van Buitenlandse Zaken, Lord Palmerston, die vaak beslissingen nam zonder raadpleging van het kabinet, de eerste-minister of de Koningin.

In 1849, diende Victoria een klacht in bij Lord John Russell. Ze vertelde dat Palmerston officiële berichten had verzonden naar buitenlandse leiders zonder dat Victoria daar iets van af wist. Ze herhaalde haar protest in 1850 maar het hielp niet. Het was pas in 1851 dat Lord Palmerston werd verwijderd uit de regering. Hij had namelijk namens de Britse regering de goedkeuring van de staatsgreep in Frankrijk verklaard, de staatsgreep van Lodewijk Napoleon Bonaparte, die keizer werd van het Tweede Franse Keizerrijk als Napoleon III. Palmerston had dit echter zonder voorafgaande raadpleging van de eerste-minister gedaan.

Ook de periode-Russell als eerste-minister (1846-1852 en opnieuw van 1865-1866), waren verontrustende jaren voor Koningin Victoria. In 1849 probeerde een werkloze en ontevreden Ier, William Hamilton genaamd, de koningin te alarmeren door een met poeder gevuld pistool af te vuren terwijl zij een rijtoer maakte door Londen en net langs Constitution Hill kwam. William Hamilton werd veroordeeld volgens de wet van Prins Albert uit 1842. William Hamilton bekende en kreeg de maximum straf van zeven jaar maar hij werd uiteindelijk toch naar Australië gedeporteerd.

In 1850 werd de koningin aangevallen door de gestoorde ex-legerofficier, Robert Pate. Terwijl Victoria aan het rijden was in een wagen, sloeg Pate haar met zijn wandelstok waardoor haar bonnet brak. Victoria hield er kneuzingen aan over. Pate werd berecht, maar hij probeerde er voor te zorgen dat hij werd veroordeeld wegens zijn waanzin. Hier bereikte hij echter niets mee en hij kreeg dezelfde straf als William Hamilton.

Latere regering
De Britse monarchie was bij haar aantreden verre van populair. Vooral de losbandige levensstijl van haar oom George IV had voor veel weerzin gezorgd. Die weerzin had - in politieke zin - onder meer geleid tot de vestiging van een constitutionele monarchie. Zij streefde naar een verbetering van de reputatie door een onkreukbaar leven te leiden. Haar strenge levenswijze diende als voorbeeld voor het volk en de term ‘Victoriaans’ ging later een eigen leven leiden als betiteling voor een ingetogen levenshouding en uitermate preutse opvattingen. Het Victoriaanse tijdperk werd echter ook gekenmerkt door grote politieke ontwikkelingen, economische groei en uitbreiding van het imperium.

Victoria was nog maar 18 jaar oud toen zij de troon besteeg. De onervaren koningin liet zich grotendeels leiden door minister-president Lord Melbourne, met wie zij een goede relatie opbouwde. Na haar huwelijk kreeg haar man meer invloed. Haar politieke voorkeur ging - zeker in het begin - uit naar de Liberalen. In haar hofhouding nam ze aanvankelijk uitsluitend liberalen op. Er kwam pas verandering in toen Lord Melbourne de verkiezingen verloor en de regering moest overlaten aan de conservatieve sir Robert Peel. Aanvankelijk konden ze slecht met elkaar overweg - ook omdat Peel van vrij eenvoudige komaf was - maar later leerde Victoria hem - en zijn gedachtegoed - steeds meer waarderen.

Zij streefde naar een belangrijke rol van het land op wereldschaal. De Anglicaanse Kerk was in haar ogen de onbetwiste staatskerk, waarmee zij de rooms-katholieke Ieren tegen de haren in streek. Door haar sterke wil en duidelijke opvattingen overschreed zij soms de grenzen van haar mogelijkheden. Zo liet zij soms al te duidelijk blijken naar welke minister-president haar voorkeur uitging (William Lamb, burggraaf van Melbourne en met name Benjamin Disraeli) en naar welke niet (de liberalen Palmerston en Gladstone).

Dood van haar man, prins-gemaal Albert
Haar man, Albert, stierf plotseling op 14 december 1861 te Windsor Castle aan buiktyfus, amper 42 jaar oud. Zijn dood is waarschijnlijk ten gevolge de primitieve sanitaire omstandigheden te Windsor Castle. Zijn dood deelde een verwoestende slag uit aan Victoria, die nog steeds zeer aangeslagen was door de dood van haar moeder eerder dat jaar. Ze nam een lange periode van rouw in acht, en ze droeg zwarte kleding voor de rest van haar leven. Ze vermeed openbare optredens en ze was nog zelden te zien in Londen. Door haar afzondering kreeg ze de bijnaam ’de weduwe van Windsor’. Ze verweet haar zoon Edward, de Prins van Wales, zijn vaders dood, omdat het nieuws van het slechte gedrag van de Prins van Wales was aangekomen bij zijn vader in november 1861. Daardoor ging Prins Albert naar Cambridge om een bezoek te brengen aan zijn zoon.

Het door Victoria zelf opgelegde isolement naar de bevolking toe, verminderde sterk de populariteit van de monarchie en moedigde zelfs de groei aan van de republikeinse beweging. Hoewel ze wel haar officiële taken uitvoerde, koos Victoria ervoor teruggetrokken te blijven in haar Koninklijke residenties, Balmoral Castle in Schotland, Osborne House op het Isle of Wight en Windsor Castle.

Naarmate de tijd voorbij ging, begon koningin Victoria zich steeds meer te hechten aan een knecht uit Schotland, John Brown. Geruchten over een romantische verbintenis en zelfs een geheim huwelijk hebben in het verleden vaak stof doen opwaaien. Hoewel er aan beide mogelijkheden sterk getwijfeld wordt, werden er echter op haar verzoek bij haar stoffelijk overschot in de kist twee sets van herinneringen geplaatst. Aan haar rechterkant werd een van Alberts kledingstukken gelegd, terwijl aan haar linkerhand een stuk van het haar van Brown, samen met een foto van hem werd gelegd.

Keizerrijk India en jubilea
Benjamin Disraeli drong er bij haar op aan de titel ’keizerin van Indië’ aan te nemen. Zij aanvaardde dit eerbetoon dankbaar als beloning voor haar streven naar de enorme gebiedsuitbreiding en vergroting van de Britse macht in de wereld. Op 1 januari 1877 werd zij in Delhi tot keizerin uitgeroepen, hoewel zij zelf Brits-Indië nooit bezocht.

In 1887 vierde het Britse Rijk het Gouden Jubileum van Victoria. De koningin vierde de vijftigste verjaardag van haar troonsbestijging op 20 juni 1887 met een banket waarvoor 50 Europese staatshoofden en vorsten waren uitgenodigd. Hoewel Victoria zich er niet bewust van was, was er door Ierse anarchisten een aanslag voorbereid. Deze Ierse anarchisten wilden de Westminster Abbey in Londen vernietigen terwijl Victoria een dienst bijwoonde ter ere van Thanksgiving Day. Toen deze moordaanslag aan het licht kwam, werd deze bekend als het Jubileum Plot. De volgende dag, heeft Victoria deelgenomen aan een optocht die, in de woorden van Mark Twain, "zich uitstrekte tot de gezichtseinder in beide richtingen". Tegen die tijd was Victoria opnieuw een zeer populaire vorstin.

Op 22 september 1896 was koningin Victoria 60 jaar koningin van het Britse Rijk. Ze ging toen koning George III voorbij als de langst regerende monarch in de Engelse, Schotse, Ierse en Britse geschiedenis. De Koningin verzocht alle bijzondere openbare vieringen van het evenement uit te stellen tot 1897. Op die manier konden die vieringen samenvallen met het Diamanten Jubileum dat Victoria vierde op 20 juni. De Secretaris van de Britse Kolonies, Joseph Chamberlain, stelde voor dat de viering van het Diamanten Jubileum in het gehele Britse Rijk werd gevierd.

Overlijden
Op 22 januari 1901, stierf koningin Victoria om half zeven in de avond, in de leeftijd van 81 jaar. Op het moment van haar sterven waren haar oudste zoon, de latere koning Eduard VII, en haar oudste kleinzoon, keizer Willem II van Duitsland, bij haar. Victoria had als laatste wens dat haar nog in levende zonen, Albert Eduard en Arthur, haar in de kist droegen. Ze heeft twee dagen opgebaard gelegen en werd begraven in het Frogmore Mausoleum bij Windsor Castle bij haar echtgenoot. Omdat Victoria niet van zwarte begrafenissen hield, was iedereen gekleed in het wit. En ook heel Londen was gekleurd in wit en paars. Toen haar kist was bijgezet, begon het te sneeuwen.

Als eerbetoon aan Victoria werden alle vlaggen in de Verenigde Staten op bevel van president William McKinley halfstok gehangen. De Amerikaanse president McKinley stierf later dat jaar op 14 september. Toen McKinley was overleden, werden in het Verenigd Koninkrijk, op bevel van Eduard VII, als eer aan McKinley, ook alle vlaggen halfstok gehangen. Victoria had 63 jaar, zeven maanden en twee dagen geregeerd, het langst in de Britse geschiedenis. Ze had ook haar grootvader, koning George III, overtroffen als langst levende Britse monarch.

Als koningin-keizerin werd ze opgevolgd door haar oudste zoon: koning Eduard VII.

Kinderen
Koningin Victoria en Albert kregen negen kinderen:

Victoria (21 november 1840 – 5 augustus 1901), getrouwd met keizer Frederik III van Duitsland
Eduard (9 november 1841 – 6 mei 1910), volgde zijn moeder op als koning van het Verenigd Koninkrijk, trouwde met Alexandra van Denemarken
Alice (25 april 1843 – 14 december 1878), getrouwd met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt
Alfred (6 augustus 1844 - 30 juli 1900), volgde zijn oom Ernst II op als hertog van Saksen-Coburg en Gotha, trouwde met Maria Aleksandrovna
Helena (25 mei 1846 – 9 juni 1923), getrouwd met prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg
Louise (18 maart 1848 – 3 december 1939), huwde met John Douglas Sutherland Campbell, Hertog van Argyll
Arthur (1 mei 1850 – 16 januari 1942), hertog van Connaught en Strathearn, en graaf van Sussex, trouwde met Louise Margaretha van Pruisen
Leopold (7 april 1853 – 28 maart 1884), hertog van Albany, graaf van Clarence en Baron van Arklow, trouwde met Helena van Waldeck-Pyrmont
Beatrice (14 april 1857 – 26 oktober 1944), getrouwd met prins Hendrik Maurits van Battenberg
Heerlijkheid:
koningin van het Verenigd Koninkrijk van 1837 tot 1901 en keizerin van Indië van 1877 tot 1901
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Victoria van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op zaterdag 21 november 1840 in Londen (zie 51).
II. Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk, geboren op dinsdag 9 november 1841 in Londen. Eduard is overleden op vrijdag 6 mei 1910 in Londen, 68 jaar oud.
Notitie bij Eduard: Voordat hij de troon besteeg hield Eduard de titel Prince of Wales en was hij erfgenaam van de Britse troon. Hij was degene die de titel Prins van Wales het langst hield in de geschiedenis van Groot-Brittannië. Tijdens de lange periode dat zijn moeder, koningin Victoria, weduwe was, werd Eduard buiten de staatszaken gehouden en mocht hij zich niet bemoeien met de politiek. Hij hield zich deze periode veel met zichzelf bezig, met zijn vele minnaressen, de mode en zijn familie.

De periode waarin Eduard regeerde stond in het Verenigd Koninkrijk bekend als het Edwardiaans tijdperk (Edwardian period), de opvolger van de beroemde Victoriaanse periode. Het was het begin van een nieuwe eeuw en van vele veranderingen in de technologie, het sociale leven, de opkomst van de luchtvaart en het steeds populairder worden van het socialisme. Ook werd op 27 februari 1900 de Labour Party opgericht. Eduard speelde een rol in de modernisering van de in Groot-Brittannië beroemde home fleet, een onderdeel van de Britse Royal Navy. De home fleet beschermde de Britse territoriale wateren. Hij was ook verantwoordelijk voor de reorganisatie van het Britse leger na de Tweede Boerenoorlog die zich afspeelde in Zuid-Afrika, dat toen onderdeel was het Britse Rijk. Ook al deed Eduard er alles aan om de relaties tussen landen op het Europese continent te verbeteren, vooral de relatie tussen Groot-Brittannië en Frankrijk, waar hij de bijnaam "peacemaker" voor kreeg, toch kon hij niet voorkomen dat in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Dit was dan wel tijdens de regering van zijn zoon, maar dat er een grote oorlog aan kwam, dat was tijdens de regering van Eduard VII al wel zichtbaar.

Eduard werd geboren om 10:48 uur op 9 november 1841 te Buckingham Palace in Londen. Zijn moeder was de Britse koningin Victoria, de enige dochter van Eduard August, hertog van Kent en prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Zijn vader was prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha(zijn ouders waren neef en nicht van elkaar). Hij werd gedoopt als Albert Eduard, zijn eerste naam naar zijn vader en zijn tweede naam naar zijn grootvader aan moederskant. Hij werd gedoopt in de St. George’s Chapel van het Windsor Castle op 25 januari 1842. Zijn peetouders waren de koning van Pruisen, Frederik Willem IV, zijn grootoom prins Adolf, hertog van Cambridge, de Portugese koning Ferdinand II, de hertogin van Saksen-Coburg en Gotha, de hertogin van Saksen-Coburg-Aaltenburg en prinses Sophia van het Verenigd Koninkrijk. In de familie stond hij beter bekend als Bertie.

Als oudste zoon van de Britse monarch kreeg hij meteen na zijn geboorte de titels Hertog van Cornwall en Hertog van Rothesay. Als zoon van prins Albert kreeg hij ook de titels prins van Saksen-Coburg en Gotha en hertog van Saksen. Koningin Victoria benoemde haar zoon tot prins van Wales en graaf van Chester op 8 december 1841. Hij kreeg de titel graaf van Dublin op 17 januari 1850. Ook werd hij opgenomen in de Orde van de Kousenband (Engels: Knight of the Garter) op 9 november 1858 en hij werd ook opgenomen in de Orde van de Distel (Engels: Knight of the Thistle) op 24 mei 1867. In 1863 deed Eduard afstand van zijn rechten op de troon van het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha ten gunste van zijn jongere broer, prins Alfred, de hertog van Edinburgh.

Koningin Victoria en prins Albert hadden bepaald dat hun oudste zoon de beschikking kreeg over een goede opvoeding en een goede opleiding, die zou dienen als voorbereiding om uiteindelijk een model te zijn als constitutioneel monarch. Toen Eduard zeven jaar was geworden, begon voor hem een rigoureus educatief programma, opgesteld door zijn vader, prins Albert. Hij stond onder leiding van meerdere leraren. Maar in tegenstelling tot zijn oudere zus, Victoria, Princess Royal, was Eduard geen uitblinker in zijn studie. Hij probeerde te voldoen aan de verwachtingen van zijn ouders maar het heeft niet geholpen. Hoewel Eduard geen ijverige student was, had hij wel veel andere talenten zoals charme en gezelligheid. Benjamin Disraeli beschreef hem als een geïnformeerde, intelligente en zeer aardige jongeman.

Na een reis naar Rome, dat in die tijd onderdeel was van de Kerkelijke Staat, in de eerste maanden van 1859, werkte hij in de zomer van dat jaar zeer hard aan zijn studie. Hij volgde zijn studie aan de Universiteit van Edinburgh en studeerde daar onder andere samen met Lyon Playfair, 1ste baron van Playfair. Nu hij vrijgevochten was van de drukkende onderwijsinstelling die was opgelegd door zijn ouders, genoot hij voor de eerste keer van het studeren. Het wierp zijn vruchten in examens, die hij zeer goed afrondde.

Het jaar daarop ondernam hij de eerste reis naar Noord-Amerika die ooit door een Britse monarch of troonopvolger was ondernomen. Zijn goede humeur en vertrouwde uitstraling maakten de reis een zeer groot succes. Hij opende in Montréal de Victoria Brug die was gebouwd over de Saint Lawrencerivier en hij legde een hoeksteen voor het Parliament Hill te Ottawa, waar later de Canadese regering plaats zou nemen. Hij keek naar Charles Blondin die over een touw boven de Niagarawatervallen liep. En hij bezocht James Buchanan, de president van de Verenigde Staten en verbleef drie dagen op het Witte Huis. Enorme mensenmassa’s waren er overal om hem te groeten. Hij had ontmoetingen met Henry Wadsworth Longfellow, Ralph Waldo Emerson en met Oliver Wendell Holmes, Sr. Zij spraken gebeden uit voor de koninklijke familie in Trinity Church te New York City, voor het eerst sinds 1776.

Eduard had gehoopt dat hij carrière kon maken in het Britse Leger maar dit werd hem echter ontzegd omdat hij de troonopvolger was. Zijn militaire onderscheidingen waren louter honoraire onderscheidingen. In september van dat jaar werd hij naar Duitsland gestuurd, met als reden om naar militaire oefeningen te kijken. Maar eigenlijk werd hij gestuurd om daar prinses Alexandra van Denemarken, oudste dochter van prins Christiaan van Denemarken en prinses Louise, te ontmoeten. Koningin Victoria en prins Albert hadden allang besloten dat Eduard zou gaan trouwen met Alexandra. Ze ontmoetten elkaar in Spiers op 24 september. Eduard werd begeleid door zijn oudere zus, kroonprinses Victoria van Pruisen. Zij was gehuwd met de latere keizer Frederik III van Duitsland.

Het was vanaf deze periode dat Eduard een reputatie kreeg als playboy. Vastbesloten om wat ervaring te krijgen in het leger, woonde Eduard militaire oefeningen bij in Ierland. Tijdens zijn verblijf in Ierland ontmoette hij actrice Nellie Clifden. Prins Albert was ontzettend boos toen hij hier van hoorde en, hoewel hij al ernstig ziek was, bezocht hij Eduard in Cambridge. Prins Albert stierf op 14 december 1861, amper twee weken na het bezoek aan Eduard. Koningin Victoria was ontroostbaar: zij droeg rouwkleding voor de rest van haar leven en gaf Edward de schuld voor de dood van zijn vader. Ze beschouwde haar zoon met afkeer als frivool, onbescheiden, en onverantwoordelijk. Ze schreef aan haar oudste dochter, Victoria: "I never can, or shall, look at him without a shudder." (Vrij vertaald: "Ik kan nooit en zal nooit nog naar hem kijken zonder te huiveren").

Toen Victoria weduwe was geworden, trok ze zich terug uit het publieke leven. Niet lang na de dood van prins Albert regelde ze voor Eduard een reis naar het Midden-Oosten. Eduard bezocht daar Egypte, Jeruzalem, Damascus, Beiroet en Constantinopel. Zodra hij terug keerde naar Groot-Brittannië, werden de voorbereidingen getroffen voor zijn trouwdag. Eduard en Alexandra traden in het huwelijk in de St. George’s Chapel, Windsor Castle op 10 maart 1863. Eduard was de laatste Britse monarch die in het huwelijk trad terwijl hij prins van Wales was tot 1981. Eduard en Alexandra namen hun intrek in Marlborough House te Londen, de Londense residentie en ze gingen wonen in Sandringham House te Norfolk. Het huwelijk werd met afkeuring in bepaalde kringen aangezien omdat de meeste familieleden van Koningin Victoria Duits waren en Denemarken een groot conflict had met een aantal Duitse landen over het grondgebied van Sleeswijk en Holstein, ook wel bekend als de Sleeswijk-Holsteinse kwestie.

Toen Alexandra’s vader de troon erfde van Denemarken in november 1863, na de dood van koning Frederik VII, maakte de Duitse Bond van de gelegenheid gebruik om Sleeswijk-Holstein binnen te vallen en te annexeren. Koningin Victoria werd nu aan het twijfelen gebracht of zij en haar wijlen man wel de goede keuze hadden gemaakt voor Eduard. Nadat het echtpaar was getrouwd, heeft ze haar ongerustheid vele malen geuit over hun levensstijl en heeft ze hun sociale leven geprobeerd te dicteren, waaronder de namen van hun kinderen.

Eduard had vele minnaressen tijdens zijn huwelijk. Hij had relaties met actrice Lillie Langtry, Lady Jennie Jerome (moeder van Winston Churchill), Daisy Greville, Gravin van Warwick, actrice Sarah Bernhardt, Alice Keppel, zangeres Hortense Schneider, prostituee Giulia Barucci en met Agnes Keyser. Hoe ver deze relaties werkelijk gingen is niet altijd bekend. Eduard was altijd heel erg discreet, maar kon niet voorkomen dat de samenleving erg veel roddelde over hem en er voortdurend speculaties in de pers verschenen. De laatste minnares van Eduard, de beeldschone Alice Keppel, werd door koningin Alexandra uitgenodigd om aan diens bed te komen zitten in Buckingham Palace toen hij stervende was in 1910. Eén van de achterkleinkinderen van Alice Keppel, Camilla Parker Bowles, was eerst de minnares en sinds 2003 de echtgenote van prins Charles (een nakomeling van koning Eduard VII). Er heerst nog altijd onzekerheid over het feit of de grootmoeder van Camilla, Sonia Keppel (geboren in mei 1900) de buitenechtelijke dochter was van Eduard. Hoe dan ook, Eduard heeft nooit buitenechtelijke kinderen (als hij deze had) erkend. Koningin Alexandra, zijn vrouw, wist van de meeste van deze buitenechtelijke relaties en ze heeft ze altijd geaccepteerd.

Via zijn vrouw, Alexandra, was Eduard familie van de koning van Denemarken, Frederik VIII, de koning van Griekenland, George I en van de tsarina van Rusland, Maria Fjodorovna. Maria Fjodorovna werd immers geboren als prinses Dagmar van Denemarken.

Tijdens de periode dat Victoria weduwe was, heeft Eduard haar meerdere malen vertegenwoordigd en heeft hij haar meerdere malen bijgestaan tijdens en bij publieke ceremonies en ontmoetingen. Zo opende hij onder andere het Thames Embankment, de Mersey Tunnel en de nieuwe Tower Bridge. Dit was het begin van de koninklijke openbare optredens zoals we die vandaag de dag kennen. Ondanks dat hij zijn moeder veel hielp, liet Victoria hem niet toe tot regeringszaken tot 1898. Tot grote schrik van zijn moeder steunde Eduard Denemarken tijdens de Sleeswijk-Holsteinse kwestie in 1864. Dit kwam omdat koningin Victoria zeer pro-Duits was. In datzelfde jaar liet Eduard zijn moeder, de koningin, weer schrikken toen hij een ontmoeting regelde met de Italiaanse eenwordingsstrijder Giuseppe Garibaldi.

In 1870 wonnen de republikeinse gevoelens in Groot-Brittannië steeds meer gebied doordat de Franse keizer Napoleon III van Frankrijk na diens verlies in de Frans-Duitse Oorlog in 1870 afstand moest doen van de troon en de Derde Franse Republiek werd gesticht. Echter, in de winter van 1871, heeft de dood van prins-gemaal Albert geleid tot een verbetering van de populariteit van Edward bij het publiek. En ook de relatie met zijn moeder, koningin Victoria, werd beter. Toen Eduard verbleef in Londesborough Lodge, dichtbij Scarborough in North Yorkshire, werd er bij hem buiktyfus gediagnosticeerd, de ziekte die zijn vader het leven kostte. Er was grote nationale bezorgdheid rondom zijn gezondheid, zeker toen één van zijn gasten, (Lord Chesterfield), stierf aan de ziekte. Eduard kwam er echter weer bovenop, en dit werd, nationaal en internationaal, met zeer veel opluchting ontvangen. Er waren vele publieke feesten en er werd door Arthur Sullivan een feestelijke versie van het Te Deum geschreven. Hij kreeg het respect van alle politici en van alle politieke partijen, waaronder ook van de republikeinen, en kreeg er heel wat nieuwe vrienden bij. Daardoor haalde hij bij vele mensen twijfels weg die zij over hem hadden.

In 1875 verliet Eduard Groot-Brittannië om een bezoek te brengen aan de Britse kolonie India en een reis te maken door het Indisch Subcontinent. Zijn adviseurs merkten op dat hij alle mensen gewoon behandelde en dat hij alle mensen gelijk achtte, ongeacht hun sociale situatie of hun huidskleur. In brieven die hij naar huis stuurde, klaagde hij over de behandeling die Indiërs te verduren kregen door de Britse officieren. Because a man has a black face and a different religion from our own, there is no reason why he should be treated as a brute. (Vertaald naar het Nederlands: "Omdat een man een zwart gezicht heeft en een andere godsdienst dan de onze, is er geen reden waarom hij moet worden behandeld als een bruut.") Aan het einde van zijn reis keerde hij terug naar Groot-Brittannië en niet lang daarna kreeg zijn moeder de titel ’Keizerin van India’ van het parlement, deels als gevolg van het succes van de reis.

Op 14 januari 1892 stierf Eduards oudste zoon, Prins Albert Victor, hertog van Clarence. Hij was verloofd met prinses Victoria Mary van Teck. Amper een aantal weken na de verloving stierf hij aan een longontsteking. De dood van zijn zoon raakte Eduard heel diep en hij was ontroostbaar. To lose our eldest son, schreef hij, is one of those calamities one can never really get over. (Vertaald naar het Nederlands: "Het verlies van onze oudste zoon is een van de noodlottigheden die men nooit echt te boven kan komen." Eduard vertelde aan koningin Victoria, I would have given my life for him, as I put no value on mine. (Vertaald: "Ik zou mijn leven hebben gegeven voor hem, vermits ik geen waarde hecht aan het mijne"). Albert Victor was het tweede kind van Eduard dat stierf. In 1871 was zijn jongste zoon, John, gestorven binnen 24 uur na zijn geboorte. In 1871 had Eduard persoonlijk geëist dat hij het lichaam van zijn overleden kindje in de kist mocht leggen. Tijdens deze gebeurtenis rolden de tranen over zijn gezicht.

Tijdens een reis naar Denemarken kwam hij via België op 4 april 1900. Hij was toen het doelwit van een moordaanslag. De Belg Jean-Baptiste Sipido schoot op de prins van Wales omdat hij tegen de Tweede Boerenoorlog was. Sipido wist te vluchten en kon ontkomen naar Frankrijk. De waargenomen vertraging bij de Belgische autoriteiten in de toepassing voor de uitlevering, gecombineerd met Britse walging van de Belgisch gruweldaden in diens kolonie, Kongo-Vrijstaat, verslechterden de toch al slechte betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en het vasteland. De tien jaar die daarop volgden, gebruikte Eduard echter zijn minzaamheid en zijn populariteit, evenals de connecties binnen zijn familie, om bij te dragen aan de opbouw van Europese allianties met het Verenigd Koninkrijk.

Toen koningin Victoria stierf op 22 januari 1901 werd Eduard koning van het Verenigd Koninkrijk en keizer van India. Ook werd hij benoemd tot koning van de Britse Dominions. Hij was 59 jaar toen hij de troon besteeg en was het langst de erfgenaam van Britse troon in de Britse geschiedenis. Hij koos ervoor om koning te worden als Eduard VII (Engels: Edward VII) en niet als koning Albert Eduard, de naam die zijn moeder voor hem had uitgekozen. Ondanks de vroegere twijfels van zijn moeder, vatte Eduard zijn taken serieus op. Door zijn eerdere reislust had hij een uitgebreid netwerk opgebouwd. Bovendien had hij door de huwelijken van zijn broers en zusters veel familieleden in de Europese vorstenhuizen en andere hoge kringen. Hierdoor kon hij politiek effectief optreden bij allerlei onderhandelingen. Zijn streven was om de betrekkingen met Frankrijk en Rusland te verbeteren om zo een tegenwicht te kunnen vormen tegen de Duitse expansiedrang. Eduard wist door zijn goede kennis van Frankrijk en de Franse taal bij te dragen aan de vorming van de "entente cordiale", het bondgenootschap tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. De vijandschap tussen keizer Wilhelm van Duitsland en Eduard, oom en neef, heeft daarentegen bijgedragen aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Het beroemde Osborne House, het zomerverblijf van zijn ouders op het eiland Wight, gaf hij aan de staat en hij bleef wonen op zijn landgoed in Sandringham. Eduard VII en Alexandra werden gekroond in de Westminster Abbey op 9 augustus 1902 door de tachtigjarige Frederick Temple, de aartsbisschop van Canterbury, die vier maanden na de kroning stierf. Eigenlijk was de kroning gepland op 26 juni maar twee dagen daarvoor, op 24 juni, werd bij Eduard blindedarmontsteking ontdekt. Dankzij de veranderingen op het gebied van anesthesie en antisepsis in de vijftig voorgaande jaren onderging hij een levensreddende operatie, uitgevoerd door Frederick Treves. Eduard werd geopereerd op een moment dat blindedarmontsteking over het algemeen niet operatief behandeld werd en toen nog een hoog sterftecijfer behaalde. Maar Treves, die de steun had van Joseph Lister, eerste baron van Lister, heeft het uitgevoerd via een radicale werking van het laten uitlekken van de geïnfecteerde blindedarm via een kleine snee. De dag daarop zat Eduard rechtop in bed en rookte hij een sigaar. Twee weken later werd bekend gemaakt dat de koning buiten levensgevaar was. Frederick Treves werd gehonoreerd met een baronetschap.

Koning Eduard richtte de koninklijke paleizen opnieuw in en voerde de traditionele ceremonies, zoals de State Opening of Parliament, die zijn moeder had overgeslagen in haar latere leven, opnieuw in. Ook stichtte hij nieuwe ordes van eretekens, zoals de Order of Merit, die bedoeld was voor mensen binnen de kunsten en wetenschappen. De sjah van Perzië, Mozaffar al-Din Shah Qajar, bezocht Engeland in 1902, waar hij verwachtte dat hij werd benoemd tot lid in de Orde van de Kousenband. Eduard weigerde evenwel deze hoge onderscheiding aan de sjah te geven. Dit was omdat Eduard hem niet persoonlijk wilde geven aan de sjah, dit was een idee van de minister van Buitenlandse zaken, Henry Petty-Fitzmaurice, Lord Lansdowne. Lord Lansdowne had de Orde beloofd aan de sjah zonder de goedkeuring van de koning.

Ondanks zijn seksuele escapades wist hij door zijn flamboyante stijl in kleding en optreden het hart van de Britten te winnen. Eduard speelde als constitutioneel vorst een belangrijke rol bij het verkleinen van de macht van het Hogerhuis ten gunste van de macht van het Lagerhuis en de regering. De koning steunde zijn premier, toen deze te grote tegenstand in het Hogerhuis ondervond, met het dreigement om honderden nieuwe, regeringsgetrouwe Peers te benoemen.

Tijdens zijn regering speelde de nieuwe sociale wetgeving een belangrijke rol. In 1902 kwam de onderwijswet tot stand, waarbij de subsidiëring van het middelbaar onderwijs werd geregeld. Ook zorgde de liberale regering voor betere wetgeving voor kinderen en ouderen en voor de gezondheidszorg. Dit zorgde wel voor de nodige financiële problemen, die door de hogere belastingen tot een crisis leidden.

Eduards korte regering was, ondanks zijn kleurrijk te noemen persoonlijke leven en de twijfels die zijn moeder over hem had, een succes. Afgezien van de nasleep van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902) was het ook een vreedzame periode.

Eduard was Esperantist. Hij zei: "Ik denk dat het Esperanto een grote winst is voor de mensheid en mijn wens is dat het spoedig een groot succes zal worden."

Eduard rookte op één dag twintig sigaretten en twaalf sigaren. Hij was bovendien veel te zwaar. In maart 1910 werd de toestand van de koning slecht en werd opgenomen in het ziekenhuis. Op 27 april keerde hij terug naar Buckingham Palace maar hij had nog steeds zeer veel last van zware bronchitis. Koningin Alexandra keerde terug van Korfoe op 5 mei. Op Korfoe had ze haar broer, de Griekse koning, George I, bezocht. De volgende dag kreeg de koning een aantal hartaanvallen te verduren, maar weigerde om naar bed te gaan. Hij zei tegen Alexandra: "No, I shall not give in; I shall go on; I shall work to the end." (Vrij vertaald: "Nee, ik zal niet toegeven, ik moet doorgaan, ik moet werken tot het eind."). Tussen de momenten van flauwvallen door vertelde zijn zoon, George, dat zijn paard, Witch of the Air, die middag had gewonnen in Kempton Park. De koning antwoordde daarop: "I am very glad" ("Ik ben zeer blij"), zijn laatste woorden. Rond half twaalf ’s avonds verloor hij het bewustzijn voor de laatste keer en werd hij naar bed gebracht. Hij overleed om kwart voor twaalf in de avond op 6 mei 1910. Zijn tweede zoon volgde hem op als koning George V.

Ondanks dat hij vele seksuele relaties had gehad was zijn vrouw zeer geraakt door zijn dood. Koningin Alexandra stierf op 20 november 1925.

Eduard was vooral via zijn moeder en schoonvader verwant met bijna alle Europese monarchen en stond bekend als de "oom van Europa". Keizer Wilhelm II van Duitsland, tsaar Nicolaas II van Rusland, koning Alfons XIII van Spanje, groothertog Ernst Lodewijk van Hessen-Darmstadt en Karel Eduard van Saksen-Coburg en Gotha waren neven van hem. Koningin Victoria Eugénie van Spanje, kroonprinses Margaretha van Zweden, kroonprinses Marie van Roemenië, kroonprinses Sophie van Griekenland en tsarina Alexandra Fjodorovna van Rusland waren zijn nichtjes. Haakon VII van Noorwegen was zijn schoonzoon en neef, koning George I van Griekenland en koning Frederik VIII van Denemarken waren zijn zwagers. Koningin Wilhelmina der Nederlanden, koning Albert I van België, de koningen Karel I en Emanuel II van Portugal, tsaar Ferdinand I van Bulgarije en prins Ernst August van Brunswijk waren ook familie.

Eduard VII moedigde zijn kinderen en kleinkinderen aan om de banden tussen de Europese koninklijke families zeer goed te houden en de warme banden te bewaren. Er was echter een relatie binnen deze families waarvan Eduard niet zo zeker was, en dat was de relatie met de Duitse Keizer, Wilhelm II, ook wel bekend als neef Bill. Dit kwam vooral omdat er spanningen waren tussen Duitsland en Groot-Brittannië.

In 1908 was Eduard VII de eerste Britse monarch die het Russische Rijk bezocht. Hij was echter al in 1906 uitgenodigd door Nicolaas II maar toen weigerde hij te komen. Dit kwam vooral door de toenmalige spanningen die waren veroorzaakt door het conflict rond de Doggersbank in de Noordzee, de Russisch-Japanse Oorlog en de ontbinding van de Doema door de tsaar.
Heerlijkheid:
was koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland en keizer van India vanaf 22 januari 1901 tot zijn dood op 6 mei 1910. Hij was de eerste vorst uit het huis Saksen-Coburg en Gotha die over het Verenigd Koninkrijk regeerde.
Eduard trouwde met Alexandra van Denemarken. Zie 97,II voor persoonsgegevens van Alexandra.
III. Alice van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 25 april 1843 in Londen. Alice is overleden op zaterdag 14 december 1878 in Darmstadt, 35 jaar oud.
Notitie bij Alice: Prinses Alice wordt in de geschiedenis vooral genoemd als de dochter van koningin Victoria en de moeder van tsarina Alexandra Fjodorovna. Ook was ze de overgrootmoeder van Prins Philip, de echtgenoot van koningin Elizabeth II. De plaats Alice in Zuid-Afrika is naar haar genoemd.

JeugdPrinses Alice werd in de eerste ochtend uren van 25 april 1843 te Buckingham Palace geboren als de tweede dochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Als dochter van de regerende vorstin kreeg Alice de titel "Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Alice van het Verenigd Koninkrijk". Haar naam Alice had ze te danken aan eerste minister William Lamb, Lord Melbourne, de eerste Britse premier onder koningin Victoria. Hij had ooit tegen koningin Victoria gezegd dat Alice zijn favoriete vrouwen naam was. De naam Maud is de oudengelse vorm van Mathilde, en die kreeg ze van prinses Sophia Matilda van Gloucester een dochter van prins Willem van Gloucester die weer een jongere broer was van koning George III. Sophia Matilda stierf in 1844. De naam Mary werd gekozen omdat ze op de zelfde dag was geboren als prinses Mary, Hertogin van Gloucester, een dochter van George III.

Ze werd op 2 juni 1843 gedoopt in de privé-kapel van Buckingham Palace door William Howley, Aartsbisschop van Canterbury. De doopgetuigen waren koning Ernst August I van Hannover, erfprins Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, prinses Sophia van Gloucester (een nicht van koning George III) en prinses Feodora zu Hohenlohe-Langenburg (een dochter van Hermann zu Hohenlohe-Langenburg).

Alice had niet veel contact met haar ouders en werd opgevoed door kinderjuffrouwen en privé-leraren had een goede relatie met haar broers en zussen. Ze kreeg les met haar oudere zus Victoria, met wie Alice ook vaak kattenkwaad uithaalde, en ze was in het bijzonder gehecht aan haar broer Albert Edward. Na prinses Victoria’s huwelijk met keizer Frederik III van Duitsland was Alice de oudste, thuiswonende dochter en werd ze de steun en toeverlaat van haar moeder. Toen haar vader in december 1861 tyfus kreeg, verzorgde de 18-jarige Alice hem tijdens de laatste weken van zijn leven, zodat de koningin zich met staatszaken bezig kon houden. In de avond van 14 december 1861 stierf hij.

Prinses Alice bouwde in haar jeugd een zeer goede band op met haar oudere broer, Albert Edward, en haar oudste zus, Victoria, de Princess Royal. Alice was zeer verdrietig toen Victoria in 1858 trouwde met de Pruisische kroonprins.

De familie was nog in rouw, toen Alice op 1 juli 1862 in Osborne House op het Isle of Wight met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt in het huwelijk trad. Bij het huwelijk kreeg Lodewijk van koningin Victoria het predicaat "Koninklijke Hoogheid" en de titel "Ridder in de Orde van de Kousenband". Het predicaat was alleen in het Verenigd Koninkrijk geldig, in Duitsland droeg hij nog steeds het predicaat van "Groothertogelijke Hoogheid". Het paar ging in de Duitse stad Darmstadt wonen. Het was geen gelukkig huwelijk: Alice en Lodewijk hadden geen enkel raakvlak en voerden weinig gesprekken.

Tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog merkte prinses Alice op dat de zorgomstandigheden voor gewonde soldaten zeer slecht waren. Daarom richtte ze de Alice-Frauenverein (ook wel Vrouwen Unie genoemd) op. Deze organisatie leidde verpleegsters en hulpverleensters op. Op deze manier raakte de prinses bevriend met Florence Nightingale, een bekende, Britse verpleegster. In Darmstadt richtte de prinses het Alice-Hospital op, dat - anno 2008 - nog steeds bestaat.

Op 13 juni 1877 volgde prins Lodewijk zijn oom op als Grootvorst van Hessen en aan de Rijn, waardoor prinses Alice de titel van grootvorstin kreeg.
Prinses Alice was een draagster van hemofilie, waaraan één van haar zoons overleed en waarvan meerdere dochters ook draagster werden.
Alice trouwde, 19 jaar oud, op dinsdag 1 juli 1862 in op het eiland Wight met Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt, 24 jaar oud. Lodewijk is geboren op dinsdag 12 september 1837 in Bessungen, zoon van Karel Willem Lodewijk van Hessen-Darmstadt en Marie Elisabeth Caroline Victoria van Pruisen. Lodewijk is overleden op zondag 13 maart 1892 in Darmstadt, 54 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Hij was de zoon van Karel van Hessen-Darmstadt, een broer van groothertog Lodewijk III, en van Elisabeth van Pruisen.

Op 1 juli 1862 huwde hij op het eiland Wight prinses Alice, de tweede dochter van de Britse koningin Victoria en verkreeg van zijn schoonmoeder het predicaat Koninklijke Hoogheid en de titel ridder in de Orde van de Kousenband. Zijn nieuwe predicaat was overigens slechts geldig in Groot-Brittannië, in Duitsland behield hij zijn status van Groothertogelijke Hoogheid. Alice was een zuster van prinses Victoria, waardoor Lodewijk een zwager van zijn jeugdvriend de latere keizer Frederik III werd.

Lodewijk streed in de Oostenrijks-Pruisische Oorlog van 1866 als aanvoerder van de Hessische cavalerie aan Oostenrijkse zijde. Nadat dit land de strijd had verloren voegde Lodewijk III zich bij Pruisen. Gedurende de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-1871 leidde hij het Hessische contingent van de legers van de Noord-Duitse Bond. Bij de dood van zijn kinderloos gebleven oom op 13 juni 1877 verkreeg hij als Lodewijk IV de groothertogelijke titel.

De in het naburige Bonn studerende Pruisische prins Wilhelm (II) bezocht het gezin regelmatig en werd hopeloos verliefd op Lodewijks dochter Elisabeth ("Ella") - zijn nicht. Er zijn aanwijzingen dat er enige tijd sprake was van een huwelijk tussen de twee, maar zij wees hem af en een huwelijk tussen neef en nicht werd toch niet raadzaam geacht.

Groothertogin Alice stierf in 1878. Lodewijk sloot op 30 april 1884 een morganatisch huwelijk met Alexandrina Hutten-Czapska, voormalig echtgenote van Alexander Kolémine, Russisch zaakgelastigde te Darmstadt. Hij schonk haar de titel gravin van Romrod. Dit huwelijk veroorzaakte echter een groot schandaal en werd nog datzelfde jaar ontbonden.

Op 1 mei 1882 benoemde koning Willem III der Nederlanden Lodewijk IV tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde. Het was een onderscheiding uit beleefdheid.

Lodewijk IV stierf op 13 maart 1892 en werd opgevolgd door zijn zoon Ernst Lodewijk. Lodewijk IV ligt begraven in het groothertogelijke mausoleum te Rosenhöhe bij Darmstadt. Zijn dochter Alix ("Sunny") was als Alexandra Fjodorovna gehuwd met de Russische tsaar Nicolaas II.
Titel:
was van 1877 tot 1892 groothertog van Hessen en aan de Rijn
IV. Alfred van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 6 augustus 1844 in Windsor Castle. Alfred is overleden op maandag 30 juli 1900 in Rosenau bij Coburg, 55 jaar oud.
Notitie bij Alfred: "Affie" werd als enige kind van het koningspaar niet geboren in Buckingham Palace, maar in Windsor Castle. Hij was een levenslustig en temperamentvol kind dat graag klauterde en ronddartelde. Hij kwam hierbij regelmatig ten val maar nooit met ernstige gevolgen. Evenals de andere kinderen in het gezin ontving hij een uitstekende opvoeding en opleiding. In tegenstelling tot zijn oudere broer Bertie (Albert Eduard) gold hij als weet- en leergierig, maar de Duitse taal beheerste hij in vergelijking met zijn broers en zussen slecht.

Alfred werd in 1852 aangewezen als troonopvolger van zijn kinderloze oom Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha. In 1856 trad hij volgens eigen wens toe tot de Royal Navy. Na zijn succesvol afgeronde marineopleiding reisde hij op de HMS Euryalus naar Zuid-Afrika en bezocht de Kaapkolonie, de Oranje Vrijstaat en Natal, alwaar hij een goede indruk op zowel de kolonisten als de inheemse stamhoofden maakte. Op een reis naar West-Indië en Noord-Amerika in 1861 vernam hij de dood van zijn vader. Na het aftreden van koning Otto I van Griekenland werd hij door de Griekse Nationale Vergadering in 1862 tot nieuwe koning gekozen. Om politieke redenen kon de Britse regering hier echter niet mee akkoord gaan. Bij het huwelijk van zijn oudere broer Eduard in dat jaar was de toen 18-jarige Alfred belast met het toezicht op zijn driejarige neefje Willy (de latere keizer Wilhelm II). Deze misdroeg zich gedurende de voor hem dodelijk saaie ceremonie vreselijk en beet Alfred zelfs in zijn been.

In 1863 werd hij luitenant ter zee en begon te studeren aan de universiteiten van Edinburgh en Bonn. Ook werd hij op 24 mei van dat jaar door de koningin verheven tot ridder in de Orde van de Kousenband. Hij bezocht in 1865 Coburg en koos het Wangenheim-Paleis (Edinburgh-Paleis) uit als toekomstige residentie. Vanwege de verjaardag van koningin Victoria werd hij het jaar daarop tot hertog van Edinburgh en graaf van Ulster en Kent gemaakt en ontving hij van het parlement een jaarlijkse apanage van £15.000. Op 8 juni nam hij plaats in het Hogerhuis.

Alfred werd in 1867 kapitein en begon op 24 januari met een wereldreis op het fregat HMS Galatea. Hij bezocht als eerste lid van het Britse koningshuis Australië en werd met enthousiasme ontvangen. In datzelfde jaar legde hij de eerste steen voor de bouw van de Melbourne Town Hall in Melbourne. In Sydney werd hij tijdens een picknick echter met een revolver in de rug geschoten door de Ier Henry James O’Farrell. Hij raakte echter slechts lichtgewond. In 1869 bezocht hij India en Hongkong en was ook daar de eerste Britse royal die een bezoek bracht.

Hij trad op 23 januari 1874 in het Winterpaleis te Sint-Petersburg in het huwelijk met grootvorstin Maria Alexandrovna, enige dochter van tsaar Alexander II. Het was geen gelukkig huwelijk en Maria werd door de Londense society te arrogant bevonden.

Alfreds marinecarrière nam een hoge vlucht. Hij werd schout-bij-nacht (1878), viceadmiraal (1882), admiraal (1887) en tenslotte opperbevelhebber van de vloot (1893). In 1878 leidde hij de bezetting van Cyprus.

Toen hertog Ernst II op 2 augustus 1893 kinderloos stierf kwam het dubbelhertogdom Saksen-Coburg en Gotha aan Alfred toe. Zijn oudere broer Eduard had van de troonopvolging afgezien omdat hij eerste in lijn was voor de opvolging op de Britse troon. Hij trad terug uit de marine, legde zijn lidmaatschap van het Hogerhuis en de Privy Council neer maar behield zijn Britse erenambten en titels. Hij gaf zijn apanage terug maar behield de jaarlijkse £10.000 die hij sinds zijn huwelijk ontving om zijn Londense residentie Clarence House te onderhouden.

Het leven in Coburg viel hem zwaar. Hij was een Britse prins in een Duits land in een periode waarin de betrekkingen tussen beide landen niet zeer goed waren. Evenals Eduard VII had hij een afkeer van hun beider neef Wilhelm II. Als lid van het Duitse Keizerrijk kon Alfred alleen binnenlandse politiek bedrijven en hij miste zijn oude leven bij de marine dan ook zeer. Hij bleef de Royal Navy op de voet volgen en zag de uitbreiding van de Duitse marine met zorg aan.

Het feit dat hij zijn Britse titels belangrijker achtte dan zijn Duitse en zich ook in de Bondsraad Koninklijke Hoogheid liet noemen (een predicaat waar hij in Duitsland geen recht op had daar hij slechts een hertog was) werd hem kwalijk genomen. Evenals zijn zuster, keizerin Vicky, werd hij als "buitenlander" gezien en wantrouwig of ronduit vijandelijk bejegend. Enkele Duitse kranten noemden zijn troonsbestijging een belediging voor het Duitse nationaliteitsbesef. Desondanks, en ondanks zijn gebrekkige beheersing van het Duits, wist hij uiteindelijk toch de liefde van zijn volk te winnen.

Alfred bemoeide zich niet al te zeer met binnenlandse aangelegenheden, die hij overliet aan het staatsministerie. Hij wijdde zich aan de jacht en ondernam reizen (bij een bezoek aan Alexandrië in 1898 werd hij door een muskiet gestoken en liep een langdurige ooginfectie op waarvan hij nooit meer helemaal zou genezen). Tevens hield hij erg van muziek, was hij een uitstekend violist en speelde hij een prominente rol in het stichten van het Royal College of Music. Zijn verzameling glas en keramiek was een half miljoen mark waard.

Alfreds enige zoon en opvolger Alfred deed in 1899 gedurende de feestelijkheden bij gelegenheid van de zilveren bruiloft van het hertogelijk paar een zelfmoordpoging en stierf twee weken later. Alfred gaf zijn vrouw hiervan de schuld en liet zich van haar scheiden. Om zijn leed te verzachten begon hij te drinken. Op 30 juli 1900, kort voor zijn zesenvijftigste verjaardag, stierf hij aan keelkopkanker en werd naast zijn zoon in het hertogelijk mausoleum te Coburg bijgezet. De opvolger Arthur, hertog van Connaught, zag af van de hertogelijke waardigheid, zodat deze (theoretisch) overging op Leopold, hertog van Albany. Daar deze al in 1884 was gestorven werd zijn zoon Karel Eduard de nieuwe hertog van Saksen-Coburg en Gotha. Daar deze nog minderjarig was werd de regering tot 1905 waargenomen door Ernst zu Hohenlohe-Langenburg, echtgenoot van Alfreds dochter Alexandra.
Titel:
van 1893 tot 1900 hertog van Saksen-Coburg en Gotha
Alfred trouwde, 29 jaar oud, op maandag 23 maart 1874 in in het Winterpaleis, Sint-Petersburg met Maria Aleksandrovna van Rusland, 20 jaar oud. Maria is geboren op maandag 17 oktober 1853 in Tsarskoje Selo, Rusland, dochter van Alexander II Nikolajevitsj van Rusland (zie 197,I) en Maria Aleksandrovna (Maximiliane Wilhelmina Augusta Sophie Marie) van Hessen-Darmstadt. Maria is overleden op zondag 24 oktober 1920 in Zürich, Zwitserland, 67 jaar oud.
Notitie bij Maria: Grootvorstin Maria Aleksandrovna werd op 17 oktober 1853 in de Russische stad Tsarskoje Selo geboren als het zesde kind en de enige levende dochter van tsaar Alexander II van Rusland en diens echtgenote Marie van Hessen-Darmstadt, de dochter van groothertog Lodewijk II van Hessen-Darmstadt en diens echtgenote Wilhelmina van Baden. Haar vader werd in 1881 gedood door een bomaanslag. Marie Aleksandrovna was de tante van de latere tsaar Nicolaas II, die in 1918 werd vermoord. Haar broer, grootvorst Sergej, kwam in 1905 om het leven tijdens een bomaanslag in Moskou, en een andere broer, grootvorst Paul werd in 1919 doodgeschoten in Sint-Petersburg. Daarnaast had ze nog vier oudere broers: grootvorst Nikolaj (1843-1865), was verloofd met Dagmar van Denemarken, stierf onverwachts in 1865. Grootvorst Aleksandr (1845-1894), huwde Dagmar van Denemarken (Maria Fjodorovna), werd als Aleksandr III tsaar van Rusland in 1881. Grootvorst Vladimir (1847-1909), huwde Marie van Mecklenburg-Schwerin. En grootvorst Aleksej (1850-1908). Ook had ze een oudere zus, de jong overleden Alexandra (1842-1849).

Grootvorstin Maria Aleksandrovna trouwde op 23 maart 1874 in het Winterpaleis, Sint-Petersburg, met de marinier Alfred, hertog van Edinburgh, de tweede zoon van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Het was geen gelukkig huwelijk en Maria werd door de Londense society te arrogant bevonden. Bovendien stond Maria’s vader erop dat zij niet de titel “Hare Koninklijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh” gebruikte, maar “Hare Keizerlijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh”, en dat zij als dochter van de Russische tsaar hoger in rang werd gerekend dan de toenmalige Prinses van Wales, prinses Alexandra van Denemarken. Dit maakte koningin Victoria woedend. Na haar huwelijk werd Maria Aleksandrovna dan ook afwisselend “Hare Koninklijke Hoogheid”, “Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid” en “Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid” genoemd.

Toen Alfreds oom, hertog Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, op 2 augustus 1893 kinderloos stierf, kwam het dubbelhertogdom Saksen-Coburg en Gotha aan Alfred toe. Zijn oudere broer Edward had van de troonopvolging afgezien. Alfred trad terug uit de marine, legde zijn lidmaatschap van het Hogerhuis en de Privy Council neer, maar behield zijn Britse ereambten en titels. Hij gaf zijn apanage terug, maar behield de jaarlijkse £10.000 die hij sinds zijn huwelijk ontving om zijn Londense residentie Clarence House te onderhouden. Doordat Alfred de troon van het hertogdom besteeg, kreeg Maria Aleksandrovna de titel “Hertogin van Saksen-Coburg-Gotha”, waardoor ze hoger in rang stond dan haar schoonzussen.

In 1899 raakte de zoon van Marie en Alfred, Prins Alfred, betrokken bij een schandaal met zijn minnares, waardoor hij tijdens het vijfentwintigjarige huwelijk van zijn ouders zelfmoord probeerde te plegen. Dit mislukte echter, waarop zijn ouders hem naar het kuuroord in de Italiaanse stad Meran stuurde. Daar stierf hij echter twee weken later op 6 juli.

Een jaar later stierf Alfred aan keelkanker op Schloss Rosenau in Coburg. Hij werd naast zijn zoon bijgezet in het hertogelijke mausoleum buiten Coburg bijgezet. Alfred werd als Hertog van Saksen-Coburg-Gotha opgevolgd door Karel Eduard van Saksen-Coburg en Gotha.

Maria stierf twintig jaar na haar echtgenoot in Zürich, Zwitserland, en werd bijgezet in het hertogelijke mausoleum bij Coburg.

Titels:
Hare Keizerlijke Hoogheid Grootvorstin Maria Aleksandrovna van Rusland
Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh / Hare Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh / Hare Koninklijke Hoogheid Hertogin van Edinburgh
Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Hertogin van Saksen-Coburg en Gotha
Hare Keizerlijke en Koninklijke Hoogheid Douairière Hertogin van Saksen-Coburg en Gotha
V. Helena van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op maandag 25 mei 1846 in Buckingham Palace, Londen. Helena is overleden op zaterdag 9 juni 1923 in Schomberg House, Londen, 77 jaar oud.
Notitie bij Helena: Helena werd opgevoed en kreeg haar opleiding van privéleraren uitgekozen door haar vader en diens goede vriend en adviseur, Baron Stockmar. Haar jeugd bracht ze door met haar ouders, en het reizen tussen de verschillende Koninklijke residenties in Groot-Brittannië. De intieme sfeer aan het Koninklijk hof kwam aan een einde op 14 december 1861, toen haar vader stierf, en de Koninklijke familie in een periode van intense rouw terecht kwam. In het begin van de jaren 60 van de 19e eeuw, had Helena een flirt met Carl Ruland, de bibliothecaris van Prins Albert. Ook al is de relatie altijd stilgehouden, de brieven die Helena naar Ruland schreef zijn bewaard gebleven. In 1863 kwam koningin Victoria achter deze affaire, daardoor moest Ruland het hof verlaten en keerde hij terug naar Duitsland. Drie jaar later op 5 juli 1866 huwde Helena met de verpauperde Duitser Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Het koppel bleef in Groot-Brittannië wonen, dicht bij haar moeder de koningin. Dit kwam omdat Victoria graag haar dochters in de buurt wilde houden. En samen met haar jongere zusje, Prinses Beatrice, werd ze later een onofficiële secretaresse van de koningin. Hoe dan ook, na de dood van koningin Victoria op 22 januari 1901, zag ze weinig van haar nog in levende broers en zussen.

Helena was het meest actieve lid van de Koninklijke familie, ze was druk met het uitvoeren van vele taken van de familie, ze had een uitgebreid programma van Koninklijke verplichtingen in een tijd waarin er niet werd verwacht dat de Koninklijke familie vaak in de openbaarheid verscheen.

Prinses Helena werd op 25 mei 1846 geboren te Buckingham Palace. Ze was de dochter van koningin Victoria en prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Als dochter van de Britse vorst kreeg Helena de titel "Prinses van het Verenigd Koninkrijk" met het predicaat "Hare Koninklijke Hoogheid". Binnen haar familie werd ze "Lenchen" genoemd. Net als haar jongste zusje Beatrice bleef Helena haar leven lang erg hecht met haar moeder, vooral na de dood van hun vader. Prins Albert schreef naar zijn broer, hertog Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, dat zij erg blauw op de wereld was gekomen, maar dat ze daarna snel opknapte. Ook schreef hij dat de geboorte van Helena zwaarder was voor de koningin dan de voorgaande keren. In deze periode moest Victoria ook erg veel uitrusten. Victoria en Albert kozen voor de namen Helena Augusta Victoria. De Duitse vorm van Helena was Helenchen, het was daarom dat sommige leden van de Koninklijke familie haar later Lenchen begonnen te noemen. Helena werd gedoopt op 25 juli 1846 in de Privé Kapel van Buckingham Palace. Haar meters en peters waren de latere groothertog Frederik Willem van Mecklenburg-Strelitz, hertogin Helena van Orléans, weduwe van Ferdinand Filips van Orléans. Omdat Helena van Mecklenburg-Schwerin niet aanwezig kon zijn bij de doop, werd zij vervangen door de moeder van de koningin, Victoria, hertogin van Kent. En hertogin Augusta van Cambridge, vrouw van Prins Adolf, hertog van Cambridge, zevende zoon van koning George III.

Helena was een levendig en uitgesproken kind, en reageerde op het broederlijke plagen door de bullebak op de neus te slaan. Eén van haar vroegere talenten was schilderen. Lady Augusta Stanley, een hofdame van de Koningin, becommentarieerde positief de schilderwerken van de drie-jarige Helena. Net als haar andere zussen, kon ook Helena op heel hoog niveau piano spelen. Ze was ook erg geïnteresseerd in de wetenschap en technologie, dit werd erg gewaardeerd door haar vader, Prins Albert. En ook was paardrijden en varen, twee van haar favoriete bezigheden in haar kindertijd. Echter, Helena werd een middelste dochter na de geboorte van Prinses Louise in 1848, daardoor werden haar talenten overschaduwd door haar meer artistieke zusters.

Helena’s vader stierf op 14 december 1861 op 42 jarige leeftijd. De dood van de prins-gemaal schokte de koningin dusdanig, dat zij samen met haar huishouding, en haar dochters van Windsor naar Osborne House, op het Isle of Wight, verhuisde. Ook was de dood van Prins Albert voor Helena een zware klap, en zij schreef een maand later aan een vriend: "Wat wij hebben verloren, kan nooit door iets worden vervangen, en ons verdriet is het meest, meest bittere... Ik heb Papa aanbeden, ik hield meer van hem dan van alles wat er op de aarde is, zijn woord was een heilige wet, en hij was mijn hulp en adviseur... De uren dat we samen doorbrachten waren de gelukkigste van mijn leven, en nu is dat voorbij..."

De koningin ging na de dood van Albert vertrouwen op haar tweede dochter, Prinses Alice. Alice werd een soort onofficiële secretaresse. Maar Alice had een eigen secretaresse nodig. Hoewel Helena was de volgende oudste dochter was, was ze als onbetrouwbaar bevonden door Victoria door haar onvermogen om op een goede manier om te gaan met verdriet. Daarom werd Louise aangewezen om de plaats in te nemen van Helena. Omdat Alice in 1862 huwde met prins Lodewijk van Hessen-Darmstadt, werd Helena de vervanger van Louise en Louise werd de vervanger van Alice. In deze hoedanigheid voerde de minderjarige secretariële taken uit, zoals het schrijven van de brieven van Victoria. En hielp ze haar moeder met politieke correspondentie en spendeerde ze veel tijd samen door met haar moeder.

Tijdens een bezoek aan Coburg in september 1865, ontmoette Helena prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, de zoon van hertog Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg en diens echtgenote, gravin Lovisa-Sophie Daneskjold-Samsöe. De twee werden verliefd en verloofden zich in december van dat jaar. Koningin Victoria gaf toestemming voor het huwelijk op voorwaarde dat het paar in Engeland zou gaan wonen.

Christiaan en Helena trouwden op 5 juli 1866 in de privé-kapel van Windsor Castle. Zeven dagen voor het huwelijk schonk de koningin haar toekomstige schoonzoon het predicaat "Koninklijke Hoogheid". Dit was echter alleen in Engeland geldig en niet in Duitsland, waar Christiaan nog altijd het predicaat "Doorluchtige Hoogheid" droeg. Vanaf haar huwelijk was prinses Helena bekend als "Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg".

Hun oudste zoon, prins Christiaan Victor, stierf aan buiktyfus te Pretoria, Zuid-Afrika, toen hij diende in de Boerenoorlog. Hun tweede zoon, prins Albert, verhuisde later naar Duitsland om zijn kinderloze oom, Ernst Günther, op te volgen als titulair Hertog van Sleeswijk-Holstein. Prinses Marie Louise trad in 1891 in het huwelijk met prins Aribert van Anhalt, een zoon van Frederik I van Anhalt. Het huwelijk werd in 1900 weer ontbonden, waarna Marie Louise weer naar Engeland terugkeerde, waar ze veertig jaar lang met haar ongetrouwde zus Helena Victoria koninklijke verplichtingen vervulden voor het Britse koninklijke huis.

De kinderen van Christiaan en Helena kregen in mei 1867 de aanspreektitel "Hoogheid".

Helena was de beschermvrouw van de "Young Women’s Christian Association" (YWCA) en de "National Society of the Prevention of Cruelty to Animals and Children". Helena heeft zich ingezet om de zorgvoorzieningen van Engeland te verbeteren en stichtte de "Princess Christian Nursing Home" te Windsor.

Helena overleed te Londen. Ze werd naast haar echtgenoot begraven op de koninklijke begraafplaats in Windsor Great Park.
Helena trouwde met Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Christiaan is geboren op zaterdag 22 januari 1831 in Augustenborg (Denemarken). Christiaan is overleden op zondag 28 oktober 1917 in Londen (Engeland), 86 jaar oud.
Notitie bij Christiaan: Prins Christiaan werd geboren te Augustenborg als de derde zoon van hertog Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg en diens echtgenote, gravin Lovisa-Sophie Daneskjold-Samsöe. Zijn familie was betrokken bij de Sleeswijk-Holsteinse kwestie, waardoor de Eerste Duits-Deense Oorlog (1848-1852) ontstond. Prins Christiaan diende in 1852 korte tijd in deze oorlog, totdat zijn familie werd verslagen en werd gedwongen te vluchten. Na de oorlog ging prins Christiaan naar de Universiteit van Bonn, waar hij bevriend raakte met kroonprins Frederik Willem, de latere keizer van het Duitse Rijk.

Toen Christiaan in september 1865 Coburg bezocht, ontmoette hij prinses Helena, de derde dochter van koningin Victoria. De twee werden verliefd en verloofden zich in december van dat jaar. Koningin Victoria gaf toestemming voor het huwelijk op voorwaarde dat het paar in Engeland zou gaan wonen. Christiaan en Helena trouwden op 5 juli 1866 in de privé-kapel van Windsor Castle. Zeven dagen voor het huwelijk schonk de koningin haar toekomstige schoonzoon het predicaat “Koninklijke Hoogheid”. Dit was echter alleen in Engeland geldig en niet in Duitsland, waar Christiaan nog altijd het predicaat “Doorluchtige Hoogheid” droeg. Christiaan en Helena woonden eerst in Frogmore House op het landgoed van Windsor Castle en later in Cumberland Lodge in Windsor Great Park.

Koningin Victoria stelde prins Christiaan aan als Ridder in de Orde van de Kousenband en als lid van de Privy Council (een adviesraad van de koningin). Christiaan werd in 1877 de persoonlijke adjudant van de koningin. In juli 1866 werd hij generaal-majoor in het Britse leger en hij werd in augustus 1874 gepromoveerd tot luitenant-generaal en in oktober 1877 tot generaal. Vanaf 1869 tot aan zijn dood was Christiaan erekolonel van het eerste vrijwilligersbataljon in het Koninklijke Berkshire Regiment. Prins Christiaan heeft echter nooit tijdens een veldslag aan het hoofd gestaan van troepen.


Prins Christiaan op latere leeftijdPrins Christiaan stierf in 1917 op 86-jarige leeftijd te Londen. Hij werd begraven op de koninklijke begraafplaats in Windsor Great Park.
VI. Louise Caroline Alberta van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op zaterdag 18 maart 1848 in Londen. Louise is overleden op zondag 3 december 1939 in Londen, 91 jaar oud.
Notitie bij Louise: Toen Prinses Louise de huwbare leeftijd had bereikt, ging haar moeder op zoek naar een geschikte echtgenoot. Prinses Louise’s schoonzus, Prinses Alexandra van Denemarken, stelde haar broer, Kroonprins Frederik van Denemarken, voor. Koningin Victoria wilde echter een tweede huwelijk met de Deense Koninklijke Familie voorkomen om Pruisen niet voor het hoofd te stoten. Dus stelde Prinses Louise’s oudere zus, Prinses Victoria, de neef van haar echtgenoot voor, Prins Frederik van Pruisen. Ook in dit geval kwam het niet van een huwelijk; Prins Frederik wilde niet in Engeland komen wonen. Uiteindelijk werd besloten dat Prinses Louise zou trouwen met een lid van de Britse adel. De keuze viel op John Douglas Sutharland Campbell, Markies van Lorne en erfgenaam voor de titel ‘Hertog van Argyll’. Ze trouwden op 21 maart 1871 in de St. George’s Chapel in Windsor Castle.

In 1878 kreeg Prinses Louise’s echtgenoot de functie van gouverneur-generaal van Canada aangeboden; op 14 november vertrok het paar naar Canada. Prinses Louise was erg populair bij de Canadezen, die o.a. Lake Louise naar haar de prinses vernoemden.

In februari 1880 raakte Prinses Louise ernstig gewond bij een ongeluk met de slee. De slee kapseisde en de prinses werd honderden meters voortgesleept aan haar haren, waarbij zij een oor verloor. De prinses verliet daarop Canada om in Engeland te herstellen van haar verwondingen. In 1883 keerde ook haar man weer terug.

Op 4 april 1900 stierf de 8ste Hertog van Argyll, waardoor Louise en John de 9de Hertog en Hertogin van Argyll werden.

In 1914 stierf Louise’s echtgenoot aan een longontsteking, waardoor zij weduwe werd. Zelf stierf ze in 1939 op Kensington Palace. De Hertog en Hertogin van Argyll hadden geen kinderen. Er werd gezegd dat de prinses onvruchtbaar was geworden door een hersenvliesontsteking, die ze in haar jeugd had gehad. In verschillende biografieën werd echter de seksuele geaardheid van de Hertog ter discussie gesteld.

Titels:
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Louise
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Louise, Markiezin van Lorne
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Louise, Hertogin van Argyll
Louise trouwde met John Campbell. John is geboren op woensdag 6 augustus 1845 in Londen. John is overleden op zaterdag 2 mei 1914 in Kensington Palace (Londen), 68 jaar oud.
Notitie bij John: John George Edward Henry Douglas Sutherland Campbell werd geboren in 1845 te Londen als oudste zoon van George Campbell, de latere achtste hertog van Argyll. Zijn vader droeg toen de titel Markies van Lorne, en was de erfgenaam van zijn vader John Campbell, zevende hertog van Argyll. Zijn moeder was Elizabeth Georgiana Leveson-Gower, dochter van hertog George Sutherland-Leveson-Gower, en hofdame van koningin Victoria. Toen John bijna twee jaar oud was, werd zijn vader de nieuwe hertog van Argyll, de titel Markies van Lorne ging toen over op John. Hij werd onderwezen te Edinburgh Academy, Eton College, de Universiteit van St Andrews, Trinity College te Cambridge, en hij studeerde aan de Royal College of Art in Londen.

Op 21 maart 1871 trad John in het huwelijk met Prinses Louise van het Verenigd Koninkrijk, de vierde dochter van koningin Victoria en wijlen prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Dit huwelijk was niet geheel onomstreden. Het was namelijk het eerste huwelijk sins 1515 dat een prinses trouwde met een burger. Het was toen prinses Maria, zusje van koning Hendrik VIII. Ze huwde in het geheim Charles Brandon, een vriend van Hendrik VIII. John en Louise deelde hun liefde voor de kunsten. Maar het paar leefde liever gescheiden, en kreeg uiteindelijk ook geen kinderen. Louise was overigens het enige kind van koningin Victoria, die geen kinderen kreeg. De Markies van Lorne ging omstreden vriendschappen aan met mannen, en hij werd er van verdacht homoseksueel te zijn.

In 1878 werd hij benoemd tot Gouverneur-Generaal van Canada. Het paar werd groots onthaald in Canada, want voor het eerst zou Rideau Hall, de officiële residentie van de Gouverneur-Generaal van Canada, een koninklijke bewoner hebben. Hij ontwikkelde een grote liefde voor Canada en haar bewoners. Hij stimuleerde het oprichten van ontelbare stichtingen en instituten. Hij had ook ontmoetingen met de eerste bewoners van Canada. Te Rideau Hall hielden hij en prinses Louise veel verschillende feesten, ontmoetingen etc.
Titel:
negende Hertog van Argyll
VII. Arthur van Connaught en Strathearn, geboren op woensdag 1 mei 1850 in Londen (zie 62).
VIII. Leopold van Albany, geboren op donderdag 7 april 1853 in Buckingham Palace (Londen). Leopold is overleden op vrijdag 28 maart 1884 in Cannes, 30 jaar oud.
Notitie bij Leopold: Op 7 april 1853 beviel koningin Victoria te Buckingham Palace (Londen) met behulp van chloroform van een zoon: Leopold. Zijn ouders vernoemden hem naar zijn oudoom, koning Leopold I van België. Al vroeg werd bij hem hemofilie geconstateerd, wat ervoor zorgde dat hij het grootste deel van zijn jeugd halfinvalide was.

Vanaf 1872 tot 1876 studeerde Leopold in Oxford; hij verliet de school met een eredoctoraat. Na zijn studie heeft Leopold door Europa gereisd en vervolgens door Canada en de Verenigde Staten met zijn zus prinses Louise, wier echtgenoot gouverneur-generaal van Canada was. Leopolds ziekte legde hem veel beperkingen op en uiteindelijk werd hij de beschermheer van kunst en literatuur: in 1878 werd hij voorzitter van de Royal Society of Literature en in 1879 vicevoorzitter van de Royal Society of Arts. In 1876 werd hij de privésecretaris van de koningin, dat bleef hij tot aan zijn dood.

Vanwege zijn ziekte kostte het Leopold veel moeite om een echtgenote te vinden. Uiteindelijk bood zijn moeder uitkomst: zij regelde een ontmoeting met prinses Helena Frederika, de dochter van prins George Victor van Waldeck-Pyrmont. Helena was een jongere zus van Emma, de latere koningin der Nederlanden, vrouw van Willem III en moeder van Wilhelmina. Ze trouwden op 27 april 1882 in de St.George’s Chapel van Windsor Castle.

Een algemeen kenmerk van hemofilie is gewrichtspijn, ook Leopold leed hieraan. Het koude klimaat van Engeland maakte het daar niet beter op, daarom adviseerde zijn arts hem naar Cannes te gaan. In Cannes gleed hij uit en viel, waarna hij de volgende ochtend stierf. Hij werd begraven in de Albert Memorial Chapel in Windsor. Zijn vrouw Helena beviel na zijn dood van Prins Karel, die zijn vader vanaf zijn geboorte opvolgde als hertog van Albany.
Leopold trouwde, 29 jaar oud, op donderdag 27 april 1882 in in de St. George’s Chapel van Windsor Castle met Helena van Waldeck-Pyrmont, 21 jaar oud. Helena is geboren op zondag 17 februari 1861 in Arolsen (Waldeck), dochter van George Victor van Waldeck-Pyrmont en Helena van Nassau-Weilburg. Helena is overleden op vrijdag 1 september 1922 in Hinterriß (Tirol), 61 jaar oud.
Notitie bij Helena: Samen met haar zusters Emma van Waldeck-Pyrmont en Pauline van Waldeck-Pyrmont was zij huwelijkskandidate voor het tweede huwelijk van Koning Willem III der Nederlanden. Later ontmoette zij op suggestie van Koningin Victoria haar toekomstige echtgenoot Leopold. Leopold was een achterneef van Helena’s grootmoeder Pauline van Württemberg (1800-1873), zij waren beiden kleinkinderen van Frederik prins van Wales. Op 27 april 1882 trouwde Helena in de St. George’s Chapel van Windsor Castle met Leopold, hertog van Albany, het achtste kind en de jongste zoon van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Na haar huwelijk kreeg Helena de titel "her royal highness the duchess of Albany". Dit huwelijk was zeer gelukkig, maar van korte duur, toen de aan hemofilie lijdende Leopold al na anderhalf jaar overleed.

Volgens de memoires van Helena’s dochter Alice van Albany, was Helena een zeer intelligente vrouw, met een sterk plichtsbesef en had zij net als haar zuster Emma een grote passie voor liefdadigheidswerk. Koningin Victoria was aanvankelijk bang dat Helena typische afstandelijke Duitse prinses zou zijn, dit beschreef zij in een brief aan haar oudste dochter, maar ze was erg blij dat Helena er van hield om zich onder het volk te begeven. De koningin waardeerde haar schoondochter zeer en had veel respect voor haar, al bleek uit de briefwisseling met haar dochter, dat zij bezorgd was dat Helena zeer intellectueel was en onwaarschijnlijk goed opgeleid voor een prinses. Voor haar huwelijk had Helena’s vader, Georg Victor, haar schoolhoofd gemaakt van de lagere scholen in het vorstendom. Zij had dus zelf kinderen onderwezen en schepte vooral genoegen in het oplossen van Wiskundige vraagstukken en het lezen van filosophische werken. Helena’s man Leopold stelde haar trots voor aan een groep geleerden van Oxford University, dit zouden vrienden van Helena blijven voor de rest van haar leven.

Toen Helena weduwe was richtte ze het Deptford Fund op. Dit is een organisatie die vrouwen die in slachterijen werken helpt om alternatief werk te vinden. Helena deed erg veel aan liefdadigheid, ook veel samen met haar schoonzus Beatrice van Saksen-Coburg en Gotha tijdens de tweede wereldoorlog.

na de dood van haar echtgenoot bleef Helena samen met haar kinderen, Alice en Charles Edward, wonen op Claremont House. In 1900 na de dood van haar zwager Alfred die erfgenaam was van Saksen-Coburg en Gotha werd haar zestienjarige zoon Karel Eduard de nieuwe erfgenaam van dit Duitse hertogdom. Hij moest daarom zijn moeder en zuster verlaten om daar te gaan wonen. Helena’s dochter Alice Maria Victoria bleef wel in Engeland wonen. Ze trouwde met Alexander van Teck, een broer van Mary van Teck, de echtgenote van koning George V van het Verenigd Koninkrijk.

In 1901, waren er speculaties dat Helena zou trouwen met Archibald Primrose, de vijfde Graaf van Rosebery.

Prinses Helena van Waldeck-Pyrmont stierf op 1 september 1922 aan een hartaanval in Tyrol in Oostenrijk toen zij daar haar zoon bezocht.

Via haar zoon, is Helena de overgrootmoeder van de huidige koning van Zweden Carl XVI Gustaf van Zweden.
IX. Beatrice van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 14 april 1857 in Buckingham Palace, Londen. Beatrice is overleden op donderdag 26 oktober 1944 in Brantridge Park, West Sussex, 87 jaar oud.
Notitie bij Beatrice: De jeugd van Beatrice stond vooral in het teken van de vroege dood van haar vader op 14 december 1861. Doordat de oudere zusters van Beatrice in het huwelijk traden, bleef zij lang de ongetrouwde dochter aan het hof. Daardoor werd zij de vertrouweling van Koningin Victoria. Beatrice werd door haar moeder Baby genoemd. Ze werd opgevoed door de koningin met het idee om altijd bij haar moeder te blijven en niet te trouwen. Maar al snel trok Beatrice haar eigen spoor.

De koningin was zeer gekant tegen een huwelijk van de prinses en weigerde te praten over de mogelijkheid. Desondanks waren er toch veel huwelijkskandidaten voor haar, zoals Napoleon Eugène Lodewijk Bonaparte, de Prince impérial, de enige zoon van keizer Napoleon III van Frankrijk. Ook werd groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt naar voren geschoven als mogelijke kandidaat, hij was de weduwnaar van een oudere zus van Beatrice, Prinses Alice, wijlen groothertogin van Hessen en aan de Rijn. Ze voelde een grote genegenheid voor de Franse prins Napoleon, en er werd gesproken over een mogelijk huwelijk. Echter werd hij vermoord tijdens de Zoeloe-oorlog van 1879.

Prinses Beatrice werd verliefd op Prins Hendrik Maurits van Battenberg, een zoon van prins Alexander van Hessen-Darmstadt en Julia van Hauke, een gewoon burger meisje. Beatrice en Hendrik Maurits hebben een jaar geprobeerd om Victoria te overtuigen, en uiteindelijk stemde de koningin in met een huwelijk. Het vond plaats op 23 juli 1885 te Whippingham op het Isle of Wight. Ze mochten trouwen van de koningin maar het pas getrouwde paar moest wel in het Verenigd Koninkrijk blijven en intrekken bij de koningin. Ook moest Beatrice haar taken als onofficiële secretaresse voortzetten. Na tien jaar huwelijk stierf prins Hendrik Maurits aan malaria tijdens een oorlog om het voormalige koninkrijk Ashanti. Beatrice bleef aan de zijde van de koningin tot aan haar dood op 22 januari 1901. Daarna besteedde Beatrice zich de volgende dertig jaar met het bewerken van Victoria’s dagboeken. Ze bleef in het publiek optreden na haar moeders dood en stierf op de leeftijd van zevenentachtig jaar op 26 oktober 1944, ze overleefde al haar broers en zussen en een aantal van haar kinderen, neefjes en nichtjes.
Beatrice trouwde, 28 jaar oud, op donderdag 23 juli 1885 in te Whippingham op het Isle of Wight met Hendrik Maurits van Battenberg, 26 jaar oud. Hendrik is geboren op dinsdag 5 oktober 1858. Hendrik is overleden op maandag 20 januari 1896, 37 jaar oud.
104 George V ( Frederik Alexander Karel Ernst August) van Hannover, geboren op donderdag 27 mei 1819 in Berlijn. George is overleden op woensdag 12 juni 1878 in Parijs, 59 jaar oud.
Notitie bij George: Hij werd geboren als zoon van Ernst August, hertog van Cumberland (de latere koning van Hannover Ernst August I), en Frederika, dochter van Karel II van Mecklenburg-Strelitz. Hij bracht als Prins George van Cumberland zijn kindertijd door in Berlijn en Londen. Door een ziekte verloor hij het zicht in één oog en bij een ongeluk in 1833 het andere, zodat hij op 13-jarige leeftijd volledig blind was. Deze kwaal trachtte hij in het openbaar verborgen te houden.

Zijn oom Willem IV, koning van het Verenigd Koninkrijk en Hannover, benoemde hem op 15 augustus 1835 tot ridder in de Orde van de Kousenband. Na Willems dood kwam er vanwege de in Hannover geldende Salische wet een einde aan de personele unie tussen Hannover en het Verenigd Koninkrijk. In Engeland besteeg Willems nicht Victoria (een volle nicht van George) de troon, in Hannover echter Ernst August.

Als wettig afstammeling in de mannelijk lijn van George III bleef George lid van de Britse koninklijke familie en was hij tweede in de lijn van troonopvolging tot de geboorte van Victoria’s eerste kind Victoria in 1840.

Ernst August bepaalde in 1842 dat de kroonprins slechts aktes kon ondertekenen in bijzijn van twee ministers en twee van de twaalf tot dit doel door de koning benoemde personen, die onder ede verplicht waren door ondertekening te getuigen dat het document aan George was voorgelezen en dat deze het eigenhandig had ondertekend. Op deze wijze regeerde George reeds in 1843 tijdens een langdurig oponthoud van Ernst August in Engeland.

Ondanks zijn blindheid besteeg George na de dood van zijn vader in 1851 de troon van Hannover. Onder invloed van zijn vader en zijn oom van moederskant Karel Frederik van Mecklenburg-Strelitz, een van de invloedrijkste figuren aan het Pruisische hof, hield hij er feodale en autocratische ideeën op na. Gesteund door zijn gunsteling en minister Wilhelm von Borries week hij al snel van de liberale richting af. Hij hief in 1855 de liberale constitutie die zijn vader in het revolutiejaar 1848 had moeten aanvaarden weer op. Verdere reactionaire maatregelen hadden tot doel het voortbestaan van het Welfenrijk "bis zum Ende aller Dinge" te verzekeren. Vanwege zijn reactionaire beleid was hij gedurende zijn vijfentwintigjarige heerschappij voortdurend in conflict met de landdag.

Anders dan bij zijn vader lagen George’ buitenlandse sympathieën bij Oostenrijk en niet bij Pruisen, van welk land hij mede door diens inmenging in de succesiekwestie in Brunswijk en de Sleeswijk-Holsteinse kwestie een diepe afkeer had. Zijn anti-Pruisische gezindheid werd versterkt nadat dit land hem tot een verbond tegen Oostenrijk had willen dwingen. Hij beschouwde dit als een poging tot inbreuk op zijn angstvallig beschermde soevereiniteit.

Tegen het besluit van de landdag in weigerde hij dan ook met de Pruisische aansporing in de dreigende Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866) neutraal te blijven akkoord te gaan, maar verbond zich met Oostenrijk. Na de Oostenrijkse nederlaag in de Slag bij Langensalza werd Hannover door Pruisen bezet en op 20 september 1866 formeel geannexeerd. George vluchtte naar Wenen, korte tijd later gevolgd door zijn gezin.

De nu in ballingschap levende koning weigerde zijn aanspraak op Hannover op te geven en de annexatie te erkennen. Hij zocht vergeefs steun bij verschillende Europese grootmachten. Te Parijs gaf hij het tijdschrift Situation uit dat dagelijks tegen de nieuwe orde in Duitsland fulmineerde en de Franse haat tegen Duitsland oppookte. Toen in 1867 in verband met de Luxemburgse kwestie een Frans-Duitse oorlog dreigde, bracht hij met de schrijver Oskar Meding in Frankrijk een legioen Hannoveraanse vluchtelingen bijeen (het Welfenlegioen) om eventueel zijn rijk te heroveren. Dit leidde ertoe dat Pruisen een reeds toegezegde schadeloosstelling niet uitkeerde en zijn privé-vermogen in beslag nam (Welfenfonds).

George bracht de rest van zijn leven overwegend in Parijs door, alwaar hij op 12 juni 1878, zwaar ziek maar nog altijd onverzoenlijk, stierf. Zijn stoffelijk overschot werd naar Engeland getransporteerd en in de St. George’s Chapel in Windsor Castle bijgezet. Zijn zoon Ernst August nam zijn aanspraak op Hannover over.
Titel:
2e hertog van Cumberland en Teviotdale, was van 1851 tot 1866 de laatste koning van Hannover.
Hij trouwde, 23 jaar oud, op zaterdag 18 februari 1843 in Hannover met de 24-jarige
105 Marie (Alexandrine Marie Catharina Charlotte Therese Henriëtte Louise Pauline Elisabeth Frederika ) van Saksen-Altenburg, geboren op dinsdag 14 april 1818 in Hildburghausen. Marie is overleden op woensdag 9 januari 1907 in Gmunden, 88 jaar oud.
Notitie bij Marie: Het Duitse Schloss Marienburg is naar haar vernoemd; het werd haar door George V als zomerresidentie geschonken voor haar verjaardag. Marie heeft het kasteel slechts een jaar lang kunnen gebruiken: in 1867 volgde ze haar echtgenoot, die van de troon was gestoten, in ballingschap.

Marie was een dame in de Spaanse Maria-Luisa-Orde.
Titel:
Prinses van Saksen-Altenburg
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ernst August II van Hannover, geboren op zondag 21 september 1845 in Hannover (zie 52).
II. Frederika van Hannover, geboren op zondag 9 januari 1848 in Hannover. Frederika is overleden op dinsdag 19 oktober 1926 in Biarritz, 78 jaar oud.
Notitie bij Frederika: In 1866, even voor het Koninkrijk Hannover werd geannexeerd door Pruisen, onderhandelde de Pruisische minister-president Otto von Bismarck met Frederika’s vader, over een mogelijk huwelijk van diens oudste dochter met de Pruisische prins Albert, maar tot een huwelijk kwam het niet. Niet veel later koos Hannover zelfs de zijde van Oostenrijk, tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog van 1866. Ten gevolge van die oorlog verloor Frederika’s vader zijn troon en het gezin vestigde zich in het Oostenrijkse Gmunden, waar het Het Slot Cumberland liet bouwen.

Frederika had korte tijd een intensieve omgang met prins Leopold, hertog van Albany, een zoon van koningin Victoria, maar tot een huwelijk kwam het niet. Wel bleven de twee hun leven lang bevriend. Ook de Nederlandse prins Alexander was even in beeld als huwelijkskandidaat, maar ook hier kwam een huwelijk niet tot stand. Frederika was namelijk onderwijl verliefd geworden op Baron Alfons van Pawel-Rammingen, een hoge regeringsfunctionaris in het hertogdom van Saksen-Coburg en Gotha. Alfons werd daarop genaturaliseerd tot Brits staatsburger en hun huwelijk werd op 24 april 1880 voltrokken in Windsor Castle.

Na hun huwelijk vestigde het paar zich in Hampton Court Palace. In 1881 kreeg het paar een dochtertje, Victoria, dat evenwel kort na haar geboorte overleed. Frederika stortte zich vervolgens volledig in de liefdadigheid. Zij, dochter van een blinde vader, werd beschermvrouwe van tal van goede doelen die werden opgezet voor blinden. Ook bemoeide ze zich actief met de armenzorg.

In 1898 verlieten Frederika en haar man Hampton Court om zich - althans voor een groot deel van het jaar - te vestigen in Biarritz. Daar overleed ze in 1926. Ze werd bijgezet in de koninklijke crypte in Sint George’s Chapel bij Windsor Castle. Een jaar na haar overlijden werd een raam in de Anglicaanse Kerk van Biarritz aan haar gewijd.
Titel:
prinses van Groot-Brittannië en Ierland.
Frederika trouwde, 32 jaar oud, op zaterdag 24 april 1880 in Windsor Castle. met Alfons van Pawel-Rammingen, 36 jaar oud. Alfons is geboren op donderdag 27 juli 1843. Alfons is overleden op zondag 20 november 1932, 89 jaar oud.
Notitie bij Alfons: Hij was een Saksische edelman. Hij was de zoon van een hoge regeringsfunctionaris van het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha. In die hoedanigheid leerde hij in de tweede helft van de jaren zeventig prinses Frederika van Hannover kennen, de dochter van George V van Hannover en Marie van Saksen-Altenburg. Deze was al in beeld geweest als toekomstige bruid van prins Leopold, hertog van Albany, de jongste zoon van de Britse koningin Victoria en van de Nederlandse prins Alexander, maar Frederika werd uiteindelijk verliefd op Alfons. De liefde was wederzijds en het paar trouwde in 1880 in Windsor Castle. Alfons was inmiddels Brits staatsburger geworden en was als Baron of Pawel-Rammingen opgenomen in de Britse adelstand. Na hun huwelijk vestigde het paar zich in Hampton Court Palace. In 1881 kreeg het paar een dochtertje, Victoria, dat evenwel kort na haar geboorte overleed. Frederika en Adolf waren graag geziene gasten aan het Engelse hof en waren echte society-figuren. Het paar vestigde zich in 1898 in Biarritz, waar zij in 1926 en hij - zes jaar later - op 89 jarige leeftijd overleed.
III. Marie Ernestina Josefine Adolfine Henrietta Theresa Elisabeth Alexandrina van Hannover, geboren op zondag 2 december 1849 in Hannover. Marie is overleden op zaterdag 4 juni 1904 in Gmunden, 54 jaar oud (oorzaak: Marie overleed tijdens de operatie van een blindedarmontsteking).
Notitie bij Marie: Nadat het koninkrijk van haar vader in 1866 door Pruisen was geannexeerd, bleef zij met haar moeder nog een jaar in Hannover wonen, alvorens de gehele familie zich vestigde in het Oostenrijkse Gmunden. Na de dood van haar vader, bleef ze met haar moeder wonen op het Slot Cumberland, dat haar vader in Gmunden had laten bouwen. Zij bleef ongetrouwd, hoewel ze - tot twee keer toe - ten huwelijk gevraagd was door de Britse prins Arthur, een zoon van koningin Victoria.

Zij werd begraven in de crypte van Slot Cumberland, naast haar moeder, die haar drie jaar zou overleven.
Titel:
prinses van Groot-Brittannië en Ierland.
106 Christiaan IX van Denemarken (dezelfde als 96).
Hij trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1842 met de 24 of 25-jarige
107 Louise van Hessen-Kassel (dezelfde als 97).
108 Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (dezelfde als 50 in generatie 6).
Hij trouwde met
109 Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (dezelfde als 51 in generatie 6).
112 Christiaan IX van Denemarken (dezelfde als 96).
Hij trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1842 met de 24 of 25-jarige
113 Louise van Hessen-Kassel (dezelfde als 97).
114 Karel XV Van Zweden, geboren op woensdag 3 mei 1826 in Stockholm. Karel is overleden op maandag 19 augustus 1872 in Malmö, 46 jaar oud.
Notitie bij Karel: Karel was een tamelijk brute koning die desalniettemin tot een van de populairste van Zweden zou uitgroeien. Hij was een warm pleitbezorger van het scandinavisme, dat uitging van politieke solidariteit tussen de drie Scandinavische koninkrijken. Hij was bevriend met de Deense koning Frederik VII, aan wie hij dan ook steun aanbood toen in 1864 een Deens-Duitse oorlog onafwendbaar leek. Dat die steun uiteindelijk uitbleef, kwam door de gebrekkige voorbereiding van het Zweedse leger. Tijdens de regering van Karel werden tal van wetten gemoderniseerd. Hij stierf op 19 augustus 1872 en werd opgevolgd door zijn broer Oscar II.

Karl had verschillende verhoudingen tijdens zijn huwelijk. Als eerste kreeg hij een relatie met de hofdame van Louise, Josephine Sparre (1852-1860), zij was erg voorkomend en helemaal niet verlegen in tegenstelling tot Louise. Louise was echter erg tolerant en liet Karl zijn gang gaan. Zij zag toe hoe Josephine haar man overal volgde in de openbaarheid. Ook had Karl relaties met Hanna Styrell (1869-1872) en met Wilhelmine Schröder, voor wie hij zelfs een woning kocht.
Heerlijkheid:
was tussen 1859 en 1872 als Karel XV koning van Zweden en als Karel IV koning van Noorwegen.
Hij trouwde, 24 jaar oud, op woensdag 19 juni 1850 in Storkyrkan in Stockholm met de 21-jarige
115 Louise der Nederlanden, geboren op dinsdag 5 augustus 1828 in Den Haag. Louise is overleden op donderdag 30 maart 1871 in Stockholm, 42 jaar oud.
Notitie bij Louise: Prinses Louise groeide op in Den Haag en later op Landgoed de Paauw behorende bij Huize De Paauw te Wassenaar. Als oudste dochter maakte zij bewust mee dat haar broertjes Willem en Frederik op jonge leeftijd overleden, respectievelijk in 1834 en 1846. Alleen haar zuster Prinses Marie, die dertien jaar jonger was, overleefde haar.

Kroonprins Karl van Zweden ontmoette prinses Louise tijdens een bezoek aan Nederland in augustus 1849. De verloving volgde in februari 1850. Op 19 juni 1850 trouwde Louise in de Storkyrkan in Stockholm met de Zweedse kroonprins Karel. In Zweden werd zij Lovisa genoemd. Prinses Louise en haar echtgenoot Karl waren erg verschillend en daardoor werd hun verbintenis nooit bijzonder gelukkig.

Door complicaties tijdens de laatste bevalling kon Louise geen kinderen meer krijgen. Hun enige zoon overleed in 1854 aan een longontsteking waardoor Louise en Karl geen mannelijke troonopvolger nalieten en de opvolging overging op Karls broer Oscar II. In 1859 werd Louise tot koningin van Zweden gekroond en in 1860 tot koningin van Noorwegen.

Koningin Louise was een erg teruggetrokken persoon. Zij werd omschreven als verlegen en was daardoor niet erg sociaal. Daardoor was zij niet in alle kringen bijzonder populair. Haar "huiselijkheid" werd niet op prijs gesteld. Zelden mengde zij zich in politieke aangelegenheden. Dat werd echter wel gezien als positief en als een goed voorbeeld van hoe een vrouw zich hoorde te gedragen.

De koningin was erg geïnteresseerd in muziek en geschiedenis. Als hobby kleurde zij bijbeltekeningen in. Zij wilde graag een rustig en alledaags leven leiden zonder politieke beslommeringen. Zij gaf niet om officiële verplichtingen maar wilde zorgen voor haar gezin. Wel deed zij veel aan liefdadigheid, zoals in die tijd min of meer verwacht werd van een vrouwelijk lid van het Zweedse koningshuis. Zij was onder andere beschermvrouwe van het Kroonprinses-Louise-Verpleegtehuis voor zieke kinderen (Kronprinsessan Lovisas vårdanstalt för sjuka barn).

Prinses Louise nam Zwedens eerste vrouwelijke tandarts aan, Rosalie Fougelberg: zij werd haar persoonlijke hoftandarts.

Uit een stuk geschreven door haar kamerheer Fritz von Dardel (1857) blijkt dat zij een liefhebbende en begaafde vrouw was. Zij was eerlijk en plichtgetrouw maar miste in haar huwelijk een hoger niveau. Ook omschrijft hij haar als een goede huismoeder die bijna altijd uitsluitend aan haar man dacht en door haar goede karakter een goede invloed op hem had. Door haar grote verlegenheid durfde zij zich niet te mengen in wat hij deed. Zij probeerde alleen zijn liefde te winnen.

Louise’s echtgenoot Karl had verschillende verhoudingen tijdens hun huwelijk. Als eerste kreeg hij een relatie met de hofdame van Louise, Josephine Sparre (1852-1860), zij was erg voorkomend en helemaal niet verlegen in tegenstelling tot Louise. Louise was echter erg tolerant en liet Karl zijn gang gaan. Zij zag toe hoe Josephine haar man overal volgde in de openbaarheid. Ook had Karl relaties met Hanna Styrell (1869-1872) en met Wilhelmine Schröder, voor wie hij een woning kocht.

Koningin Louise leed aan aanvallen die mogelijk epileptisch waren: Louise viel regelmatig plotseling flauw, waarbij ze zenuw- of krampaanvallen had. Zij stierf aan de gevolgen van een longontsteking die ze op de terugweg van Nederland naar Zweden had opgelopen nadat zij in Nederland de begrafenis van haar moeder had bijgewoond. Haar vader, prins Frederik, overleefde haar nog tien jaar.
Heerlijkheid:
Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Louise Van Zweden, geboren op vrijdag 31 oktober 1851 in Stockholm slot (zie 57).
II. Karel Oscar Van Zweden, geboren op dinsdag 14 december 1852 in Stockholm. Karel is overleden op maandag 13 maart 1854 in Stockholm, 1 jaar oud.
Notitie bij Karel: Hij was de enige zoon van kroonprins Karel en Louise van Oranje-Nassau, een kleindochter van de Nederlandse koning Willem I. Hij was tweede in de lijn van troonopvolging. De eerste was zijn één jaar oudere zuster Louise; die werd echter koningin van Denemarken.

De prins leed in 1854 aan een aanval van mazelen. Door artsen werd aanbevolen de jongen koud-waterbaden te geven. Hierna liep de jonge prins een longontsteking op, waaraan hij niet veel later bezweek. Zijn lichaam werd bijgezet in de koninklijke crypte in de Riddarholmskyrkan.

Het koningschap ging over op Oscar II, een jongere broer van Karl XV.
116 Frederik Frans II van Mecklenburg-Schwerin, geboren op vrijdag 28 februari 1823 in Ludwigslust. Frederik is overleden op zondag 15 april 1883 in Schwerin, 60 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Frederik: Prinses Marie overleed in 1922 in Den Haag. Zij bevond zich namelijk in Den Haag om haar jongste kind prins Hendrik te feliciteren met zijn 46ste verjaardag. De koninklijke lijkkoets bracht het stoffelijk overschot van Paleis Noordeinde naar het station. De kist ging vervolgens per trein naar Duitsland waar de prinses begraven werd.
Notitie bij Frederik: Hij was de vader van prins Hendrik der Nederlanden, de man van koningin Wilhelmina, en dus de grootvader van koningin Juliana.

Hij groeide op aan het hof van zijn overgrootvader Frederik Frans I. Na de troonsbestijging van zijn vader in 1837 kreeg hij te Dresden een opleiding aan het instituut van Karl Justus Blochmann. Vervolgens studeerde hij te Bonn en maakte hij verschillende reizen naar Nederland en Italië. Toen hij vernam dat zijn vader op sterven lag, haastte hij zich van Bonn naar Mecklenburg, waar hij Paul Frederik nog levend aantrof. Na diens dood op 7 maart 1842 kwam Frederik Frans, op 19-jarige leeftijd en slecht voorbereid, op de troon.

Het conflict in de ridderschap, dat reeds onder Paul Frederik was begonnen, brandde onder Frederik Frans’ bewind in volle hevigheid los. In de Maartrevolutie van 1848 stond hij onder druk van de publieke opinie liberale hervormingen toe. Hij riep de landdag bijeen die vergaderde van 26 april tot 17 mei en hem een ontwerp-grondwet voorlegde die voorzag in een Kamer van Afgevaardigden. Na Frederik Frans’ gedwongen aanvaarden hiervan trad de nieuwe grondwet op 10 oktober 1849 in werking. De door Pruisen gesteunde ridderschap en groothertog George van Mecklenburg-Strelitz verzette zich hier echter sterk tegen. Onder grote druk werd de grondwet op 12 november 1850 terzijde geschoven met de argumentatie dat deze "geen bestaansrecht" had.

De bevoordeling van de kerkelijke partij door de groothertog en zijn eerste echtgenote Augusta van Reuss-Schleiz-Köstritz wekte eveneens wijd en zijd ongenoegen. Na haar dood in 1862 hertrouwde hij met Anna van Hessen-Darmstadt (1864), kleindochter van Lodewijk II van Hessen-Darmstadt, die echter reeds twee jaar later stierf. Tenslotte huwde hij in 1868 Marie van Schwarzburg-Rudolstadt. Hij besteedde veel aandacht aan de bouw en restauratie van kerken en scholen, alsmede aan liefdadigheid.

Hij nam als Pruisisch generaal deel aan de Duits-Deense Oorlog van 1864 en rukte in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 Beieren binnen. In datzelfde jaar trad hij toe tot de Noord-Duitse Bond. In de Frans-Duitse Oorlog van 1870/1871 verdedigde hij aanvankelijk de Duitse kust, maar hij nam in augustus deel aan de belegering van Metz. Vanuit Reims leidde hij de belegering van Toul en Soissons. Het gelukte hem ondanks zware moeilijkheden het Franse Loireleger te neutraliseren en hij nam in 1871 als commandant deel aan de Slag bij Le Mans. Hierop bezette hij Alençon en Rouen en keerde terug naar Versailles. Hij trad in 1871 toe tot het nieuwe Duitse Keizerrijk en werd voor zijn prestaties door Wilhelm I beloond met de rang van veldmaarschalk.

Hij stierf op 15 april 1883 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Frederik Frans III.
Titel:
van 1842 tot 1883 groothertog van Mecklenburg-Schwerin
Frederik trouwde (2), 41 jaar oud, op donderdag 12 mei 1864 met Anna van Hessen-Darmstadt (1843-1865), 20 jaar oud. Frederik trouwde (3), 44 of 45 jaar oud, in 1868 met Marie van Schwarzburg-Rudolstadt (1850-1922), 17 of 18 jaar oud.
Hij trouwde (1), 26 jaar oud, op zaterdag 3 november 1849 met de 26 of 27-jarige
117 Auguste van Reuß-Schleitz-Köstritz, geboren in 1822. Auguste is overleden in 1862, 39 of 40 jaar oud.
Notitie bij Auguste: Het vroege overlijden van Auguste riep vragen op, het hof sprak van "een hartklepontsteking"(Duits: "eine mit einem Bronchialleiden verbundene Herzkrankheit"). Een biograaf sprak terughoudend van een "katharralischer Fieber" en een derde ontkende pertinent dat de in die tijd wijd verbreide tuberculose de groothertogin te grave had gedragen.Tuberculose was indertijd een taboe in vorstelijke kringen en zou de huwelijkskansen van haar kinderen hebben verminderd. Ook de oudste zoon van Auguste, de latere groothertog Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin had zeer zwakke longen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin, geboren op woensdag 19 maart 1851 in Ludwigslust (zie 58).
II. Paul Frederik van Mecklenburg-Schwerin, geboren op maandag 19 september 1853 in Ludwigslust. Paul is overleden op donderdag 17 mei 1923, 69 jaar oud.
Notitie bij Paul: Het paar vestigde zich in Venetië, waar het een rustig en teruggetrokken zij het tamelijk luxueus leven leidde. Ze kregen vijf kinderen die een katholieke opvoeding kregen. In 1887 bekeerde ook Paul Frederik zelf zich tot het katholicisme. Zij raakten bevriend met Giuseppe Melchior Sarto, patriarch van Venetië, de latere paus Pius X.

In 1906 werden zij, wegens hun hoog oplopende uitgaven, door hun neefje Frederik Frans IV onder curatele van de boekhouder van het Huis Mecklenburg-Schwerin gesteld.
Titel:
hertog van Mecklenburg-Schwerin.
Paul trouwde, 27 jaar oud, op donderdag 5 mei 1881 met Marie van Windisch-Graetz. Marie is overleden.
III. Marie Alexandrine Elisabeth Eleonore (na haar huwelijk Maria Paulovna ) van Mecklenburg-Schwerin, geboren op zondag 14 mei 1854 in Ludwigslust. Marie is overleden op maandag 6 september 1920 in Contrexeville, 66 jaar oud.
Notitie bij Marie: Maria Paulowna stond aan het hoofd van de Russische society. Alle bekende artiesten van die tijd kwamen regelmatig op het paleis van de President van de Academie van Schone Kunsten, een functie die Maria na de dood van haar echtgenoot had overgenomen. Ze oefende via haar briefcorrespondentie invloed uit op verschillende staatsmannen en auteurs in Europa en de Verenigde Standpunten. Ze organiseerde rond Kersttijd veel liefdadigheidsbazaars, die het evenement van het seizoen waren. De gehele adel van Sint-Petersburg verzamelde zich rondom Maria in de hoop een goede positie in de society te bemachtigen. Zolang ze genoeg geld schonken aan haar liefdadigheidsinstellingen, nodigde Maria hen uit op de verschillende recepties en feesten op haar paleis.

Tsarina Alexandra Fjodorovna was ontzettend jaloers op de positie van Maria Paulowna in de society van Sint-Petersburg; haar hof werd totaal overschaduwd door dat van haar tante. Toen de tsarina net gekroond was, had Maria Alexandra aangeboden haar de weg te wijzen in de Russische society. De tsarina was hier niet op ingegaan en Maria had zich afgewezen gevoeld. Sindsdien is de verhouding tussen het Keizerlijk hof en de hofhouding rond Grootvorst Vladimir gespannen gebleven. De Tsarina trok zich steeds verder terug uit de society, terwijl Maria haar hof liet schitteren. De problemen die haar kinderen veroorzaakten door voorgenomen ongewenste huwelijken verergerden de situatie alleen maar.

De relatie tussen Maria, haar echtgenoot en het tsaristische paar was dus niet bepaald vriendschappelijk. Maria stond op vijandige voet met de tsarina en Vladimir had een conflict met de tsaar.

Later in haar leven bekeerde ze zich tot de Russisch-orthodoxe Kerk.
Titel:
grootvorstin van Rusland
Marie trouwde, 20 jaar oud, op vrijdag 28 augustus 1874 met Vladimir Aleksandrovitsj van Rusland, 26 of 27 jaar oud. Vladimir is geboren in 1847, zoon van Alexander II Nikolajevitsj van Rusland (zie 197,I) en Maria Aleksandrovna (Maximiliane Wilhelmina Augusta Sophie Marie) van Hessen-Darmstadt. Vladimir is overleden in 1909, 61 of 62 jaar oud.
IV. Nicolaas Alexander Frederik Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, geboren in 1855. Nicolaas is overleden in 1856, 0 of 1 jaar oud.
V. Johan Albrecht van Mecklenburg-Schwerin, geboren op dinsdag 8 december 1857 in Slot Wiligrad bij Schwerin. Johan is overleden op maandag 16 februari 1920, 62 jaar oud.
Notitie bij Johan: Hij was een Duits koloniaal politicus, regent van Mecklenburg-Schwerin en regent van Brunswijk.

Hij studeerde in Dresden en Bonn en nam daarna dienst bij de huzaren in het leger van Pruisen. Op 11 april 1894 werd hij namens zijn broer Frederik Frans III regent van het groothertogdom Mecklenburg-Schwerin. Deze functie vervulde hij tot 9 april 1901, sinds 1897 namens zijn broers minderjarige opvolger Frederik Frans IV. Hij werd op 28 mei 1907 als opvolger van de in 1906 gestorven Albert van Pruisen tot regent van het hertogdom Brunswijk verkozen, een staat waarvan de hertog om politieke redenen de troon niet mocht bestijgen. Dit ambt bekleedde hij tot november 1913, toen hertog Ernst August na moeizame onderhandelingen uiteindelijk zijn functie kon aanvaarden.

Hij werd, toen hij op het punt stond een reis naar Ceylon en Duits Oost-Afrika te beginnen, op 15 januari 1895 door de bestuursvergadering unaniem tot president van de Deutsche Kolonialgesellschaft verkozen. Van voornoemde reis teruggekeerd leidde hij op 5 juni en 6 juni 1895 de eerste bijeenkomst te Kassel. Tot zijn dood zou hij alle bijeenkomsten van de maatschappij persoonlijk voorzitten. Hij gold door zijn studies en reiservaring als een geschikt man voor dit ambt, dat hij met groot engagement bekleedde. Zijn aandacht had in de eerste plaats het bevorderen van de economie in de Duitse koloniën, maar ook op andere gebieden werd zijn bestuur capabel geacht. Hij was ook lid van de Koloniale Raad (tot de opheffing daarvan in 1908) en van het Institut Colonial International, waarvan hij meermaals vergaderingen voorzat. In 1914 werd hij à la suite bij het koloniale leger van Duits Oost-Afrika ingedeeld. Hij stierf op 16 februari 1920.
Johan trouwde, 28 jaar oud, op zaterdag 6 november 1886 met Elisabeth van Saksen-Weimar-Eisenach, 32 jaar oud. Elisabeth is geboren op dinsdag 28 februari 1854 in Weimar. Elisabeth is overleden op vrijdag 10 juli 1908 in Wiligrad, 54 jaar oud.
Notitie bij Elisabeth: Eind jaren 1870 had koning Willem III der Nederlanden, haar oom, haar een huwelijksaanzoek gedaan. Hij trouwde later met Emma van Waldeck-Pyrmont.

Zij trouwde in 1886 te Weimar met hertog Johan Albrecht van Mecklenburg, zoon van Frederik Frans II van Mecklenburg-Schwerin. Johan was een halfbroer van prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, die later zou trouwen met koningin Wilhelmina van Nederland. Wilhelmina was de nicht van deze Elisabeth.

Het huwelijk tussen Johan en Elisabeth bleef kinderloos.

Doordat de dynastie in Nederland aan een zijden draadje hing en de nazaten van prinses Sophie der Nederlanden, haar moeder, de Nederlandse troon wel eens zouden kunnen bestijgen sprak haar vader, evenals zijzelf, haar zus en haar broer vloeiend Nederlands.
VI. Alexander Theodoor George Frederik van Mecklenburg-Schwerin, geboren in 1859. Alexander is overleden.
118 Michaël Nikolajevitsj van Rusland, geboren op donderdag 25 oktober 1832 in Sint-Petersburg, Rusland. Michaël is overleden op zaterdag 18 december 1909 in Cannes, Frankrijk, 77 jaar oud.
Notitie bij Michaël: Michaël overleefde alle andere van zijn generatie, die in de negentiende eeuw stierven, en als oudste lid van de keizerlijke familie was hij de patriarch van de Romanovs. Hij speelde geen enkele rol in de politiek en hij gaf er de voorkeur aan zich terug te trekken in zijn villa “Wenden” in Cannes en niet in de paleizen die hij bezat in Sint-Petersburg. Als hoofd van de familie werd hij vereerd door zijn verwanten; geen van hen durfde ooit op te treden tegen de autoriteit van de oude man. Door tactvolle tussenkomst in vele conflicten wist hij de familie bij elkaar te houden. Zijn dood op 18 december 1909 te Cannes was dan ook een groot verlies voor de familie die toen uit elkaar viel.
Titel:
grootvorst van Rusland (Michaël Nikolajevitsj was onderkoning van het Russische gedeelte van de Kaukasus, waar hij het grootste gedeelte van zijn leven verbleef, en hij zat in het leger. Tijdens de Russisch-Turkse Oorlog in 1877 was hij opperbevelhebber van de Russische troepen. Hij werd gepromoveerd tot veldmaarschalk van de artillerie en kreeg een militaire onderscheiding. Tot zijn dood bekleedde hij de belangrijke functie van President van de Keizerlijke Raad.)
Hij trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 28 augustus 1857 in Sint-Petersburg met de 17-jarige Cecilia Olga Van Baden.
Notitie bij het huwelijk van Michaël en Cecilia: Na haar huwelijk kreeg ze de naam “Olga Fjodorovna Romanov” en de titel “Grootvorstin van Rusland”.
119 Cecilia Olga Van Baden, geboren op woensdag 2 oktober 1839 in Karlsruhe. Cecilia is overleden op zondag 12 april 1891 in Charkov, 51 jaar oud.
Titel:
Prinses van Baden, Grootvorstin van Rusland
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Nicolaas Michajlovitsj van Rusland, geboren op dinsdag 26 april 1859 in Tsarskoje Selo. Nicolaas is overleden op donderdag 30 januari 1919 in Sint-Petersburg, 59 jaar oud.
Notitie bij Nicolaas: Nicolaas bracht zijn jeugd door in Tbilisi, Georgië, omdat zijn vader onderkoning van het Russische gedeelte van de Kaukasus was. Nadat hij in Tbilisi naar school was gegaan, stond hij in 1877 aan het hoofd van de Kaukasische Boogschutters, waarmee hij in de Russisch-Turkse Oorlog vocht. Toen zijn vader de functie van President van de Keizerlijke Raad kreeg, keerde het gezin terug naar Sint-Petersburg. De grootvorst werd toen aangesteld bij een regiment van wachten te paard.

Nicolaas hield ervan om naar school te gaan en smeekte zijn vader hem naar een universiteit te sturen. Grootvorst Michael Nikolajevitsj ging hier echter niet op in. Om zijn vader een plezier te doen, trad Nicolaas toe tot een militaire academie, waar hij uitblonk in zijn studies. Het militaire leven was echter niets voor Nicolaas en hij hield er meer van om vlinders te bestuderen of historisch onderzoek te plegen. Tijdens zijn jeugd was hij vaak bezig met plantkunde en had hij een eerbiedwaardige verzameling zeldzame vlinders opgebouwd. Hij had zijn verzameling aan de Academie van Wetenschappen gegeven en publiceerde in dezelfde tijd een tiendelig boek getiteld “Lezing over de Lepidoptera”. Al snel kwam hij erachter dat hij toch meer geïnteresseerd was in historisch onderzoek en in 1890 publiceerde hij zijn eerste boek, dat ging over een Russische adellijke familie.

In 1905 verliet hij het leger, waarna hij zich volledig op zijn onderzoek kon richten. Tsaar Nicolaas II gaf hem voor zijn onderzoek onbeperkt toegang tot de koninklijke archieven en de koninklijke bibliotheek. Hij publiceerde al snel veel Russisch- en Franstalige boeken over de regering van tsaar Alexander I. Door dit werk verkreeg hij internationaal respect als historicus. Hij werd erelid van verschillende academies, waaronder ook buitenlandse.

Nicolaas Michajlovitsj werd wanhopig verliefd op prinses Victoria van Baden. Zij was de dochter van groothertog Frederik I van Baden, de broer van Nicolaas’ moeder. Van een huwelijk is echter nooit sprake geweest, omdat de Russisch-orthodoxe Kerk huwelijken tussen neven en nichten verbood. Nicolaas hield erg veel van kinderen en ondanks dat hij nooit getrouwd is, werd gezegd dat hij verschillende bastaardkinderen had.

Nicolaas dreef zijn familie vaak tot wanhoop met ongepast gedrag. Hij hield bijvoorbeeld erg van gokken en bracht dan ook veel tijd door in Monte Carlo (hierdoor was hij de enige die aan het sterfbed van zijn vader in Cannes zat). Toch werd hij door hen liefkozend “oom Bimbo” genoemd en hadden ze een zwak voor zijn kinderlijke humor.

Nicolaas kwam graag voor zijn mening uit en een mening had hij overal wel over. Omdat hij deel uitmaakte van de hogere klassen, wist hij een aantal hooggeplaatste mensen met zijn kritiek te beïnvloeden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de grootvorst openlijk kritiek op de Russische regering en het beleid van zijn neef Nicolaas Nikolajevitsj, die opperbevelhebber van het Russische leger was. Tsaar Nicolaas II verloor uiteindelijk zijn geduld en stuurde zijn oom Petrograd uit. Een paar maanden later, kort na het aftreden van de tsaar, keerde grootvorst Nicolaas terug. De bolsjewieken verbanden hem samen met zijn broer George Michajlovitsj en grootvorst Dimitri Konstantinovitsj naar de stad Vologda. Later werden ze terug naar Sint-Petersburg gebracht, waar ze op de St. Petrus en Paulusvesting om het leven werden gebracht. Nicolaas was toen 59 jaar oud.
II. Anastasia Michajlovna van Rusland, geboren op zaterdag 28 juli 1860 in Peterhofpaleis te Sint-Petersburg (zie 59).
III. Michaël Michajlovitsj van Rusland, geboren op woensdag 16 oktober 1861 in Sint-Petersburg. Michaël is overleden op vrijdag 26 april 1929 in Londen, 67 jaar oud.
Notitie bij Michaël: In 1891 probeerde hij in Rusland een morganatisch huwelijk te sluiten met gravin Sophie van Merenberg, dochter van Nicolaas Willem van Nassau, en een kleindochter in mannelijke lijn van hertog Willem van Nassau-Weilburg en in vrouwelijk lijn van de Russische dichter Aleksandr Poesjkin. Toen dit niet mogelijk bleek, verliet Michaël zijn vaderland. Op 10 maart werd in San Remo, Italië, alsnog een morganatisch huwelijk tussen de twee gesloten. Sophie kreeg in ditzelfde jaar de titel “Gravin van Torby”. Het paar heeft nooit geprobeerd terug te keren naar Rusland.
Titel:
grootvorst van Rusland
Michaël trouwde, 29 jaar oud, op dinsdag 10 maart 1891 in San Remo, Italië met Sophie Nikolaievna van Merenberg, 22 jaar oud. Sophie is geboren op maandag 1 juni 1868. Sophie is overleden op woensdag 14 september 1927 in Londen, 59 jaar oud.
IV. Georgi Michajlovitsj van Rusland, geboren op vrijdag 23 oktober 1863 in Tbilisi. Georgi is overleden op donderdag 30 januari 1919 in Sint-Petersburg, 55 jaar oud.
Notitie bij Georgi: De bolsjewieken verbanden hem samen met zijn broer Nicolaas Michajlovitsj en grootvorst Dimitri Konstantinovitsj naar de stad Vologda. Later werden ze terug naar Sint-Petersburg gebracht, waar ze op de St. Petrus en Paulusvesting om het leven werden gebracht. Georgi was toen 55 jaar oud.

Maria wist Rusland te ontvluchten en hertrouwde. Hun dochter Xenia leefde enkele jaren met Anna Anderson, die claimde haar nicht Anastasia te zijn.
Georgi trouwde, 36 jaar oud, op zaterdag 12 mei 1900 in Korfoe met Maria Georgievna Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg van Griekenland en Denemarken, 24 jaar oud. Zie 49,V voor persoonsgegevens van Maria.
V. Alexander Michajlovitsj van Rusland, geboren op vrijdag 13 april 1866 in Tiflis, Georgië. Alexander is overleden op zondag 26 februari 1933 in Roquebrune, Frankrijk, 66 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Door zijn huwelijk was Alexander de zwager van de tsaar geworden en had hij een bevoorrechte positie aan het hof. Hij was intelligent en ambitieus, en bekleedde een korte tijd de post van Minister van de Handelsvloot, een functie die speciaal voor hem in het leven was geroepen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wijdde de grootvorst zich aan de problemen van de militaire luchtvaart, maar de successen die hij hierin behaalde, waren niet algemeen bekend aan het hof en in de politiek. Alexander bleef echter niet altijd onbekend in de politiek. Hij publiceerde namelijk een boek, waarin een vrijmoedig standpunt neerzette: hij schreef dat de tsaar enkel zijn meest naaste familieleden op de belangrijke regeringsfuncties moest zetten.

Na de Russische Revolutie gingen Alexander en Xenia uit elkaar, waarna Xenia zich in Engeland vestigde. Grootvorst Alexander stierf op 26 februari 1933 op 66-jarige leeftijd te Roquebrune, Frankrijk
Titel:
grootvorst van Rusland
Alexander trouwde, 28 jaar oud, op maandag 6 augustus 1894 in Peterhof Paleis in de buurt van Sint-Petersburg met Xenia Aleksandrovna Romanova van Rusland, 19 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Alexander en Xenia: Het huwelijk was niet gelukkig: Alexander had een Amerikaanse minnares en toen hij dit aan Xenia opbiechtte, stortte ook zij zich in een buitenechtelijke relatie.
Xenia is geboren op dinsdag 6 april 1875 in Sint-Petersburg, dochter van Alexander III van Rusland en Marie Sophie Frederikke Dagmar (na haar huwelijk Maria Fjodorovna) van Denemarken (zie 97,IV). Xenia is overleden op woensdag 20 april 1960 in Londen, 85 jaar oud.
Notitie bij Xenia: Ze had met haar broers een beschermde jeugd in het paleis te Sint-Petersburg. Haar vader gaf veel om zijn gezin en hechtte veel waarde aan zijn gezinsleven. Hij stierf op jonge leeftijd in 1894. Vlak voor de dood van haar vader, op 6 augustus 1894, trouwde Xenia te Peterhof met grootvorst Alexander Michajlovitsj van Rusland, een kleinzoon in mannelijke lijn van tsaar Nicolaas I van Rusland. Het was geen gelukkig huwelijk. Alexander had een Amerikaanse minnares en toen hij dit aan Xenia opbiechtte, stortte ook zij zich in een buitenechtelijke relatie.

Eén van Xenia’s zonen zou waarschijnlijk aan het hoofd van de Romanovs zijn geworden na de moord op tsaar Nicolaas II, ware het niet dat al Xenia’s zonen morganatisch zijn getrouwd en hier daardoor geen recht meer op hadden.

Tijdens de Russische Revolutie wist Xenia Rusland te ontvluchten aan boord van het Britse slagschip HMS Marlborough. Haar moeder en haar kinderen Fjodor, Nikita, Dimitri, Rostislav, Vassily en Irina waren ook aan boord van het schip, evenals vele andere familieleden. Na de Revolutie gingen Xenia en haar echtgenoot uit elkaar. Xenia werd afhankelijk van de Britse koninklijke familie die haar een inkomen gaf. Ook kreeg ze een huis toegewezen, eerst in Windsor Great Park en later op het landgoed van Hampton Court Palace in Londen. Xenia stierf op 20 april 1960 op 85-jarige leeftijd te Londen, Engeland.
VI. Sergej Michajlovitsj van Rusland, geboren op donderdag 7 oktober 1869 in Borjom, Georgië. Sergej is overleden op donderdag 18 juli 1918 in Alapajevsk, 48 jaar oud.
Notitie bij Sergej: Grootvorst Sergej had een carrière in het Russische leger. Hij stond bekend als een artillerieofficier die zo enthousiast was dat het leger grote tekorten had op de munitievoorraden. Hij vocht tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het front, waar hij voor het eerst niet overschaduwd werd door zijn intelligente, oudere broer, grootvorst Nicolaas Michajlovitsj.

Tijdens de Russische Revolutie werd Sergej gevangengenomen en door de bolsjewieken naar Alapajevsk, een kleine stad in de bergen van de Oeral, gezonden. Daar werd hij enkele maanden vastgehouden met een aantal familieleden: grootvorst Constantijn Konstantinovitsj, grootvorst Igor Konstantinovitsj, grootvorstin Elisabeth Fjodorovna, grootvorst Ivan Konstantinovitsj en Vladimir Palej. In de nacht van 17 op 18 juli 1918 (24 uur na de moord op Nicolaas II en zijn gezin) werden de gevangenen door de bolsjewieken vermoord. Sergej was toen 48 jaar oud. Hun lichamen werden door het Witte leger teruggevonden in een verlaten mijnschaft. Ze werden uiteindelijk herbegraven in de Kerk van de Martelaren in de buurt van Peking, China.
Titel:
grootvorst van Rusland
VII. Aleksej Michajlovitsj van Rusland, geboren op dinsdag 28 december 1875. Aleksej is overleden op zaterdag 2 maart 1895, 19 jaar oud.
Notitie bij Aleksej: Aleksej bracht zijn vroege jeugd op in Georgië waar zijn vader optrad als onderkoning van het Russische gedeelte van de Kaukasus. In 1882 werd zijn vader benoemd tot president van de Keizerlijke raad en verhuisde het gezin naar Sint-Petersburg. Als mannelijk lid van het huis Romanov was Aleksej voorbestemd voor een militaire loopbaan. Hij onderging een spartaanse opvoeding. Op zijn achttiende rondde hij een opleiding bij de marine af. Aleksej had een slechte gezondheid. Hij leed aan tuberculose en werd voor een kuur naar San Remo gestuurd. Daar overleed hij op twintigjarige leeftijd.
120 Oscar II Van Zweden, geboren op woensdag 21 januari 1829 in Stockholm. Oscar is overleden op zondag 8 december 1907 in Stockholm, 78 jaar oud.
Notitie bij Oscar: Hij was de derde zoon van koning Oscar I van Zweden en koningin Josephine van Leuchtenberg. Via zijn moeder was Oscar een afstammeling van koning Gustaaf I van Zweden. Zijn moeder was een stiefkleindochter van keizer Napoleon I van Frankrijk. De jongste zoon van Oscar II, prins Eugenius, heeft als tweede naam Napoleon.

Oscar Frederik van Bernadotte, prins van Zweden werd geboren op 21 januari 1829 in het Koninklijk Paleis te Stockholm. Kort na zijn geboorte kreeg Oscar de titel hertog van Östergötland. Hij werd geboren tijdens de regering van zijn grootvader, koning Karel XIV Johan. Zijn vader was kroonprins Oscar, de latere koning Oscar I. Hij trad toe tot de marine toen hij elf jaar oud was. Hij werd benoemd tot junior-luitenant in juli 1845. Later ging hij studeren aan de Universiteit van Uppsala; hij was vooral erg goed in wiskunde. Op 6 juni 1857 trouwde hij te Wiesbaden-Biebrich met Sophia van Nassau-Weilburg, de jongste dochter van hertog Willem van Nassau-Weilburg en diens tweede vrouw hertogin Pauline van Württemberg, een kleindochter van koning Frederik I van Württemberg. Sophia had een oudere halfbroer, Adolf, die na de dood van koning Willem III der Nederlanden, groothertog van Luxemburg werd.
Oscar had twee oudere broers: prins Karel (1826-1872), die huwde met prinses Louise der Nederlanden, en de ongehuwd gestorven Gustaaf (1827-1852). Verder had hij een jongere zuster, prinses Eugénie (1830-1889), eveneens ongehuwd; en een jongere broer, prins Augustus (1831-1873), die trouwde met prinses Theresia Amalia van Saksen-Altenburg.

Op 8 juli 1859 stierf Oscars vader koning Oscar I. Deze werd opgevolgd door diens oudste zoon onder de naam Karel XV. Karel XV was 13 jaar koning over de Verenigde Koninkrijken van Zweden en Noorwegen en stierf op 18 september 1872 zonder mannelijke nakomelingen. Aangezien Oscars andere oudere broer, prins Gustaaf, reeds was overleden in 1852 werd Oscar aangewezen als nieuwe koning. Hij en Sophia werden tot koning en koningin van Noorwegen gekroond in de Nidaros-kathedraal in Trondheim op 18 juli 1873. Toen hij koning werd nam hij de volgende lijfspreuk aan: Brödrafolkens väl / Broderfolkenes Vel ("Het welzijn van de Broeder Volkeren"). Terwijl de koning en het koninklijk hof gewoonlijk in Zweden resideerden, leerde Oscar toch vloeiend Noors spreken, en vanaf het begin realiseerde Oscar zich de essentiële problemen bij het onderhouden van de unie tussen de Zweden en Noorwegen. De politieke gebeurtenissen die leidden tot de vreedzame ontbinding van de unie tussen Noorwegen en Zweden in 1905 werden aanzienlijk vergemakkelijkt dankzij de tact en het geduld van de koning zelf. Hij werd onttroond op 7 juni 1905 door het Noorse Parlement en hij deed zelf afstand van de Noorse troon op 26 oktober. Hij weigerde zelfs een aanbod van Noorse regering om een prins van zijn huis tot koning van Noorwegen te benoemen. Maar de betrekkingen tussen de twee landen werden hersteld vóór zijn dood, hij stierf in Stockholm op 8 december 1907.

Zijn grote intelligentie en zijn afstandelijkheid tegenover de dynastieke zaken die van invloed waren bij de andere Europese vorsten gaf de koning aanzienlijk aanzien als scheidsrechter in internationale vragen en kwesties. Op verzoek van het Verenigd Koninkrijk van koningin Victoria, het Duitse Keizerrijk van keizer Wilhelm II en de Verenigde Staten van president Grover Cleveland, werd hij in 1889 benoemd tot Chief Justice van Samoa (voormalig West-Samoa), en hij werd opnieuw ingeschakeld om te bemiddelen in de politieke zaken van Samoa in 1899. In 1897 werd hij bevoegd om een vijfde scheidsrechter te benoemen, indien nodig, in het Venezolaanse geschil, en hij werd verzocht op te treden als scheidsrechter in de Anglo-Amerikaanse arbitrageverdrag dat werd vernietigd door de Amerikaanse Senaat. Hij won vele vrienden in het Verenigd Koninkrijk door zijn steun aan Groot-Brittannië ten tijde van de Tweede Boerenoorlog (1899-1902), die werd uitgedrukt in een verklaring afgedrukt in The Times van 2 mei 1900, toen de Europese reacties op de Britse houding in dat conflict bijna universeel vijandig waren.

Oscars oudste zoon, prins Gustaaf, de hertog van Värmland, volgde hem op als koning Gustaaf V. Zijn tweede zoon, Oscar, deed afstand van al zijn Koninklijke titels om te kunnen trouwen met een hofdame, Ebba Munck, in 1888. Hij nam toen de titel Prins Bernadotte aan en werd later beter bekend als Graaf van Wisborg. De andere zonen van de koning waren Karel, de hertog van Västergötland, die in het huwelijk trad met prinses Ingeborg van Denemarken en Eugenius, de hertog van Närke, die een bekend schilder werd.

Als koning van Noorwegen werd hij, na de gebeurtenissen van 1905, opgevolgd door zijn achterneef, Prins Karel van Denemarken. Prins Karel was een kleinzoon van wijlen Oscars broer, koning Karel XV. Prins Karel werd koning van Noorwegen als koning Haakon VII. Hij was een zoon van koning Frederik VIII van Denemarken en koningin Louise van Denemarken, geboren als prinses Louise van Zweden.
De huidige Noorse koning, Zijne Majesteit Koning Harald V is een achterkleinzoon van Oscar. Harald V is een kleinzoon van Oscars derde zoon, Karel, de hertog van Västergötland. Harald V werd in 1991 koning van Noorwegen.

Er is altijd gespeculeerd dat Oscar naast zijn kinderen bij koningin Sophia ook een aantal buitenechtelijke kinderen had, ook al heeft hij die kinderen nooit officieel erkend. Er wordt gezegd dat hij twee zoons had met de actrice Marie Friberg. En ook zou hij een dochter hebben bij Emma Elizabeth Hammarström, geheten Anna Uddgren (geboren als Anna Hofman, geboren 1868).
Heerlijkheid:
van 18 september 1872 tot zijn dood koning van Zweden en tot 18 november 1905 de koning van Noorwegen
Hij trouwde, 28 jaar oud, op zaterdag 6 juni 1857 in Wiesbaden met de 20-jarige
121 Sophia van Nassau-Weilburg, geboren op zaterdag 9 juli 1836 in Slot Biebrich, Wiesbaden. Sophia is overleden op dinsdag 30 december 1913 in Stockholm, 77 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gustaaf V Van Zweden, geboren op woensdag 16 juni 1858 in Slot Drottningholm (zie 60).
II. Oscar Bernadotte, geboren op dinsdag 15 november 1859 in Slot Drottningholm. Oscar is overleden op zondag 4 oktober 1953 in Stockholm, 93 jaar oud.
Notitie bij Oscar: Oscar huwde op 15 maart 1888 te Bournemouth (Zuid-Engeland), echter zonder toestemming van de koning, met Ebba van Fulkila Munck (1858-1946). Hij moest afstand doen van alle rechten op de Zweedse troon. Hij verkreeg de titel van ’Graaf van Wisborg", die erfelijk was op alle kinderen. Deze titel kreeg hij van zijn oom, hertog Adolf van Nassau-Weilburg, de latere Adolf I de groothertog van Luxemburg.
Titel:
prins van Zweden, graaf van Wisborg
Oscar trouwde, 28 jaar oud, op donderdag 15 maart 1888 in Bournemouth (Zuid-Engeland), met Ebba van Fulkila Munck, 29 of 30 jaar oud. Ebba is geboren in 1858. Ebba is overleden in 1946, 87 of 88 jaar oud.
III. Karel Van Zweden, geboren op woensdag 27 februari 1861 in Stockholm. Karel is overleden op woensdag 24 oktober 1951 in Stockholm, 90 jaar oud.
Notitie bij Karel: Prins Karel werd gezien als een goede kandidaat voor de Noorse troon die in 1905 onbezet bleef. Echter was koning Oscar II het hier niet mee eens, en daardoor deed Karel afstand van zijn rechten op de Noorse troon. De Deense prins, Karel, een broer van Karels vrouw Ingeborg, werd koning van Noorwegen als koning Haakon VII.
Hij werd vaak de blauwe prins genoemd omwille van zijn blauwe uitrusting. Hij hield niet van het protocol en leidde een eigen gezinsleven. Door de huwelijken van zijn dochters was hij de grootvader van zowel de latere koningen Boudewijn en Albert II van België, alsmede hun zuster de latere groothertogin Josephine Charlotte van Luxemburg en daarnaast van koning Harald V van Noorwegen.
Titel:
prins van Zweden, hertog van Västergötland
Karel trouwde, 36 jaar oud, op vrijdag 27 augustus 1897 in Kopenhagen met Ingeborg van Denemarken, 19 jaar oud. Zie 57,V voor persoonsgegevens van Ingeborg.
IV. Eugenius Napoleon Nicolaas Van Zweden, geboren op dinsdag 1 augustus 1865 in Drottningholm. Eugenius is overleden op zondag 17 augustus 1947 in Stockholm, 82 jaar oud.
Notitie bij Eugenius: Naast zijn openbare functies hield prins Eugenius (meestal aangeduid als prins Eugen) zich vooral bezig met schilderkunst. Hij studeerde bij Wilhelm von Gegerfeld van 1885 tot 1886 en bij Puvis de Chavannes in Parijs van 1887 tot 1889. De prins schilderde vooral landschappen. In zijn beginperiode schilderde hij cultuurlandschappen in Södermanland en Stockholm. Vanaf de jaren dertig schilderde hij daarnaast ook landschappen in Skåne. Tot zijn bekendste werken behoren het altaarstuk in de kerk van Kiruna en de fresco’s in het stadhuis van Stockholm.

In 1905 kocht hij de Waldemarsudde in het Stockholmse stadsdeel Djurgården. Daar liet hij een villa in jugendstil bouwen door de Zweedse architect Ferdinand Boberg. Toen hij in 1947 stierf liet hij de woning en zijn kunstverzameling na aan de Zweedse staat. Thans doet de villa dienst als een kunstmuseum met werken van de voornaamste negentiende- en twintigste-eeuwse Zweedse schilders.
Titel:
hertog van Närke
122 Frederik I Willem Lodewijk Van Baden, geboren op zaterdag 9 september 1826 in Karlsruhe. Frederik is overleden op zaterdag 28 september 1907 in Mainau, 81 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Hij was de tweede zoon van groothertog Leopold en Sofie, dochter van koning Gustaaf IV Adolf van Zweden. Daar zijn oudere broer Lodewijk II ongeneeslijk ziek was werd Frederik bij de dood van zijn vader in 1852 tot regent aangewezen. Vier jaar later kreeg hij de groothertogstitel. Op 20 september 1856 trad hij in het huwelijk met Louise Marie Elisabeth van Pruisen, dochter van de latere Duitse keizer Wilhelm I.

Frederik was zeer liberaal gezind en verklaarde dat de constitutionele monarchie de beste regeringsvorm was. Onder zijn bewind werden vele belangrijke hervormingen doorgevoerd, waaronder de invoering van het burgerlijk huwelijk. Hij bracht het godsdienstonderwijs op de openbare maar op kerkelijke leest geschoeide scholen onder de hoede van de kerken, maar verklaarde dat het openbaar onderwijs een zaak van de staat was. Tot slot voerde hij in 1904 een grondwetsherziening door die het algemene, directe en geheime stemrecht voor de Tweede Kamer mogelijk maakte.

In de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 stond Frederik aan de kant van Oostenrijk. Na afloop van deze moest Baden Pruisen een schadevergoeding betalen en het leger naar Pruisisch model reorganiseren. In 1867 nam hij deel aan de Noord-Duitse Bond en in 1870/1871 zette hij zich als schoonzoon van Wilhelm I in voor de totstandkoming van het Duitse Keizerrijk.

Frederik stierf op 28 september 1907 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Frederik II.

Frederik was de stichter van de Orde van Berthold de Eerste en de Orde van Berthold de Eerste van Zähringen.
Titel:
van 1852 tot 1856 regent en daarna tot zijn dood groothertog van Baden.
Hij trouwde, 30 jaar oud, op zaterdag 20 september 1856 met de 17-jarige
123 Louise Marie Elisabeth van Pruisen, geboren op maandag 3 december 1838. Louise is overleden op maandag 23 april 1923, 84 jaar oud.
Titel:
Prinses van Pruisen, Groothertogin van Baden
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik II Willem Lodewijk August Van Baden, geboren op donderdag 9 juli 1857 in Karlsruhe. Frederik is overleden op donderdag 9 augustus 1928 in Badenweiler, 71 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik was de oudste zoon van groothertog Frederik I en Louise, dochter van de Duitse keizer Wilhelm I. Zoals zoveel vorstenzonen begon hij een militaire carrière en diende als kolonel van de infanterie in de legers van Oostenrijk, Pruisen en Württemberg. Op 20 september 1885 trad hij in het huwelijk met Hilda Charlotte Wilhelmine van Nassau-Weilburg, dochter van Adolf van Nassau. Het paar bleef kinderloos.

Frederik II besteeg na de dood van Frederik I op 28 september 1907 de Badense troon. Hij zette het liberale beleid van zijn vader voort zodat Baden zijn status als "Musterländle" (voorbeeldlandje) behield. Bij gebrek aan nakomelingen werd zijn neef Max, later rijkskanselier van het Keizerrijk, als troonopvolger aangewezen.

De revolutie die in 1918 door Duitsland stormde liet ook Baden niet onberoerd. Frederik werd op 22 november gedwongen troonsafstand te doen. Men prees hem evenwel openlijk voor zijn beleid, dat gunstig afstak bij het Pruisische. Na de revolutie ontstond de Vrijstaat Baden die in 1951/1952 opging in het nieuwe bondsland Baden-Württemberg. De ex-groothertog bracht de rest van zijn leven zeer teruggetrokken door in zijn slot in Freiburg. Hij stierf op 9 augustus 1928.

Ridderorden en militaire onderscheidingen:
Orde van de Zwarte Adelaar
Orde van de Olifant
IJzeren Kruis 1914
Titel:
van 1907 tot 1918 de laatste groothertog van Baden
II. Victoria Van Baden, geboren op donderdag 7 augustus 1862 in Baden-Württemberg, Duitsland (zie 61).
III. Lodewijk Willem Van Baden, geboren op maandag 12 juni 1865 in Baden-Baden. Lodewijk is overleden op donderdag 23 februari 1888 in Freiburg im Breisgau, 22 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Lodewijk: Bij zijn overlijden was Lodewijk Willem groothertogelijk prins, markgraaf van Baden en hertog van Zähringen. Hij was tevens lid van het Corps Suevia Heidelberg.
124 Albert van Saksen-Coburg en Gotha (dezelfde als 102).
Hij trouwde met
125 Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk (dezelfde als 103).
126 Frederik Karel bijgenaamd de IJzeren Prins, de Rode Prins en Prinz Alltyd-Vörup van Pruisen, geboren op donderdag 20 maart 1828 in Berlijn. Frederik is overleden op maandag 15 juni 1885 in Klein Glienicke, 57 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik Karel was de zoon van prins Karel, een jongere broer van keizer Wilhelm I, en Marie van Saksen-Weimar-Eisenach, een dochter van groothertog Karel Frederik. Hij kreeg van 1842 tot 1846 een militaire opleiding van de latere minister van Oorlog Albrecht von Roon en studeerde vervolgens onder diens begeleiding aan de Universiteit van Bonn. In 1848 nam hij in het gevolg van generaal Friedrich von Wrangel deel aan de Eerste Duits-Deense Oorlog. Bij de veldtocht tegen de Badense Revolutie in 1849 raakte hij zwaargewond.

Hij werd in 1852 kolonel, in 1854 generaal-majoor en in 1856 luitenant-generaal. Ondertussen wijdde hij zich aan militair-wetenschappelijke studies, waarvan hij de resultaten in lezingen en artikelen aan een select publiek meedeelde. In 1860 werd hiervan, kennelijk zonder Frederik Karels medeweten, een afschrift gepubliceerd onder de titel Eine militärische Denkschrift von P. F. K., dat door de hervormingsvoorstellen erin opzien baarde.

Frederik Karel, sinds 1861 generaal der cavalerie, kreeg in 1864 het opperbevel over de Pruisische troepen in de Tweede Duits-Deense Oorlog, waarin hij Pruisen met de succesvolle bestorming van Dybbøl de overwinning bracht. In de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 trok hij als opperbevelhebber van het eerste leger Bohemen binnen, versloeg hij bij Gitschin de Oostenrijkers onder Eduard Clam-Gallas (29 juni) en bewerkte hij een beslissende overwinning in de Slag bij Königgrätz (3 juli). Als opperbevelhebber van het tweede Duitse leger in de Frans-Duitse Oorlog van 1870/1871 dreef hij de Franse troepen van François-Achille Bazaine naar Metz en bereikte hij de capitulatie van die stad. De volgende dag werd hij gepromoveerd tot veldmaarschalk. Vervolgens veroverde hij Orléans en versloeg hij Antoine Chanzy bij Le Mans, waardoor het West-Franse verzet tot een einde kwam.Frederik Karel werd onderscheiden met het Grootkruis van de Orde Pour le Mérite en het Grootkruis van het IJzeren Kruis.

Na de oorlog werd Frederik Karel inspecteur-generaal van de derde Duitse legerinspectie en inspecteur van de Pruisische cavalerie. Tsaar Alexander II benoemde hem tot Russisch veldmaarschalk.

Het huwelijk van zijn dochter bracht Frederik Karel dichter bij de Nederlandse dynastie. Op 23 augustus 1878 werden hij en zijn neef Frederik, de latere keizer Frederik III van Duitsland, als Grootkruisen opgenomen in de Militaire Willems-Orde. De sterren droegen op de achterzijde de inscriptie "Wilhelm III. König der Niederlande / bei der Vermählung der Prinzessin Marie von Preussen / und Prinz Heinrich der Niederlande. / Potsdam, am 24. August 1878."

De prins was in 1859 zelf de stichter van een jachtorde, de "Orde van het Witte Hert van Sint Hubertus".
Hij trouwde met
127 Maria Anna van Anhalt-Dessau, geboren op donderdag 14 september 1837 in Dessau. Maria is overleden op zaterdag 12 mei 1906 in Friedrichroda, 68 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Maria Elisabeth Louise Frederika van Pruisen, geboren op vrijdag 14 september 1855 in Marmorpalais in Potsdam. Maria is overleden op woensdag 20 juni 1888 in Slot Albrechtsberg bij Dresden, 32 jaar oud.
Notitie bij Maria: Zij huwde op 24 augustus 1878 in het Neues Palais te Potsdam met Hendrik van Oranje-Nassau (1820-1879), zoon van koning Willem II van Nederland en Anna Paulowna Romanov. Voordat zij naar Nederland kwam kreeg zij van de heer L.R. Beynen oud-rector van het gymnasium in Den Haag Nederlandse les. De oud-rector vergeleek in een brief aan zijn vrouw, Emma en Marie met elkaar, die hij beiden les had gegeven: Ze (Emma) mist de onbeschrijfelijke lieftalligheid van Prinses Hendrik (Marie), omdat ze meer kracht en veerkracht bezit, maar beiden zijn ze even vlug van bevatting.

Maria’s echtgenoot, Hendrik overleed echter al na vijf maanden. Na het overlijden van prins Hendrik ging prinses Maria in Den Haag wonen, totdat ze hertrouwde en onderhield zij warme betrekkingen met Koningin Emma. Emma en Marie, waren ook nog eens familie. De zus van Marie, Louise Margaretha van Pruisen was gehuwd met Arthur, hertog van Connaught en Strathearn, een zoon van Koningin Victoria. De zus van Emma, Helena van Waldeck-Pyrmont was getrouwd met Leopold, hertog van Albany, de jongste zoon van Koningin Victoria van Engeland.

Maria hertrouwde op 6 mei 1885 in Berlijn met Albert van Saksen-Altenburg, doch dit huwelijk duurde slechts twee jaar; toen overleed Maria in het kraambed.
Titel:
Prinses van Pruisen
Maria:
(1) trouwde, 22 jaar oud, op zaterdag 24 augustus 1878 in Potsdam met Hendrik der Nederlanden, 58 jaar oud. Hendrik is geboren op dinsdag 13 juni 1820 in Paleis Soestdijk, zoon van Willem II Frederik George Lodewijk (de Held van Waterloo en Slender Billy) der Nederlanden (zie 461,I) en Anna Paulowna van Rusland (zie 393,VIII). Hendrik is overleden op maandag 13 januari 1879 in Kasteel Walferdange, Luxemburg, 58 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hij had een lange carrière in de marine en werd daarom ook wel de Zeevaarder genoemd. Op zijn sterfbed werd hij nog tot admiraal benoemd. Tevens werd hij door zijn broer Willem III op 5 februari 1850 aangesteld als stadhouder van het Groothertogdom Luxemburg. Zijn residentie als stadhouder was het kasteel Walferdange (Luxemburgs: Walfer, Duits: Walferdingen).Tegenwoordig is dit kasteel onderdeel van de Universiteit van Luxemburg.

Omdat de Oranje-dynastie destijds aan een zijden draadje hing, besloot hij na het overlijden van zijn gemalin te hertrouwen, net als zijn broer Willem die sinds 1877 weduwnaar was. Zijn broer -de koning- had drie zoons, waarvan de oudste (kroonprins Willem) al tegen de veertig liep, en nog steeds niet getrouwd was. De tweede zoon Maurits overleed op 7-jarige leeftijd aan hersenvliesontsteking, terwijl de derde zoon, Alexander, een slechte gezondheid had. Verder was er alleen nog een oom, Frederik, maar deze had geen mannelijke nakomelingen. Mannelijke nakomelingen krijgen was nog van groot belang.
Op 24 augustus 1878 huwde Hendrik daarom te Potsdam met Maria van Pruisen (1855-1888), dochter van prins Frederik Karel (1828-1885) en Maria Anna van Anhalt-Dessau. Na vijf maanden overleed de bruidegom echter al aan de mazelen, behoorlijk onverwacht. Het tweede huwelijk van zijn broer met Emma was net gesloten, waar hij getuige zou zijn. Hij kon hier echter niet heen gaan omdat hij te ziek was, maar er leek geen reden tot ongerustheid. De festiviteiten ter gelegenheid van het huwelijk van de koning werden afgelast.

Ook uit zijn tweede huwelijk had prins Hendrik geen kinderen, en de zoons van zijn broer kwamen jong te overlijden. Hierdoor hing de dynastie af van de dochter uit het tweede huwelijk van zijn broer Willem III, zijn toen nog ongeboren nichtje, de latere koningin Wilhelmina.

Weduwe Maria leek na Hendriks dood zonder een cent achter te moeten blijven omdat zij en haar echtgenoot niet in gemeenschap van goederen getrouwd waren. De erfenis ging dus naar de familie van de overledene. Haar vader, Frederik Karel, ging naar Den Haag om bij Willem III te pleiten voor een gedeelte van Hendriks erfenis voor zijn dochter maar hij kreeg nul op het rekest. Willem III kon het geld van zijn broer uitstekend zelf gebruiken, zeker omdat hij net zelf getrouwd was met Emma van Waldeck-Pyrmont. Natuurlijk voelde de Hohenzollern zich gekrenkt en met hem voelde geheel Pruisen zich in zijn eer aangetast. Frederik Karel was immers een man met een groot prestige: neef van keizer Wilhelm I, neef en wapenbroeder van kroonprins Frederik Willem, opperbevelhebber van het Tweede Duitse Leger in de oorlog van 1870, veroveraar van Metz, drager van de Pour le Mérite, een geestrijke persoonlijkheid en een opvallende verschijning in de Berlijnse society in zijn karakteristieke uniform van het 3. Husarenregiment Von Zieten, dat hem de bijnaam "der rote Prinz" verleende.

Het conflict over de erfenis werd niet verder op de spits gedreven omdat Willem III juridisch te sterk stond en voor weduwe Maria werd een nieuwe echtgenoot gevonden in de persoon van Albert van Saksen-Altenburg (1843-1902). Het huwelijk werd in 1885 te Berlijn gesloten doch dit duurde slechts twee jaar; toen overleed Maria. Maar dynastieke geheugens zijn lang: een generatie later werd de verhouding tussen de Duitse monarchie en het Nederlandse vorstenhuis nog steeds door deze kwestie overschaduwd. Keizer Wilhelm II toonde zich openlijk zeer geporteerd voor een overname van de Nederlandse troon door de Duitse adellijke familie Wied, als het geslacht Oranje-Nassau zou uitsterven. Zijn relatie tot Willem III’s dochter Wilhelmina was uiterst koel. Dit weerhield haar er echter niet van om Wilhelm in 1918 asiel te verlenen na zijn vlucht uit Duitsland.
Titel:
Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau
(2) trouwde, 29 jaar oud, op woensdag 6 mei 1885 in Berlijn met Albert van Saksen-Altenburg, 42 jaar oud. Albert is geboren op vrijdag 14 april 1843 in München, zoon van Eduard Karel Willem Christiaan van Saksen-Altenburg en Louise van Reuss. Albert is overleden op donderdag 22 mei 1902 in Serrahn, 59 jaar oud. Albert trouwde later in 1891 met Helene van Mecklenburg-Strelitz (1857-1936).
Notitie bij Albert: Hij was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van Eduard van Saksen-Altenburg met Louise van Reuss oudere linie, dochter van Hendrik XIX Reuss.

Van 1861 tot 1865 was hij luitenant in het Vijfde Pruisische Ulanenregiment, daarna trad hij in dienst van het leger van tsaar Alexander III van Rusland, als generaal à la suite. Albert raakte bevriend met de tsaar en was vaak te gast bij het hof in Sint-Petersburg. In 1885 trouwde Albert met prinses Marie van Pruisen, die in 1878 was getrouwd met de toen al bejaarde prins Hendrik der Nederlanden, maar al vijf maanden later weduwe was. Na zijn huwelijk keerde Albert terug naar Pruisen, waar hij bij de Pruisische cavalerie eveneens de rang van generaal à la suite kreeg. Nadat Marie hem twee dochters had geschonken, overleed zij. Hierop hertrouwde Albert in 1891 met Helene van Mecklenburg-Strelitz, een dochter van George August van Mecklenburg-Strelitz en Catharina Michajlovna van Rusland. Met haar kreeg hij geen kinderen.
II. Elisabeth Anne van Pruisen, geboren op zondag 8 februari 1857 in Potsdam. Elisabeth is overleden op woensdag 28 augustus 1895 in Fulga, 38 jaar oud. Elisabeth trouwde, 21 jaar oud, op maandag 18 februari 1878 met Frederik August van Oldenburg, 25 jaar oud. Frederik is geboren op dinsdag 16 november 1852 in Oldenburg. Frederik is overleden op dinsdag 24 februari 1931 in Oldenburg, 78 jaar oud. Frederik trouwde later op zaterdag 24 oktober 1896 met Elisabeth Alexandrine (Biene) van Mecklenburg-Schwerin (1869-1955).
Notitie bij Frederik: Door zijn vrouw en zoon was Frederik August verwant aan het Huis Oranje-Nassau, zodat de koninginnen Emma en Wilhelmina en prins Hendrik hem in Oldenburg dan ook vaak bezochten.

Hij volgde in 1900 zijn vader op als groothertog. Als typisch vertegenwoordiger van het wilhelminisme toonde hij zich zeer geïnteresseerd in economische en technische kwesties. Op het gebied van zeevaart en marine gold hij als een kenner en hij stimuleerde de scheepvaart en industrie in zijn land. Wilhelm II benoemde hem, als enige Duitse vorst, tot Admiraal in de Keizerlijke Marine.

Daar hij slechts één zoon had, Nicolaas, en zijn broer George Lodewijk ongehuwd was werd in 1904 voor het geval het geslacht zou uitsterven het erfrecht herzien, dat nadat tsaar Nicolaas II van zijn Oldenburgse rechten had afgezien toekwam aan hertog Frederik Ferdinand van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg en zijn nazaten.

Frederik August zette op politiek gebied de conservatieve koers van zijn vader voort. Gedurende de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog steunde hij de Klein-Duitse richting. Zo bleef Oldenburg, anders dan Hannover, zelfstandig.

In 1914 werd Oldenburg partij in de Eerste Wereldoorlog. De vorst stichtte voor zijn troepen een Friedrich August-Kruis voor dapperheid. De behoudende vorst verzette zich niet tegen de Novemberrevolutie en trok zich na zijn abdicatie op 11 november 1918 terug in Rastede.

Via de families Waldeck-Pyrmont en Mecklenburg-Schwerin is het Huis Oldenburg verwant aan het Nederlandse koningshuis. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren er nauwe contacten.
Titel:
van 1900 tot 1918 de laatste groothertog van Oldenburg
III. Anne Victoria Charlotte Augusta Adelheid van Pruisen, geboren in 1858. Anne is overleden in 1858, geen jaar oud.
IV. Louise Margaretha van Pruisen, geboren op woensdag 25 juli 1860 in Marmorpaleis, Potsdam (zie 63).
V. Frederik Leopold van Pruisen, geboren op donderdag 16 november 1865 in Berlijn. Frederik is overleden op zondag 13 september 1931 in Flatow, 65 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik Leopold volgde een militaire loopbaan. In 1898 werd hij luitenant-generaal en in 1902 cavaleriegeneraal. Frederik Leopold was de laatste beschermheer uit het Huis Hohenzollern van de Pruisische vrijmetselaars. Tijdens de novemberrevolutie van 1918, hees hij een rode vlag op zijn jachtslot Glienicke nabij Berlijn. Drie van zijn kinderen stierven jong. Tassilo in 1917, als gevolg van zijn verwondingen opgelopen als gevechtspiloot tijdens de Eerste Wereldoorlog, Victoria in 1923 na een griep en Frederik Sigismund in 1927 na een val van zijn paard.
Frederik trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1889 met Louise van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, 22 of 23 jaar oud. Louise is geboren op zondag 8 april 1866 in Kiel. Louise is overleden op maandag 28 april 1952 in Bad Nauheim, 86 jaar oud.
Notitie bij Louise: Drie van haar kinderen stierven jong. Tassilo in 1917, als gevolg van zijn verwondingen opgelopen als gevechtspiloot tijdens de Eerste Wereldoorlog, Victoria in 1923 na een griep en Frederik Sigismund in 1927 na een val van zijn paard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten